2015.01.08_Boekrecensie omgevingsrecht_660

Boekrecensie: Omgevingsrecht

8 januari 2015

4 minuten

Recensie In 2011 startte het project “Eenvoudig Beter” met als doel bestaande wetgeving voor ruimtelijke ordening, water, milieu, natuur, monumentenzorg en bouwregelgeving te moderniseren en te integreren. Dat is hard nodig, niet alleen in het kader van de deregulering en uniformering. Het omgevingsrecht was en is nu nog steeds versnipperd en verdeeld over tientallen wetten: voor bodem, bouwen, geluid, infrastructuur, mijnbouw, milieu, monumentenzorg, natuur, ruimtelijke ordening en waterbeheer gelden verschillende regimes en procedures. Dat maakt relatieve buitenstaanders natuurlijk volkomen gek. Het is dan ook goed dat er eindelijk een meer efficiënte en begrijpelijke proces- en rechtsgang zal ontstaan waar het gaat om wijzigingen van de fysieke leefomgeving, het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, activiteiten waardoor emissies, hinder of risico’s worden veroorzaakt of juist het nalaten van activiteiten. Het uiteindelijke stelsel kent directe consequenties voor bouwgerelateerde onderwerpen als bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschap, natuur en cultureel erfgoed. Dat is nogal wat.

Het eerste resultaat is de nieuwe Omgevingswet - althans het wetsvoorstel daartoe - die na een intensieve voorbereidings- en overlegfases onlangs in de Tweede Kamer werd besproken. Er zijn experimenten op talloze fronten gaande, zoals met het “ontslakken” bij enkele pilotgemeenten. De vaste kamercommissie heeft enkele consultatiesessies met stakeholders, ook om pijnpunten te ondervangen. Zo liet o.a. de NEPROM de nodige kritiek horen (ook in Cobouw van 2 september jl.) omdat er nog te weinig aandacht zou zijn gegeven aan de voorspelbaarheid, uniformiteit en beperking van de regelgeving op rijksniveau. Daardoor ontstaat het risico dat – bijvoorbeeld door het oprekken van normen, zoals de ladder voor duurzame verstedelijking, - op gemeentelijk niveau allerlei extra eisen aan bijvoorbeeld woningbouw worden toegevoegd waardoor sprake is van een ongewenste vorm van rechtsongelijkheid.

Het wetgevingsproces bevindt zich nog maar in een eerste fase. Uiteindelijk zullen naar verwachting 26 (!) wetten worden vervangen door de Omgevingswet, maar zo ver is het nog lang niet. De Crisis- en herstelwet, de Ontgrondingenwet, de Planwet Verkeer en Vervoer, de Wet Bodembescherming, de Woningwet en nog veel meer wetten zullen geheel of gedeeltelijk worden geïncorporeerd in een nieuw juridisch stelsel. Dat zal op een “modulaire” wijze gebeuren, aldus verantwoordelijk minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Zij heeft overigens gelijktijdig de op zich lovenswaardige ambitie het omgevingsrecht beter te laten aansluiten op duurzame ontwikkeling, regionale verschillen en vroegtijdige betrokkenheid van belanghebbenden bij de besluitvorming over bouwprojecten.

De huidige stand van zaken (vanaf 1 januari 2015) op het gebied van het omgevingsrecht is opgenomen in het boek Omgevingsrecht 2014-2015, wet- en regelgeving.

Ook de uitvoeringsregelgeving gaat op de schop. Alleen al de 120 (!) algemene maatregelen op bestuur en een vergelijkbaar aantal ministeriële regelingen worden teruggebracht tot vier besluiten. Het Omgevingsbesluit (procedurele bepalingen), het Besluit kwaliteit leefomgeving (inhoudelijke randvoorwaarden voor het handelen van de overheid), besluit voor het bouwen en een besluit voor milieu en water. Dat klinkt overzichtelijk, hoewel de invloed van Europese regels en sectorale normen zich ook hier zal laten gelden. Niettemin is sprake van een omvangrijke wetswijziging en de verwachting is dan ook dat de effectuering daarvan pas in 2018 zal plaatsvinden. Niettemin is het nu al van belang om op de geplande wijzigingen te anticiperen. En daar ook op te reageren: nu nog bestaat immers de kans om wijzigingen door te voeren. Dat kan door kennis te nemen van de inhoudelijke veranderingen en de consequenties voor de bouwketen, maar ook door die te combineren met de opvattingen over het omgevingsrecht door derden. Dat de interne logistiek en de procedurele voorbereidingen van menig bedrijf in de bouwketen op de schop zal moeten is wel duidelijk. Het zou het signaal kunnen zijn voor een interne organisatie- en verbeteringsslag, vooral ook op het punt van digitalisering. Gelukkig is er juist nu tijd om dit gewenningsproces in te gaan; er komen ongetwijfeld workshops, seminars, leergangen en studiemateriaal over dit onderwerp, maar zoals zo vaak is de praktijk vaak veel weerbarstiger. Of de wetgevingsjuristen zich dat ook voldoende realiseren is de vraag; ook zij zullen gebaat zijn bij realistische alternatieven en praktijk gerelateerde wijzigingsvoorstellen waar het gaat om regels voor de fysieke omgeving.

Mail de auteur, Drs Robbert Coops: rcoops@wvhcommunicatie.nl

Omgevingsrecht 2014-2015; wet- en regelgeving; onder redactie van mr P.I. Haccou, mr M.J. Tunnissen en mr J.A.B. Janus, ISBN 978-90-820914-1-0, ROM B.V., Den Haag, 2014. Het boek is te bestellen via info@romagazine.nl, €35,00.


Cover: ‘2015.01.08_Boekrecensie omgevingsrecht_660’


Robbert Coops

Door Robbert Coops

Sociaal-geograaf en geassocieerd partner bij Winkelman van Hessen


Meest recent

Daniela Maiullari bovenop de Euromast in Rotterdam door Adam Klugkist (bron: tudelft.nl)

Steeds heter in de stad, gebouwkoeling wordt cruciale ontwerpvraag

De steden worden heter en de koelingsvraag van gebouwen neemt navenant toe. TU Delft-onderzoeker Daniela Maiullari ontwikkelt methoden om de gevolgen van klimaatverandering beter in beeld te brengen. Doel: een klimaatresponsieve stad.

Onderzoek

7 juni 2023

Het Park. Rotterdam door GLF Media (bron: Shutterstock)

PBL: bouw huizen aan het stadspark, dat is goed voor het groen én de stad

Gebruik de randen van de Nederlandse stadsparken voor het bouwen van woningen, zegt het PBL. Dat levert tienduizenden woningen op die ook nog eens een hoge economische én maatschappelijke waarde hebben.

Onderzoek

7 juni 2023

De Grote Wetering door Paul van Beek (bron: Paul van Beek)

Wie is er bang voor rood, groen én blauw?

Droge zandgronden, woningnood, monofunctioneel landschapsgebruik: een complexe cocktail. Bij ’s-Hertogenbosch proberen ontwikkelingsmanager Georgeanne de Leuw –-van Liebergen en landschapsarchitect Paul van Beek nieuwe koppelingen te maken.

Interview

6 juni 2023