Lezen in de zon, met uitzicht op Wenen door Artischoq (bron: shutterstock)

De boeken van 2025: historie, grotere schaal, groen en hoop

30 december 2025

10 minuten

Recensie Bij een terugblik op 2025 ontbreken ook dit jaar niet de boekrecensies die zijn gepubliceerd op Gebiedsontwikkeling.nu. Ze vormen een weerslag van de thema’s die momenteel een rol spelen in het vakgebied. Waar het in 2024 nog vooral over de stad ging, was de scope het afgelopen jaar breder – in tijd en ruimte.

In 2024 werden 17 boekrecensies op ons platform gepubliceerd en precies datzelfde aantal – toeval of niet – kunnen we noteren voor 2025. Meer dan de helft van de besprekingen (9 stuks) rolde uit de pen van Jaap Modder, op respectabele afstand gevolgd door Ries van der Wouden en ondergetekende (beide 3). Bijzonder dit jaar is dat twee publicaties waar deze auteurs zelf aan schreven ook werden besproken (en uiteraard niet door henzelf).

Klimaatbestendigheid

Is er een rode draad te bespeuren in de titels die in 2025 de revue passeerden? Dat zou dan de nadruk op de geschiedenis kunnen zijn, nogal wat publicaties kijken terug in de tijd. De exposés gaan over concrete plekken zoals Den Haag en Bergen en Zee maar bijvoorbeeld ook over hoe de relatie tussen stad, dorp en platteland zich heeft ontwikkeld. Zelfs de complete ruimtelijke ordeningsgeschiedenis van Nederland komt, in geactualiseerde vorm, aan bod. Een tweede leidmotief is de nadruk op een klimaatbestendige inrichting van onze omgeving, met een bijzondere focus op hoe steden ingericht kunnen worden om de gevolgen van klimaatverandering beter op te vangen. Al met al klinkt daar toch een zekere hoop voor de toekomst in door, zo op de drempel van het nieuwe jaar.

Terug in de tijd

Ries van der Wouden las het boek De droom van Den Haag van Benjamin Duerr. Over hoe twee internationale vredesconferenties Den Haag (in 1899 en 1907) mondiaal op de kaart zetten. De conferenties resulteerden in directe zin in afspraken over wapenbeperking, regels voor de oorlogsvoering en procedures voor de arbitrage bij conflicten. Daarnaast “legden ze de kiem voor de positie van de stad Den Haag als centrum van de nieuwe internationale rechtsorde. Ze wekten een slaperige stad – bekend uit de boeken van Louis Couperus – tot leven.” Voeg dat bij het internationaal systeem van oorlogsrecht waar de conferenties de basis voor legden en de betekenis ervan kan niet onderschat worden. Zeker niet in de huidige tijden van oorlog en machtsdenken.

Recensent Jaap Modder houdt zelfs tijdens zijn vakanties ogen en oren open voor het vak gebiedsontwikkeling. Verblijvend in Bergen aan Zee tikte hij twee uitgaves op de kop over het ontstaan van dit kustdorp. Hij laat zien hoe private opdrachtgevers aan het begin van de 20ste eeuw een belangrijke stempel drukten op de ruimtelijke inrichting. Hun opdrachtgeverschap vertaalde zich – toen al – in de aandacht voor een goed ontwerp, een solide financiering, het meekoppelen van belangen en het belang van cultuur.

De aandacht voor de relatie tussen stad en platteland is terug van weggeweest (zie bijvoorbeeld ook het artikel van Twan Huijsmans over de vermeende tegenstelling tussen stadsbewoners en plattelanders, die ook in de politiek wordt uitgenut). Ries van der Wouden las de publicatie Hoe we uit het dorp vertrokken. Filosofie tussen stad en platteland van Wouter Mensink, die zijn relaas vorm geeft als een persoonlijke levensreis: “Van het Overijsselse dorp Luttenberg naar de middelbare school in Apeldoorn, vervolgens naar Enschede en Amsterdam, aangevuld met studiereizen naar Boedapest, Praag en het zuiden van de Verenigde Staten.” Mensink ontwikkelde zich van dorpsverlater tot stedeling en analyseert hoe de werelden van stad en platteland zich tot elkaar verhouden – en meer verweven zijn dan gedacht. Om die band verder te verstevigen, stelt Mensink drie onderlinge ‘dialogen’ voor waarin het onder kan gaan over de omgang met gedeelde ontwikkelingen (zoals de klimaatverandering).

