2015.10.19_De wijk: een obsessie voor professionals?_C

De wijk: een obsessie voor professionals?

19 oktober 2015

7 minuten

Verslag Hoe houd je een wijk economisch en sociaal op niveau, en daarmee leefbaar? Stel je daarvoor de bewoners centraal of werkt een integrale aanpak – op stadsniveau – beter? Over deze vraag buigen woningcorporaties, politici, architecten en stedelijk ontwikkelaars zich dagelijks. Donderdag 8 oktober deden ze dat gezamenlijk, tijdens het Stadsdebat in congrescentrum Arminius. Ruim 150 professionals gingen met elkaar in gesprek over de stelling ‘De wijk: een obsessie voor professionals?’

Woonstad Rotterdam organiseert traditiegetrouw het Stadsdebat Rotterdam. Het doel: professionals uit ons werkveld inspireren en verrassen over actuele thema’s. Voor de laatste editie van het Stadsdebat nodigden we de volgende sprekers uit: Hoogleraar Stedelijke Vernieuwing en Wonen Maarten van Ham (TU Delft), econoom en directeur Atlas voor Gemeenten Gerard Marlet, Hoogleraar Design, Culture & Society Timo de Rijk (TU Delft/Universiteit Leiden) en publiciste Petra Stienen (auteur Terug naar de Donderberg). Programmadirecteur Master City Developer Geurt van Randeraat was de gesprekleider.

Hier leest u een uitgebreid verslag, voor een foto-impressie scrolt u naar beneden. Ook is er veel getwitterd over het debat onder de hashtag #stadsdebatrotterdam. Klik hier voor een overzicht.

Bestuursvoorzitter Maria Molenaar opent de middag en stelt: ‘Een stad is geen homogene plaats, maar een verzameling van wijken. In wijken als Bloemhof, Kralingen en Wielewaal wordt op verschillende manieren gewoond en geleefd. Bewoners zijn bovendien trots op hun wijk. Die verscheidenheid maakt een stad interessant en leefbaar.’ Molenaar geeft aan dat Woonstad Rotterdam zichzelf als een ‘wijkgerichte organisatie’ ziet. ‘Wij staan met onze voeten midden in de wijken. We maken wijkvisies en formuleren van daaruit uitvoeringsprogramma’s om wijken te verbeteren.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 1

Bestuursvoorzitter Maria Molenaar van Woonstad Rotterdam opent het stadsdebat in congrescentrum Arminius.

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 1’


Hoe erg is segregatie?

Maarten van Ham, de eerste spreker van de dag, ziet liever dat de inkomensongelijkheid van wijkbewoners wordt aangepakt, dan de wijk zelf. Van Ham deed 10 jaar onderzoek naar inkomensontwikkeling in 13 Europese steden, waaronder Londen, Amsterdam, Riga, Madrid, Stockholm en Wenen. Hij stelde in zijn onderzoek vast dat de kloof tussen arm en rijk in deze 13 steden is gegroeid tussen 2001 en 2013. Dit zorgt volgens Van Ham voor steeds meer segregatie – het ruimtelijk groeperen van bevolkingsgroepen met gemeenschappelijke kenmerken in bepaalde delen (wijken, buurten) van steden.

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 2

Maarten van Ham

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 2’


Maar is segregatie erg, vraagt hij zich vervolgens af?

Ja, zullen mensen zeggen die geloven in zogeheten buurteffecten van ‘arme’ of ‘slechte’ wijken. Buurteffecten zouden een negatieve invloed hebben op onder meer inkomensontwikkeling, banenkansen, gezondheid en sociale mobiliteit. Van Ham: ‘Er is een sterk geloof in buurteffecten, maar daar is heel weinig empirisch bewijs voor. Ook omdat dit moeilijk meetbaar is.’

Verbeter inkomens

De hoogleraar pleit daarom voor het verbeteren van de inkomenspositie van mensen die in achterstandswijken wonen. Alleen fysiek ingrijpen – nieuwe woningen bouwen en buitenruimtes opknappen – is volgens hem onvoldoende. ‘Iemands inkomen bepaalt waar hij of zij woont. Concentraties van armoede zijn een gevolg van armoede, niet de oorzaak!’

Van Ham houdt de zaal ook nog een ander thema voor: ‘Vraag je bij wijkontwikkeling van te voren goed af wat het doel is: de wijk verbeteren of de sociaal economische positie van de bewoners? Dat zijn namelijk twee geheel verschillende doelstellingen. Als dit aan de voorkant niet helder is, heeft het grote invloed op de uitkomst.’

Reflectie uit de zaal

Aan het geroezemoes in de zaal is te merken dat het verhaal van Van Ham indruk maakt. Mensen gaan met elkaar in gesprek en reageren vanuit het publiek. Willem Sulsters, directeur WSA Stedelijke Ontwikkeling, plaatst een kanttekening vanuit de zaal. ‘Armoede heeft niet alleen met geld te maken, maar ook met het ontbreken van een goed sociaal netwerk en een positieve omgeving.’

