Anouk Reintjens en Auguste van Oppen door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)

De generaties komen weer bij elkaar, in gebouwen en gebieden

16 oktober 2023

6 minuten

Nieuws In andere landen en culturen is het heel gebruikelijk dat jong, gezin en oud dicht bij elkaar in de buurt leven. In Nederland zijn lange tijd niet alleen de functies vakkundig gescheiden maar ook de generaties. Architect Auguste van Oppen en gebiedsontwikkelaar Anouk Reintjens vonden elkaar op de ambitie om maatschappelijk veel meer te mixen. Ze bundelden ervaringen en voorbeeldprojecten in de publicatie ‘Meergeneratiewonen’.

Architect Auguste van Oppen (BETA office tot architecture and the city) en ontwikkelingsmanager Anouk Reintjens (AM) kenden elkaar al langer vanuit het vak. Tijdens een bijeenkomst ontdekten ze hun gedeelde interesse in meergeneratiewonen. Anouk Reintjens: “Ik wist dat Auguste zelf een meergeneratiewoning had ontworpen en gebouwd voor zijn eigen gezin en schoonouders. Ik vroeg me af of er niet ontzettend veel belangstelling was voor zijn idee, mede door de toenemende vergrijzing.” De twee besloten nader onderzoek te doen naar wat er in binnen- en buitenland gebeurt op dit vlak. “We zagen dat de meeste meergeneratiewoningen een nichemarkt bedienen, maar dat je op andere schaalniveaus, dus binnen gebouwen en binnen woonblokken en buurten veel kan faciliteren.”

Ze tonen hun bevindingen nu in het boek Meer Generatie Wonen; een pleidooi voor gemengde woonomgevingen. Reintjens: “Gelukkig gebeurt er al veel op dit vlak, vooral bij de woningcorporaties in ons land. We beweren dus ook niet dat we het wiel hebben uitgevonden.” Auguste van Oppen: “We hopen vooral te laten zien hoe urgent het is en we hopen dat we iedereen meekrijgen in deze mindset.”

Lange Eng Cohousing Albertslund, Denemarken door Jesper Pagh (bron: flickr.com)

Lange Eng in Denemarken, 54 grondgebonden koopwoningen rondom een groene gezamenlijke binnentuin. En een grote keuken waar de bewoners voor elkaar koken.

‘Lange Eng Cohousing Albertslund, Denemarken’ door Jesper Pagh (bron: flickr.com)


Het boek start met een omschrijving van meergeneratiewonen: “Meergeneratiewonen gebeurt wanneer huishoudens van verschillende samenstellingen en leeftijden, bewust samenleven in een woning, gebouw of buurt. De gedachte achter meergeneratiewonen is dat elke fase van het leven eigen behoeftes kent waar een andere generatie juist mee kan helpen. Het actief sturen op het duurzaam samenbrengen van verschillende generaties leidt to meer solidariteit, betere gezondheid én levensgeluk.” Volgens Van Oppen is door de vergrijzing de noodzaak groot om anders samen te leven: “Er zijn meer ouderen en die worden gemiddeld ouder. De zorgkosten lopen uit de hand. We kunnen niet op dezelfde voet door leven zonder na te denken over een andere manier van samenleven.”

Reintjens vult aan: “Er is een groot tekort aan mensen in de zorg en we zien vereenzaming toeslaan. Dat zorgt voor schrijnende situaties waar mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.” Dat betekent niet dat andere generaties die formele zorg voor de ouderen op zich moeten nemen, benadrukt zij: “Maar uit onderzoeken blijkt wel dat ouderen die lekker in hun vel zitten en geestelijk in orde zijn, minder aanspraak maken op zorg. Dat praatje met de buurman maken, misschien eens een boodschap voor de ander doen of samen de hond uit laten, kan al een groot verschil maken voor het welzijn van ouderen. Bovendien kunnen ze ook zelf waardevol zijn voor hun omgeving. Ze kunnen op de kinderen passen, mooie verhalen vertellen, een pakketje voor je aannemen als je aan het werk bent. Iets doen voor elkaar geeft je ook een goed gevoel.”