Een beschrijving van 167 gebouwen in 13 groeikernen, dat is de oogst van Bouwen aan de geluksmachine. Architectuur in de groeikernen 1972-1998, van de hand van Michelle Provoost (directeur International New Town Institute/INTI). De betekenis van de architectuur in de groeikernen kan op drie manieren worden geduid: als analyse van het toenmalige tijdsgewricht en hoe de maatschappelijke wensen van dat moment neersloegen in gebouwde vorm, als een weergave van de groeikernen anno nu (en hun vermogen om in te spelen op hedendaagse vraagstukken) en in de derde plaats als een verkenning van hun relevantie voor de huidige woonopgave. Die blijkt er wel degelijk te zijn: “Op de nodige thema’s waar de sector van project- en gebiedsontwikkeling nu mee bezig is, kan te rade worden gegaan bij de aanpak in de vorige eeuw. Het gaat dan onder meer om het belang van de goede voorzieningen in buurten en wijken, het bouwen voor en door woongroepen, het werken met houtbouw, de aanleg van groen en blauw en het belang van mobiliteit voor het langzaam verkeer. Kortom: integrale leefkwaliteit voor bewoners.”

Het zal weinigen ontgaan zijn dat de hoofdstad dit jaar 750 jaar bestaat, een mooi moment voor een publicatie die de laatste 50 jaar aan stedelijke ontwikkeling belicht. Maurits de Hoog, tot 2020 stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam, beschrijft vijf grote “bewegingen” in de stad, oftewel maatschappelijke ontwikkelingen waar het ruimtelijk beleid zich toe moest verhouden. Jaap Modder betitelt het boek Stadsontwikkeling Amsterdam 1975-2025 als een absolute must-have voor gebiedsontwikkelaars door de grote rijkdom aan teksten en beelden, ook al is de doorkijk naar de komende 50 jaar aan de magere kant.

In 2021 verscheen Ruimtelijke ordening van Len de Klerk en Ries van der Wouden en die titel is nu in het Engels vertaald, compleet een actualisering naar de tijden van nu (waarin ruimtelijke ordening weer een vorm van rijksregie heeft gekregen). Een beschrijving van de inrichting van de Nederlandse ruimte van de Gouden Eeuw tot heden, in die ambitie zijn de auteurs goed geslaagd: “een gedegen overzicht van de Nederlandse tradities en de resultaten van onze omgang met de schaarse ruimte en de ontwikkeling ervan.” Ook in deze uitgave wordt een voorzichtige poging gedaan om vooruit te kijken, zo signaleert Jaap Modder. Hij vindt ze daarin matig geslaagd maar sluit zich wel aan bij de hoofdboodschap: “planning blijft nodig en het wordt er niet makkelijker op met de politisering van veel vraagstukken en de sterkere profilering van deelbelangen in de samenleving.”

De grotere schaal gebundeld

Een jaaroverzicht binnen een jaaroverzicht, die eer is voorbehouden aan het Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw. Twee edities passeerden de revue, waarbij Jaap Modder zijn toon wijzigde van lichtelijk negatief (bij het Jaarboek over 2023) naar positief en zelfs hoopvol. Hij zou zelf, na het bestuderen van de 18 projecten over het jaar 2024, vooral zijn kaarten op het lokaal bestuur willen zetten: “Het jaarboek laat namelijk ondubbelzinnig zien dat daar met goed opdrachtgeverschap en competente planners en ontwerpers veel moois is te maken.” In de laatste recensie van 2025 komt het Jaarboek aan bod dat de oogst van 2025 in beeld bracht. Centraal thema blijkt het werken aan meer en beter groen en water. Een kritische noot laat Modder horen over de betrokkenheid van ontwerpers bij de aanstaande grote woningbouwopgave. De besproken projecten zijn zonder meer interessant, maar leveren in termen van woningaantallen weinig op: “Het maakt duidelijk dat de ontwerppraktijk van dit moment meer op heeft met de kwaliteit op de kleine schaal dan met het grote gebaar. Of hebben we daar architecten voor nodig?” Dat laatste thema – groter denken en doen – kwam dit jaar overigens ook aan bod op Gebiedsontwikkeling.nu, in een interview met stedenbouwkundige en De Zwarte Hond-partner Jeroen de Willigen.

