Mensen in het park door kaboompics (bron: Pixabay)

Datagedreven gebiedsontwikkeling? Vergeet dan de zachte data niet

1 april 2020

5 minuten

Onderzoek Data, sensoren, indexen, dashboards: de mogelijkheden van data voor gebiedsontwikkeling zijn groot. Maar, stelt socioloog Linda Zuijderwijk, vergeet niet om ook de zachte data van een gebied te gebruiken. “Dit verhoogt de tevredenheid van gebiedsgebruikers, en ook van de gemeente en de ontwikkelaar.”

Datagestuurd werken is onthaald als een krachtige oplossing om beter, efficiënter en goedkoper tot stads- en gebiedsontwikkeling tot komen. Steeds meer gemeenten en projectontwikkelaars gebruiken nieuwe technologieën en (big en open) data om informatie- en datastromen over veiligheid, demografie, mobiliteit en infrastructuur samen te brengen als basis voor hun besluitvorming. Toch dringt zich de vraag op in hoeverre data en de presentatie daarvan in dashboards, kaarten en indexen voldoende inzicht biedt in de ervaring van bewoners. In hoeverre kan ‘datagestuurd werken’ (dus het gebruik van data, sensoren en dashboards voor besluitvorming) iets zeggen over de ervaring van bewoners en bezoekers van stedelijke gebieden?

Geluiden uit de buurt

Ervaring is slechts deels te vangen in bijvoorbeeld een sociale index. Niet alle benodigde kennis over wat er leeft onder bewoners en bezoekers is namelijk via cijfers boven water te krijgen. De data die gebruikt wordt om informatiegestuurd richting te geven aan de sociale en fysieke stads- en gebiedsontwikkelingen, is daarmee vaak nog incompleet. Dat is problematisch voor gemeenten, omdat het hun verantwoordelijkheid is samen met bewoners tot een visie te komen op de fysieke leefomgeving. Projectontwikkelaars missen op hun beurt de ‘kennis van de straat’ om kosteneffectief aan te sluiten op de potentie van buurtbewoners en burgerinitiatieven. 

Het is daarom de vraag hoe gemeenten en ontwikkelaars hun informatiepositie kunnen verbeteren - en daarmee optimaal kunnen inspelen op de ervaring en het vermogen van de gemeenschap. Het antwoord ligt in de ‘zachte data’, waarin de ‘geluiden uit de buurt’ en de ‘kennis van de straat’ vastgelegd zijn. Dit type data zegt wat over de kwalitatieve ervaringen, belevingen, waarden, houding en interesses van bewoners. Bestaande harde data krijgen betekenis en belang door het te combineren met de ‘geluiden uit de buurt’. Daarnaast bieden deze ervaringen en belevingen inzicht in de taal die de bewoners over hun buurt spreken. Daarvan kan in de communicatie over en met de buurt gebruik gemaakt worden. Dit verhoogt de tevredenheid van gebiedsgebruikers, en daardoor ook van de gemeente en de ontwikkelaar. 

Narrative mapping

Waar kunnen gemeenten en ontwikkelaars deze geluiden van bewoners en bewonersinitiatieven verzamelen? Hiervoor zijn vooral de ‘bewoners van de straat’ (Lofland 1973) geschikt: de beheerders van speeltuinen, sociaal werkers, marktlui, vuilnismannen, conciërges van woningcorporaties, maar ook hangjongeren – en ouderen. Zij brengen zoveel tijd op straat en onder de bewoners door, dat zij daar bij wijze van spreken ‘wonen’. Deze groep kent de haarvaten van de buurt en beschikt over veel kennis van bijvoorbeeld veranderingen die een buurt heeft ondergaan, de problemen van de bewoners, en de potentie waarover zij beschikken.

Er zijn verschillende methoden om deze zachte data te verzamelen, zoals het wandelend interview (Bendiner-Viani 2005), ‘narrative mapping’ (waarbij bewoners een kaart van hun buurt tekenen met voor hen betekenisvolle plekken en erover vertellen, Reinders 2013), en de Rapid Ethnographic Assessment Procedure (een combinatie van straatinterviews met bewoners, expertinterviews met professionals, archiefonderzoek en participerende observaties, Low et al. 2005, Zuijderwijk 2019). 

Drie tips

Zachte data heeft de naam ‘individueel’ en ‘onvergelijkbaar’ te zijn. Dat lijken inderdaad vervelende kenmerken, maar voor ‘zachte data’ zijn dit juist positieve eigenschappen. Het doel is namelijk om de verhalen van individuele bewoners vast te leggen en die onderling te vergelijken. Daarmee geeft zachte data inzicht in de variëteit van al die verschillende perspectieven op de (voorgenomen) stads- of gebiedsontwikkeling. Daarnaast merken critici vaak op dat zachte data ‘multi-interpretabel’ zijn. Ook dat klopt, maar dit is te ondervangen met een analyseprotocol om de interpretatie eenduidig uit te voeren. Daarnaast is het de vraag of harde data niet een vals gevoel van ‘zekerheid’ oproepen.

