Onderzoek Een van de meest veelbelovende scenario’s voor de energietransitie is de overgang naar duurzame, lokaal opgewekte en gedeelde energie. Landelijk sloegen ruim 700 burger-energiecollectieven deze weg al in. Maar het is een lastig traject, waarbij de wensen en capaciteit van lokale gemeenschappen afgestemd moeten worden op bestaande en nieuwe institutionele prakijken, wetten en regelgeving. Wie legt de verbindingen?
Het onderzoeksproject Transition-Scapes verkende de afgelopen tijd samen met Huis van de Toekomst in Rotterdam hoe ‘urban curators’ een rol kunnen spelen als verbinders, aanjagers en facilitators in een andere manier van denken en samenwerken rond de energietransitie. Het gaat hier namelijk om een technische opgave, maar evenzeer om een complex sociaalmaatschappelijk verandervraagstuk. De Rijksoverheid streeft naar een CO2-neutrale economie in 2050 en stimuleert hiertoe het gebruik van hernieuwbare energiebronnen die onze aarde en leefomgeving niet beschadigen of vervuilen. Volgens dat scenario worden elektriciteit en warmte zoveel mogelijk in de buurt opgewekt, opgeslagen en verspreid. Hiervoor zijn nieuwe, grotendeels lokaal georganiseerde energiesystemen nodig: in bestaande buurten en in nieuwbouwwijken. De gemeentes en marktpartijen zijn hierin leidend, maar er gaan steeds meer stemmen op – onder andere bij het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie en bij netbeheerder Alliander – om het eigenaarschap van deze lokale systemen in energiegemeenschappen onder te brengen.
Bewoners zijn in een dergelijke aanpak samen – eventueel met lokale overheden en ondernemingen – eigenaar van de opgave. Zij steken de koppen bij elkaar om gezamenlijk plannen te maken en beslissingen te nemen die goed zijn voor hun omgeving. Het aantal energiecoöperaties in Nederland nam de afgelopen tien jaar weliswaar sterk toe, maar het vormgeven van een lokaal energiesysteem is nog altijd ingewikkeld. Het probleem is dat ons bestaande energiesysteem en de huidige wet- en regelgeving nog niet zijn ingericht voor deze duurzame opwek op lokaal niveau. Los van de keuzestress over de mogelijkheden (wel of geen warmtenetten, waterstof of waterpomp, geothermie, kernenergie, thuis- of buurtbatterijen), gaat deze transitie vooral over een andere manier van denken en samenwerken tussen overheden, inwoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers, energieleveranciers en netbeheerders. Het lectoraat Civic Interaction Design onderzocht hoe ontwerpkracht en technologie dit transformatieproces kunnen ondersteunen. De conclusie: er is op buurtniveau behoefte aan een urban curator. Deze persoon verbindt instellingen en bewoners met elkaar, om samen onder diens begeleiding verschillende toekomstscenario’s voor de buurt te verkennen. Hiervoor zet de urban curator interactieve tools in, ook wel transition-scapes genoemd – transitielandschappen zo u wilt.
Ontwerpers kunnen verbinden
Het zijn juist architecten, stedenbouwkundigen, ontwerpers en kunstenaars die een belangrijke rol kunnen spelen in het betrekken van al deze partijen bij de energiesystemen van morgen. Ze hebben kennis van de complexiteit van het ontwerpen aan de energietransitie omdat ze op verschillende schaalniveaus met allerhande organisaties samenwerken. Tegelijkertijd faciliteren ze ook bottom-up initiatieven. Hierdoor hebben ze zicht op de ruimtelijke, financiële, technische en sociaal-maatschappelijke belangen en zijn ze in staat om de dialoog tussen partijen te bevorderen. Die uitwisseling is hard nodig omdat perspectieven in de praktijk vaak met elkaar botsen. Zo sluit een institutionele top-down aanpak zelden aan bij het dagelijkse gemeenschapsleven. Ook spreken verschillende afdelingen van een gemeente niet altijd met een mond. Het maakt dat professionals vaak verder moeten gaan dan hun traditionele ontwerprollen: in deze complexe transformatieprocessen opereren ontwerpers als een urban curator. Ze brengen experts, instellingen en bewoners bij elkaar om samen aan de hand van verschillende ontwerp- en gesprekstechnieken de diverse toekomstscenario’s te verkennen.