Een overzicht dit jaar van een net iets andere aard betrof de bundeling van visies van 19 vakgenoten op de relatie tussen stedelijke verdichting en menselijk welzijn, in de publicatie Stedenbouw in de praktijk. Deze is uitgebracht in het kader van een onderzoeksproject van de Hogeschool van Amsterdam. Conclusie in dit geval blijkt dat de aandacht voor de persoonlijke ervaring van gebruikers zeker niet overbodig is, maar dat daar nog weinig over bekend is. En dat geldt zeker voor de wisselwerking met verdichting.

2025 was het jaar waarin het magnum opus van hoogleraar Theo Spek (RUG) verscheen; eveneens een bundeling – maar dan van de landschappen in Nederland. Spek kwam zelf aan het woord en Ries van der Wouden recenseerde het boek. Hij brengt het onder in de categorie van de “alomvattende inventarisaties”: “Het boek straalt in alle opzichten uit het standaardwerk over de geschiedenis van de Nederlandse landschappen te willen zijn.” 18 landschappen worden beschreven, waarbij volgens Van der Wouden vier zaken opvallen: hoe groot de menselijke invloed op het landschap was en is, de vervlechting van stad, landelijk gebied en landschap, de positie van machthebbers en tenslotte de omslag in de waardering van landschappen in de tweede helft van de vorige eeuw. De auteurs duiden deze ontwikkelingen maar spreken daar geen oordeel over uit, volgens Van der Wouden “het gevolg van een duidelijke keuze.”

Groen en water

In de bovengenoemde overzichtsboeken ging het al veelvuldig over het werken aan groenblauwe landschapsstructuren, binnen en buiten de stad. Een viertal publicaties dit jaar zoomde daar nader op in. De eerste recensie van 2025 van Jaap Modder belichtte de publicatie Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling. Van pionieren naar governance, geschreven door Gideon Spanjar, Frank Suurenbroek, Patrick Limpens en Sábá Schramkó. Zij leggen binnen- en buitenlandse projecten langs een ecologische meetlat en komen aan het einde van de publicatie dat deze alleen niet voldoende is – de borging in de tijd, gedurende de beheerfase is minstens zo belangrijk. “Niettemin, voor die meetlat bieden de auteurs gebiedsontwikkelaars een planningsinstrument aan dat nog volop in ontwikkeling is en zeker een blijvende plek verdient in de gereedschapskist.”

Weather in the city werd in 2013 geschreven door Sandra Lenzholzer en verscheen in 2025 in een geactualiseerde versie, want ook het denken over het klimaat in de stad staat niet stil. Volgens Jaap Modder is het een “een indrukwekkend overzicht van mogelijkheden die ontwerpers hebben om de stad een beetje comfortabel te houden.” Met wel een belangrijke bijsluiter en dat is de boodschap om eerst ter plekke een goede analyse te plegen – alvorens een greep in de gereedschapskist te doen.

Veruit de meest spannende titel die we dit jaar konden noteren, is Steden op slik – de publicatie van voormalig TU Delft-hoogleraar Han Meyer die de ondertitel Het inspirerende perspectief van de zelfbouwende delta – Venetië, Rotterdam en New Orleans mee kreeg. De analyse van Meyer laat zien dat steden in delta’s, gelegen op het letterlijke grensvlak van land en slibrijk water, anders moeten omgaan met hun omgeving. In de woorden van Jaap Modder: “Minder baggeren, minder ingrijpen in het natuurlijk systeem.”

Waar het in de deltasteden in binnen- en buitenland draait om het herstel van het ecosysteem, wordt in Parijs ook gezocht naar een nieuw evenwicht. En wel tussen bereikbaarheid en het welzijn van de bewoners. De rijke gids The greening revolution brengt onder redactie van dezelfde Jaap Modder een hele serie groenprojecten in beeld in de Franse hoofdstad, van klein tot groot. Dat gebeurt aan de hand van vijf categorieën: stedelijk bos, stadslandbouw, hotspots, straten/schoolpleinen en de Périphérique. Ze bevorderen aantoonbaar de stedelijke leefkwaliteit.

Er is hoop

Het voorbeeld van Parijs maakt duidelijk dat gebiedsontwikkeling wel degelijk kan bijdragen aan de fysieke en geestelijke gezondheid van mensen. In het Groningse aardbevingsgebied staat die gezondheid al vele jaren ernstig onder druk. Reden voor voormalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade om vijf jaar geleden met het College van Rijksadviseurs de helpende hand te reiken. Kan een grotere aandacht voor ruimtelijke kwaliteit het gebied (en de mensen die daar wonen) vooruit helpen? In vijf jaar tijd zijn hiertoe vele projecten opgezet en instrumenten ontwikkeld, die in deze publicatie worden gebundeld.