Vanwege deze kansen voor gebiedsontwikkelaars geef ik drie tips om zoveel mogelijk waarde uit je zachte data te halen, en de middelen voor de verzameling hiervan zo efficiënt mogelijk in te zetten. 

  1. Het is belangrijk om de verhalen en antwoorden van bewoners en andere betrokkenen ‘woord voor woord en zin voor zin’ vast te leggen. Een integrale uitwerking verhoogt de betrouwbaarheid van je data. Niet alleen kun je aantonen hoe en waar deze data is verzameld, maar ook hoe de bewoners het precies gezegd hebben. Het vastleggen van de ‘zachte data’ in steekwoorden of verkorte zinnen laat te veel ruimte voor misinterpretatie achteraf.
  2. Realiseer je dat dé mening van dé wijk niet bestaat – en dat je daar ook niet naar op zoek bent! Houd voor ogen dat het gaat om het ontdekken van de variëteit in ervaringen en belevingen. Dat wil niet zeggen dat aantallen er niet toe doen, maar focus als eerste op het blootleggen van de bandbreedte van buurtervaringen.
  3. Neem een of meerdere buurtbewoners op in het team dat de zachte data verzamelt. In de eerste plaats fungeren deze bewoners als ingang naar de buurt en kunnen zij gemakkelijk medebewoners aanspreken. In de tweede plaats zijn zij ambassadeurs van de (voorlopige) stads- of gebiedsontwikkeling. En ten derde levert zo’n teamsamenstelling een bijdrage aan de realisatie van maatschappelijk rendement. 

Welke stappen moet je zetten om zachte data onderdeel te maken van je stads- of gebiedsontwikkeling?

  1. Bepaal aan wie je de vragen gaat stellen. Ben je op zoek naar ervaringen van de ‘bewoners van de straat’, of juist van bewoners die niet vaak gehoord worden (zoals ouderen die minder mobiel zijn of mensen die de taal niet machtig zijn)?
  2. Vergeet de directe omgeving van jouw gebied niet te betrekken bij de dataverzameling. Je wilt iets te weten komen over een specifieke omgeving en haar bewoners. Maar wie komen daar niet? En waarom niet? 
  3. Kies voor een slimme combinatie van onderzoeksmethoden. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van je dataverzameling, omdat je vanuit meerdere invalshoeken op één vraag antwoord krijgt. Bovendien vergroot dit de kans dat je verschillende groepen bewoners bereikt.
  4. Stel een analyseprotocol op om de betrouwbaarheid van de analyse te verhogen.
  5. Gebruik de zachte data samen om de harde data uit monitors, indexen en dashboards een totaalbeeld van de buurt te creëren. 

Referenties:

  • Bendiner-Viani, G. (2005). Walking, emotion, and dwelling: Guided tours in prospect heights, brooklyn. Space and Culture, 8(4), 459 - 471.
  • Lofland, L. (1973). A world of strangers. New York: Basic Books, Inc., Publishers.
  • Lofland, L. (1998). The public realm, exploring the city's quintessential social territory (third ed.). New Jersey: Transaction Publishers.
  • Low, S., Taplin, D., & Scheld, S. (2005). Rethinking urban parks : Public space & cultural diversity. Austin, TX: University of Texas Press.
  • Reinders, L. (2013). Harde stad, zachte stad. moderne architectuur en de antropologie van een naoorlogse wijk. Unpublished Ph.D, TU, Delft.
  • Zuijderwijk, L. M. A. (2019). Public space: Always under construction, from http://hdl.handle.net/1765/119767

Cover: Pixabay


Cover: ‘Mensen in het park’ door kaboompics (bron: Pixabay)


Door Linda Zuijderwijk

Linda Zuijderwijk is zelfstandig onderzoeker en impactmanager bij Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG).


Meest recent

Fietsende dame, Leiden door Dutch_Photos (bron: shutterstock)

“Laten we de stad weer aantrekkelijk maken voor gezinnen”

Hoe zorgen we ervoor dat steden aantrekkelijk blijven om kinderen te laten opgroeien? “Gezinnen die in de stad willen wonen, hebben op dit moment geen betaalbaar alternatief.”

Verslag

26 april 2024

Jonge zakenmensen overleggen in creatief kantoor door G-Stock Studio (bron: shutterstock)

Een opvallende acceleratie, de creatieve industrie doet het goed in de regio

De creatieve industrie associëren we meestal met de grote steden, maar daar neemt de banengroei de laatste jaren af. Daarentegen doen de middelgrote steden het een stuk beter. Wat zit er achter deze autonome regionale spreiding?

Analyse

26 april 2024

GO weekoverzicht 25 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de complete buurt

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de complete stadsbuurt centraal stond. Van de transformatie van het Utrechtse Wisselspoor via het naoorlogse stadsdeel Breda Noord naar de verdichting in het Haagse Bezuidenhout.

Weekoverzicht

25 april 2024