In een Research-through-Design traject onderzocht het lectoraat Civic Interaction Design de potentiële rol van de urban curator bij het orkestreren van de energietransitie. Hiervoor werkten we samen met Huis van de Toekomst in de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken. Huis van de Toekomst is in 2019 opgericht door de Human Power Plant, Bakkerij De Eenvoud en de Academie voor Beeldvorming. Het is een buurtinitiatief met als doelstelling ‘samenleven op menskracht’. Huis van de Toekomst had behoefte aan een hulpmiddel waarmee het bouwen aan de energiegemeenschap beter kon worden gefaciliteerd. Ook wilde men dat de impact daarvan beter meetbaar en zichtbaar kon worden gemaakt voor zowel de gemeenschap als de betrokken instellingen. In de loop van 2024 zijn meerdere workshops georganiseerd om samen met ontwerpers, probleemeigenaren en experts de onderzoeksvraag scherp te stellen, tot een invalshoek voor een hulpmiddel te komen en uiteindelijk een prototype te testen met verschillende doelgroepen.

Koken met vuur is een van de door menskracht aangedreven activiteiten in de gemeenschappelijke tuin van het J.J.P. Oudblok, waar Huis van de Toekomst is gevestigd.
‘Huis van de Toekomst’ door Frank Hanswijk (bron: Huis van de Toekomst)
Belangrijke vragen in dit proces waren: wie is eigenaar van het verandervraagstuk en modereert diegene dan ook het gesprek? Hoe kan een interactieve tool – ofwel het transition-scape – worden ingezet in een langdurig veranderproces? Hoe kan technologie de verbeeldingskracht en het gesprek ondersteunen? Welke randvoorwaarden zijn belangrijk bij de ontwikkeling en uiteindelijke vormgeving van een transition-scape?
Een weerbarstige praktijk
Tijdens het onderzoek leerden we lessen die in de gebiedsontwikkeling al langer bekend zijn, maar die door een weerbarstige praktijk maar moeilijk te veranderen zijn:
- Een gedeelde toekomstvisie is cruciaal om onzekerheid te overwinnen. Stedelijke ontwikkelingen missen vaak een gedeelde visie en toekomstbeeld. Hierdoor is het voor veel instellingen en bewoners moeilijk om zich te verhouden tot langetermijndoelen.
- Gemeenschappen floreren dankzij verbindingen en zoeken erkenning. Huis van de Toekomst laat zien hoe burgerinitiatieven expertise delen en collectieve veerkracht opbouwen. Deze initiatieven willen hun behoeften, successen en mislukkingen openlijk kunnen communiceren met instellingen om te groeien. Zij streven naar erkenning door instellingen.
- Institutionele betrokkenheid is beperkt, voorwaardelijk en vereist bemiddeling. Gemeenschappen hebben institutionele steun en dialoog nodig om initiatieven te kunnen starten en deze in stand te houden. Instellingen zijn vaak terughoudend om zich er betekenisvol mee te verbinden. Vaak zijn ze moeilijk bereikbaar of luisteren alleen via de gevestigde ambtelijke kanalen. Hun verkokerde en risicomijdende karakter botst met een open proces. Beleidsmakers hebben behoefte aan instrumenten om processen uit de gemeenschap beter te kunnen ondersteunen. Hierdoor kunnen ze beter begrijpen wat er buiten hun gezichtsveld in de dagelijkse praktijk gebeurt. Ook krijgen ze inzicht in wat er nodig is om deze bijdragen op de langere termijn te ondersteunen.
De tool helpt leden van de gemeenschap bij het nemen van beslissingen over beschikbare middelen en het starten van nieuwe initiatieven
Stedelijke ontwikkelingen missen dus vaak een gedeelde visie voor de toekomst. Hierdoor is het voor veel instellingen en bewoners moeilijk om zich een beeld te vormen van wat op termijn komen gaat. Transition-scapes zijn interactieve tools die urban curators helpen om de verschillende toekomstscenario’s rondom de energietransitie beter in beeld te brengen en de implicaties daarvan op buurtniveau begrijpelijk en bespreekbaar te maken. Idealiter stimuleert een tool – bijvoorbeeld in de vorm van een interactieve maquette, applicatie of zintuigelijke ervaring – bewoners en instellingen om geïnformeerde discussies te voeren, ervaringen te delen, partnerschappen op te bouwen en samen het eigenaarschap te verkennen. Hierdoor wordt de kans op een eerlijk, inclusief en hopelijk ook succesvol transformatieproces vergroot.