De gedachte achter meergeneratiewonen is dat elke fase van het leven eigen behoeftes kent waar een andere generatie juist mee kan helpen

Van Oppen: “Het interessante aan meergeneratiewonen is het wederkerige karakter. Ouderen worden niet langer weggezet als louter een kostenpost, maar komen weer midden in de samenleving te staan, iets dat goed lijkt te passen bij deze vrijgevochten generatie.” De BETA-architect vertelt dat deze manier van samenleven ook vroeger in Europa heel gebruikelijk was. “Generaties leefden meer samen. De ouderen pasten op de kinderen als de ouders aan het werk waren op het land. Door de industriële revolutie en de komst van de verzorgingsstaat zijn we die manier van leven kwijt geraakt.

We hoeven echt niet terug naar hoe het toen precies was, ook dat was niet perfect. Laten we op zoek gaan naar een natuurlijke manier om het samenleven met meerdere generaties een plek te geven. Dat betekent niet per se dat we met onze eigen ouders of familieleden in een huis moeten wonen, maar dat woonomgevingen gemixt zijn en je in buurten zowel woningen hebt voor ouderen als voor gezinnen, alleenstaanden en studenten.”

Anouk Reintjens door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)

‘Anouk Reintjens’ door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)


Hoewel het delen van een woning of het delen van faciliteiten zoals een keuken, was- of sportruimte zowel financiële als duurzaamheidsvoordelen heeft, want kosten en energie kunnen gedeeld worden, is een huis met anderen delen niet voor iedereen weggelegd. Van Oppen: “In de jaren zestig kwamen de woongroepen op; die ontstonden vanuit een soms naïeve kijk op het samenleven waarin je letterlijk álles met elkaar deelde. Dat werkte niet voor iedereen. Mensen hebben nu eenmaal ook behoefte aan privacy en willen zich kunnen terugtrekken. Het is belangrijk dat de keuze er is. Maak je woningen waarin meerdere generaties samenleven, zorg er dan voor dat ze zo zijn ontworpen dat ieder ook een eigen leefomgeving heeft.”

Ontmoetingen faciliteren

Volgens Reintjens en Van Oppen ligt er een taak voor lokale overheden, gebiedsontwikkelaars en stedenbouwkundigen om de ontmoetingen tussen generaties in gebouwen en woongebieden beter te faciliteren. Zowel door de manier waarop woningen en appartementen gebouwd worden als door de manier waarop een woonblok of een buurt is ingericht. Het boek, dat gratis te downloaden is, laat inspirerende voorbeelden zien uit binnen- en buitenland van manieren waarop dat kan op alle schaalniveaus.

Reintjens: “Van bredere galerijen voor appartementen waar ruimte is om elkaar te ontmoeten en op een prettige manier te passeren, tot gemeenschappelijke ruimtes binnen en buiten, maar ook gebouwen waar actief gestuurd wordt op de diversiteit van de bewonersgroep. Wanneer er een huurder vertrekt, wordt er actief gezocht naar een huurder in een bepaalde generatie zodat er altijd een goede mix blijft. Bij AM denken we in onze projecten na over sociale inclusiviteit. We hopen dat bewustzijn in Nederland ook bij andere partijen te vergroten.”

Auguste van Oppen door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)

‘Auguste van Oppen’ door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)


Er zal meer samengewerkt moeten worden, zo geeft Anouk Reintjens aan: “Marktpartijen en gemeentes moeten samen die binnenstedelijk regie pakken en niet op postzegelniveau, maar op gebiedsniveau opereren. Met een integrale visie over het binnenstedelijk gebied, waardoor we er voor zorgen dat bepaalde doelgroepen zoals studenten of ouderen niet ergens worden weggestopt. Zo ontstaan er woonomgevingen waarin doelgroepen meer met elkaar in contact komen en daardoor ook iets voor elkaar kunnen betekenen.”