Ook voor onze steden is er hoop, die boodschap komt in ieder geval naar voren uit de LinkedIn-bijdragen die regelmatig door Vincent Luyendijk worden gepubliceerd. Zijn visie op gezonde en toekomstbestendige steden is gebundeld in De Fijne Stad: Inspiratieboek voor de gezonde leefomgeving. Go.nu-redacteur Bono Siebelink nam het werk tot zich en concludeert dat het boek weliswaar veel inspirerende voorbeelden noemt, maar te weinig duidelijk maakt over hoe de projecten precies zijn gerealiseerd. Laat onverlet dat stedenbouwers en gebiedsontwikkelaars er direct mee aan de slag kunnen: “Juist door het positieve te benadrukken, kan dit boek bijdragen aan een nieuwe realiteit, gedreven door menselijke waarden, die vervolgens de norm wordt.”

En dan is er ultimo nog de natie als geheel. Floor Milikowski schreef daarover Contouren van een nieuw land. Over pioniers, toekomstbouwers en het Nederland van morgen. Volgens Go.nu-redacteur Mels-Werner Dees gaat het daarin om de bredere vraag hoe Nederland eruit komt te zien als alle grote transities worden doorgevoerd. “In haar betoog laat ze zien dat zulke veranderingen niet alleen technische of ruimtelijke opgaven zijn, maar ook sociale: ze vragen om samenwerking, verbeeldingskracht en een ander idee van vooruitgang.” Daarbij is het essentieel om een evenwicht te vinden tussen initiatieven van onderop en richtinggevende en vertrouwenwekkende kaders van bovenaf.


Cover: ‘Lezen in de zon, met uitzicht op Wenen’ door Artischoq (bron: shutterstock)


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Lezen in de zon, met uitzicht op Wenen door Artischoq (bron: shutterstock)

De boeken van 2025: historie, grotere schaal, groen en hoop

De boekrecensies op Gebiedsontwikkeling.nu vormen een weerslag van de thema’s die momenteel een rol spelen in het vakgebied. Waar het in 2024 nog vooral over de stad ging, was de scope het afgelopen jaar breder – in tijd en ruimte.

Recensie

30 december 2025

GO jaarcover door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Het Gebiedsontwikkeling.nu Jaaroverzicht 2025

Nieuw vertrouwen, een Nota Ruimte, passende spelregels, inspiratie van ver weg en dichtbij en een blik op de toekomst. Er gebeurde dit jaar weer een heleboel in het vakgebied. In het Gebiedsontwikkeling.nu Jaaroverzicht blikken we nog één keer terug.

Nieuws

29 december 2025

Luchtfoto van Amsterdam door Ulad Sipaila (bron: Shutterstock)

RIVM dicht ruimtelijke ‘vuistregels’ voor een gezonde openbare ruimte

Het RIVM wil professionals die nadenken over een gezonde openbare ruimte met de publicatie van een serie vuistregels en handvatten. Dat gebeurt aan de hand van drie thema’s: bewegen, groen en ontmoeten.

Onderzoek

24 december 2025

Uw gastbijdrage op GO.nu: Over gastbijdragen

Uw gastbijdrage op GO.nu

Wij staan open voor bijdragen uit wetenschap en praktijk. Wij moedigen auteurs aan hun kennis en ervaring te delen.

Over gastbijdragen
Uw project toevoegen: Ga naar de GO-Projectenkaart

Uw project toevoegen

Wilt u graag een gebiedsontwikkeling toevoegen aan de GO-projectenkaart? Vul dan via onderstaande link het formulier in.

Ga naar de GO-Projectenkaart
Uw organisatie bij de SKG: Ga naar de SKG-website

Uw organisatie bij de SKG

Uw organisatie aansluiten op het netwerk van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling? Neem dan contact op.

Ga naar de SKG-website
Uw bijeenkomst in de agenda: Neem contact op

Uw bijeenkomst in de agenda

U kunt uw gebiedsontwikkeling-gerelateerde evenement aankondigen via onze agenda door contact op te nemen met de redactie.

Neem contact op