Thumb_ontwerp en proces_0_1000px

De architect heeft het gedaan!

20 september 2010

4 minuten

Nieuws Bepaalt het ontwerp van een stad of de mensen die er wonen gewelddadig worden? Deze op het eerste gezicht vergezochte vraag – er zijn immers zoveel meer voor de hand liggende verklaringen voor geweld dan de inrichting van de openbare ruimte – werd ineens heel erg actueel in het najaar van 2005. Toen braken in de buitenwijken van verschillende Franse steden rellen uit tussen Afrikaanse en Noord-Afrikaanse jongeren en de politie, die zouden leiden tot honderden uitgebrande auto’s, winkels en woningen en tientallen doden, en tot een golf van angst.

De rellen

Het begon op donderdag 27 oktober 2005 in de wijk Clichy-sous Bois ten noorden van Parijs. Het verhaal begon rond te zingen dat de politie twee jongens de dood had ingejaagd en er nog meer vasthield. Vanaf dat moment begonnen jongeren stenen te gooien, auto’s in brand te steken en de confrontatie met de politie te zoeken. Al snel verspreidde het geweld zich over een veel groter gebied. Wat de situatie uniek maakte, was de enorme schaal van de rellen en de snelheid waarmee ze zich vanuit Parijs verspreidden over heel Frankrijk. Voor de Fransen werd duidelijk dat er een ander Frankrijk was, waar zij niets van af wisten en dat ‘hun’ Frankrijk bedreigde.

Modernistische hoogbouw

Er was echter één aspect van de rellen dat een debat aanzwengelde over het ontwerp van steden en de invloed hiervan op het gedrag van de inwoners. De rellen speelden zich zonder uitzondering af in één bepaald type van stedelijke bebouwing: de modernistische hoogbouwwijken die in enorme aantallen door heel Frankrijk waren gebouwd gedurende ‘Les Trentes Glorieuses’, de dertig jaar tussen 1945 en 1975 van de wederopbouw en de modernisering van Frankrijk. Met name één architect wordt geïdentificeerd als de geestelijk vader ervan: Charles Edouard Jeanneret, beter bekend als Le Corbusier, volgens vriend en vijand de belangrijkste en invloedrijkste architect van de twintigste eeuw.

Herstructurering van naoorlogse woonwijken

Het afbreken van grootschalige woningbouwprojecten uit de jaren vijftig, zestig en zeventig – de generatiegenoten van de Franse Cités – was in Nederland al bijna een decennium bezig op het moment dat de rellen uitbraken. Inmiddels was dit beleid onder vuur komen te liggen van critici en wetenschappelijke onderzoekers. Vooral de grootschaligheid van de ingrepen en de tegenvallende resultaten op sociaaleconomisch gebied werden bekritiseerd. De Franse rellen werden ingezet om aan te tonen dat er juist nu moest worden doorgepakt, om ‘Franse toestanden’ te voorkomen. Daarbij werd impliciet de verbinding gelegd tussen de angst voor etnisch geweld dat in Nederland door de moord op Theo van Gogh ruim een jaar eerder was opgelaaid en de vernieuwing van de naoorlogse woonwijken.

Politique de la ville

Terwijl in Nederland de Franse rellen werden gepresenteerd als argumenten om juist door te gaan met de vernieuwing van de naoorlogse wijken, kwam dit beleid in Frankrijk zelf er juist door onder vuur te liggen. De rellen brachten immers aan het licht dat deze wijken al decennialang haarden van criminaliteit en werkloosheid waren, ernstig gesegregeerd, gevaarlijk, met ongezonde en slecht opgeleide bewoners die zich nauwelijks deel voelen van de Franse cultuur.

Nu, vijf jaar na de rellen, verkeren de Cités waar de rellen uitbraken in een treurige staat. Er is een breed gevoel dat de decennia oude ‘politique de La Ville’ failliet is. Ervoor in de plaats is een rudimentair en grotendeels negatief geformuleerd beleid gekomen van sloop en repressie. Het gevolg is dat er in veel gevallen een situatie ontstaat waarin men accepteert dat de Cités concentraties blijven van criminaliteit, armoede, achterstand en werkloosheid. Het verspreiden van de bevolking over de stad is evenmin een optie vanwege de weerstand van de plaatselijke politiek, die niet meer immigranten in haar grotendeels blanke buurten wil accepteren. Is dit dan de erfenis van Le Corbusier, of van het CIAM, de grote voorvechters van de modern- istische stedenbouw, waarvan de Nederlandse stedenbouwer Cornelis van Eesteren voorzitter is geweest?

Een van de fundamentele waarheden van stedelijke ontwikkeling, die echter moeizaam doordringt bij bestuurders en bij ontwerpers, is dat de stad fundamenteel onvoorspelbaar is. Na enkele generaties zal hun bouwwerk per definitie op een totaal andere wijze zijn gebruikt en bewoond, door mensen van wie zij het bestaan niet eens konden vermoeden, binnen een sociale context die zij niet hadden kunnen voorspellen. Maar we kunnen dit ook zien als onderdeel van een positieve ontwikkeling, namelijk de overname van de door de autoriteiten neergelegde fysieke structuur, door de autonome en onvoorspelbare krachten van de verstedelijking. Kunnen wij aanvaarden dat steden niet worden bepaald door de autoriteiten, maar door de manier waarop dingen worden hergebruikt en geïnterpreteerd? Kunnen wij accepteren dat ‘de’ goede stad niet bestaat? Het slopen volgens universele principes is minstens zo gevaarlijk als het bouwen volgens universele principes. Misschien hebben we geen andere keus dan om deze wijken veel beter te gaan leren kennen en ze te vernieuwen met en voor de plaatselijke bewoners, in plaats van de bewoners te vervangen door de wijken te slopen. Of de oerschuld van de problemen in de banlieues nu bij de universele pretenties van de architect ligt of niet, dat een nieuw universeel concept de oplossing niet zal bieden, weten we in elk geval zeker.

Zie voor de volledige publicatie:


Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’


Portret - Wouter Vanstiphout

Door Wouter Vanstiphout

Council member at Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur


Meest recent

GO Zomertour 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Stutterstock)

GO Zomertour 2024 #1: Battersea Power Station in Londen

In Parijs beginnen de spelen, wij lanceren wederom de GO Zomertour: op stap met de experts. De kick-off is van hoofdredacteur Joost Zonneveld, hij bezoekt de transformatie van Battersea Power Station in Londen. Prijskaartje 9 miljard (pond).

Casus

26 juli 2024

Fictieve drijvende stad casus Rijnenburg door PosadMaxwan (bron: PosadMaxwan)

Drijvend bouwen financieel uitvoerbaar? Maatschappelijke meerwaarde is de sleutel

Dat bouwen op het water technisch haalbaar is, is al decennia bekend. Nieuw onderzoek kijkt verder dan de bekende dure drijvende woningen en onderzoekt of zo’n drijvende gebiedsontwikkeling ook financieel haalbaar is.

Onderzoek

25 juli 2024

GO gefietsontwikkeling 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Shutterstock)

Er is veel te ontdekken tussen Den Haag en Rotterdam

We gaan fietsen deze zomer! Met de fietsroutes van de Stichting Kennis GeFietsontwikkeling. De route van SKG-secretaris Milou Bol komt het eerst aan bod, toepasselijk rondom Delft. Haar rode draad: de mix van verduurzaming en grote woningbouwopgaven.

Persoonlijk

24 juli 2024