Ze geeft als voorbeeld een project in Utrecht waar het concept meergeneratiewonen uitgangspunt was en er ook huizen met een inpandig appartement gebouwd zijn, zodat mensen onder één dak kunnen samenleven met hun ouders of hun kinderen die 18+ zijn en nog niet het huis uit kunnen of willen. Ook vraagt het creëren van woonomgevingen voor meerdere generaties om commitment legt Reintjens uit: “Door afspraken vast te leggen in de statuten,  koop- en huuraktes, bijvoorbeeld over het voorrang geven van bepaalde generaties of geïnteresseerden bij mutatie zodat er een gezonde mix blijft in een woonblok, borgen we het oorspronkelijke concept.”

Linck, Oss door AM (bron: AM)

Impressie van AM-gebiedsontwikkeling Linck in Oss: 200 appartementen voor jong en oud rondom collectieve ontmoetingsruimtes (ontwerp: KCAP).

‘Linck, Oss’ (bron: AM)


Uit eigen ervaring weten beiden hoe waardevol het is als meerdere generaties naast elkaar wonen. Van Oppen: “We helpen elkaar. Mijn schoonouders passen veel op en doen de boodschappen en over 10, 15 jaar zijn de zorgtaken misschien wel omgedraaid en zijn wij er voor hen. Je helpt elkaar en bent er voor elkaar in ups en downs. Toen de oma van mijn vrouw ziek werd, hebben we haar in huis genomen zodat ze kon herstellen. Toen woonden we tijdelijk zelfs met vier generaties samen.” Reintjens ziet hoe haar ouders genieten van de kinderrijke buurt waar zij in leven. “Mijn ouders hebben een grote tuin waarin de buurtkinderen vaak komen voetballen. Dan komt mijn vader erbij zitten als scheidsrechter en zowel de kinderen als hij zelf hebben dan groot plezier.”

De publicatie 'Meergeneratiewonen' biedt een rijk overzicht van voorbeeldprojecten en cases. Ze worden toegelicht aan de hand van drie kernthema's waar een meergeneratiewoning aan moet voldoen: wederkerigheid, complementariteit en voortduring (in de tijd). Daarbij passeren ook principes als flexibiliteit en financiering en beheer de revue. In de 'Catalogus' worden 27 projecten uit binnen- en buitenland belicht, uiteenlopend van ontwikkelingen in Helsinki tot en met Barcelona.

Meergeneratiewonen door Architectenbureau BETA en gebiedsontwikkelaar AM (bron: AM)

‘Meergeneratiewonen’ door Architectenbureau BETA en gebiedsontwikkelaar AM (bron: AM)


Cover: ‘Anouk Reintjens en Auguste van Oppen’ door Elisa Smook (Smook Photography) (bron: AM)



Meest recent

Jewel Changi vliegveld in Singapore door Em Campos (bron: Shutterstock)

Natuur in de stad als een technologisch vraagstuk

Hoe kan technologie helpen om onze steden op een zinvolle manier groener te maken? Nadina Galle schreef hierover het boek ‘De natuur van onze steden’.

Verslag

7 oktober 2024

Windmolen naast de rivier de Ijssel door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock)

Ruimte voor de Rivier als ruimtelijke gids voor de energietransitie

De energietransitie vraagt naast technische oplossingen vooral ook om ruimtelijke antwoorden. Wat kan je leren van een programma als Ruimte voor de Rivier? Dat probeert TNO Vector te achterhalen in het programma Ruimte voor Energie.

Analyse

7 oktober 2024

Files in Amsterdam tijdens spits door Martin Bergsma (bron: Shutterstock)

Mobiliteitssturing met slimme ‘arrangementen’, die conflicten in de stad voorkomen

De auto en de stad, hoe kan dat huwelijk met goede voorwaarden tot stand komen? Daan van Egeraat en Friso de Zeeuw reiken mobiliteitsarrangementen aan die de boel in goede banen moet leiden.

Opinie

4 oktober 2024