Uur, huur, buur en vuur
Studio Bertels ontwierp voor Huis van de Toekomst een digitaal simulatiemodel met een alternatief waardesysteem als basis om het ‘ecosysteem’ van de verschillende buurtinitiatieven in beeld te brengen. Het model brengt naast harde waarden zoals uren (‘uur’) en geld (‘huur’) ook zachte waarden zoals gemeenschapszin (‘buur’) en persoonlijke groei (‘vuur’) in beeld. Deze middelen fungeren als input en output voor individuele initiatieven. Elk initiatief heeft een mix van input nodig die geld, tijd, vaardigheden en gemeenschapsbelang combineert en deze middelen teruggeeft aan de gemeenschap en individuen. Het digitale simulatiemodel werkt niet standalone, maar faciliteert nadrukkelijk een dialoog over en met de gemeenschap. Deze gesprekken staan onder leiding van de urban curator, in dit geval het Huis van de Toekomst. De tool helpt leden van de gemeenschap bij het nemen van beslissingen over beschikbare middelen en het starten van nieuwe initiatieven. Voor externe partijen zoals beleidsmakers, woningcorporaties en energieleveranciers maakt de tool het netwerk en de waarde van de gemeenschapsinspanningen inzichtelijk; het doorbreekt de weerbarstige praktijk die we hierboven beschreven. Het instrument helpt ze begrijpen wat er buiten hun gezichtsveld in de dagelijkse praktijk gebeurt en wat er nodig is om deze bijdragen op de langere termijn te ondersteunen. Het maakt bovendien duidelijk wat de meerwaarde is van Huis van de Toekomst als bemiddelaar.

Schermafbeeldingen van de interactieve tool voor Huis van de Toekomst met (van boven naar beneden): hoe we beginnen, waar we nu staan en waar we naartoe willen.
‘De interactieve tool’ door Studio Bertels (bron: Huis van de Toekomst)
Het vertrekpunt bij deze manier van werken is dat grote veranderingen in zowel de systeemwereld als op lokaal niveau noodzakelijk zijn om een sociaal-inclusieve energie-economie te realiseren. De bemiddelaar zet vervolgens met behulp van een transition-scape verschillende strategieën in: samen leren, een gezamenlijke agenda bepalen, bouwen aan coalities, eigenaarschap stimuleren, faciliteren van reflectie en debat, het testen van toekomstscenario's.

Het prototype van het digitale simulatiemodel werd getest bij Huis van de Toekomst tijdens de After Summer School 2024, georganiseerd door het Nieuwe Instituut.
‘Huis van de Toekomst Prototype Testing’ door Cristina Ampatzidou (bron: Huis van de Toekomst)
De transition-scape dient daarmee drie hoofddoelen in een langdurig transformatieproces. Ten eerste het opbouwen van gemeenschappen. De tool helpt gemeenschappen onderling verbinding te maken, zich te organiseren, behoeften te verwoorden, invloed te consolideren en het gevoel van verbondenheid te versterken. Daarnaast helpt het bij het betrekken van instellingen. De tool maakt communicatie en uitwisseling van verschillende perspectieven tussen instellingen en gemeenschappen mogelijk. In derde plaats draagt het bij aan het creëren van legitimiteit. De tool helpt urban curators te reflecteren op hun rol, hun organisaties in de loop der tijd te verbeteren en erkenning te krijgen voor hun inspanningen.

Het transition-scape simulatiemodel vervat in een diagram. Met de urban curators in de centrale begeleidende rol.
‘Het transition-scape simulatiemodel’ (bron: Studio Bertels)
In verschillende publicaties over maatschappelijke transities wordt al meerdere jaren gepleit voor systemische veranderingen, meer sociale rechtvaardigheid en verbeeldingskracht om alternatieve toekomstscenario’s voor wijken en haar bewoners zichtbaar te maken. Hierbij ligt de nadruk op het verbreden van de agenda, het omarmen van de lange termijn, het belang van tussenpersonen in het overbruggen van groepen en hun leefwerelden, het benutten van de kennis van buurtbewoners, maar ook mediërende plekken en objecten om gezamenlijk naar een gedeelde toekomst toe te kunnen werken. Hiervoor is ook een betere interactie tussen bestuurders en burgers cruciaal.
In het licht van een weerbarstige praktijk kan het stimuleren van inclusieve en rechtvaardige lokale energiesystemen nog een flinke boost gebruiken. Pallas Agterberg (Change Officer bij Alliander) stelt dat er in de bestaande wijken zeker 10.000 projecten nodig zijn om de energietransitie op lokaal niveau in goede banen te leiden. Laat het model van Transition-Scapes daarvoor een nieuwe mindset vormen.
Lees verder
Meer informatie over het prototype en de ontwerpvraagstukken die relevant zijn voor het ontwikkelen van een transition-scape zijn hier te vinden: www.transitionscapes.nl.
De afrondende publicatie is hier te vinden.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Het team achter Huis van de Toekomst bestaat uit kunstenaars, professionals en buurtbewoners’ door Havensteder (bron: Huis van de Toekomst)