Na het debat schaart SP-raadslid Querien Velter (portefeuille Huisvesting) zich achter het verhaal van Van Ham. ‘Ik ben ook voor het verbeteren van de economische positie van mensen, in plaats van een wijk alleen fysiek aan te pakken. Het is prettig om dat standpunt wetenschappelijk onderbouwd te zien.’ Velter is op het debat afgekomen omdat ze benieuwd is hoe de zaal ‘reflecteert op die boodschap’. ‘Het is goed om te zien dat er discussie ontstaat. Als er maar iets van dit verhaal blijft hangen wanneer er plannen en beleid voor wijkontwikkeling wordt gemaakt, dan ben ik al blij.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 3

Querien Velter, raadslid voor de SP in Rotterdam

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 3’


Theo Kemperman, directeur van de Rotterdamse bibliotheek, zegt zich na de presentatie ‘ook te kunnen vinden in het verhaal van Van Ham’. ‘Het sluit aan bij het beeld dat wij als bibliotheek van de stad hebben: namelijk dat je moet investeren in mensen, bijvoorbeeld met sociale programma’s zoals wij die aanbieden op het gebied van taalvaardigheid en mediawijsheid.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 4

Theo Kemperman, directeur van de Bibliotheek Rotterdam.

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 4’


Van productiestad naar consumptiestad

De tweede spreker van de middag, econoom en onderzoeker Gerard Marlet, spreekt van ‘een triomf van de stad’. Het aantal inwoners tussen de 15 en 64 jaar groeit volgens hem jaarlijks in monumentale steden als Utrecht, Amsterdam en Haarlem. Als belangrijkste reden hiervoor noemt hij de verschuiving van functies van een stad. ‘De stad is van een productiestad veranderd in een consumptiestad. Waar mensen eerst naar de stad verhuisden om er te gaan werken, doen ze dat nu omdat ze er voorzieningen als cultuur, horeca en ontspanning vinden.’ Rotterdam is volgens hem lange tijd geen aantrekkelijke consumptiestad geweest. ‘Daar had de stad last van, maar sinds enkele jaren stijgt Rotterdam weer op de ranglijst van aantrekkelijke steden.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 5

Gerard Marlet

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 5’


Hoe kun je het tij keren als het niet goed gaat met een stad? Moet je de stad daarvoor als geheel aanpakken, of juist op wijkniveau? Marlet: ‘Wanneer er geïnvesteerd wordt in een stad als geheel, dan profiteren alle wijken daarvan. Mijn onderzoek laat een duidelijke correlatie zien tussen een aantrekkelijke binnenstad en de groei van het aantal inwoners in een stad.’

Evengoed kan investeren op wijkniveau ook succesvol zijn. Marlet noemt Spangen als voorbeeld en toont een grafiek die laat zien dat de veiligheid er de afgelopen jaren flink is verbeterd. ‘De aanpak van Spangen is vooral succesvol dankzij de combinatie van investeren in stenen en sociale voorzieningen’, sluit Marlet zijn presentatie af.

Leren van nostalgie

‘De wijk’ is de taal van planners, begint Timo de Rijk, hoogleraar Design, Culture & Society. Bewoners hebben het over ‘hun buurt’. Volgens De Rijk kunnen hedendaagse architecten veel leren van ontwerpers. Architecten zouden wat minder ‘functioneel’ naar hun ontwerpen moeten kijken. ‘Als architect maak je niet alleen iets voor morgen, maar voor de komende 20 tot 30 jaar. Heb wat meer oog voor de sociale context waarin je bouwt – denk na over het gebruik van een woning of gebouw, en het gedrag dat daar mee samenhangt. Denk, kortom, aan het culturele jasje waarin jouw ontwerp zit.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 6

Timo de Rijk

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 6’


In reactie op de bewering van Gerard Marlet dat Rotterdam geen monumentale stad is, en dus ook geen nostalgische gevoelens oproept, zegt De Rijk: ‘Rotterdam barst van de nostalgie. Neem nou de SS Rotterdam, een nostalgisch project bij uitstek. Of het Spartastadion en de Kuip. Stadsiconen als Gerard Cox of Lee Towers zwelgen in nostalgische gevoelens. Opmerkelijk is trouwens wel dat zij al heel lang niet meer in Rotterdam wonen.’

De Rijk doet ook een beroep op wijkvernieuwers en stedelijk planners: ga niet te lichtzinnig om met de nostalgische delen van de stad. Nieuwbouw is niet altijd dé oplossing, zegt hij tussen de regels door. ‘We moeten leren van de succesvolle voorbeelden, plekken waar we gemeenschapszin ervaren van de kennis die in nostalgie is gestopt.’ Corporaties en gemeentes zouden zich bovendien niet moeten blindstaren op de (her)ontwikkeling van een binnenstad. ‘Zoek juist de rafelranden van de stad op, waar mensen zelf nieuwe gemeenschappelijke plekken creëren. Geef daar een vervolg aan het succes van het centrum.’

De schat ligt naast de voordeur

Na de presentatie van De Rijk is het de beurt aan publiciste Petra Stienen. De schrijfster van ‘Terug naar de Donderberg’ vertelt in haar boek verhalen van de Roermondse wijk waar ze ooit zelf opgroeide en waar nu ‘tachtig verschillende nationaliteiten op enkele vierkante kilometers samenhokken’. Ook zij vindt dat je moet investeren in mensen wanneer het niet goed gaat met een wijk. Daarmee lijkt ze de rode draad van de middag te volgen. ‘Kijk eens wat vaker achter de voordeur en investeer in mensen, vanuit hun individuele kracht. De schat ligt vaak achter de voordeur’, drukt ze de zaal op het hart. ‘Ik ben succesvol omdat in mijn jeugd mijn talenten gezien werden, dat gun ik iedereen.’

De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 7

Petra Stienen

‘De wijk: een obsessie voor professionals? - Afbeelding 7’


Wensdenken

Ze breekt ook een lans voor ‘wensdenken’. Succes of geluk is niet altijd in cijfers of feiten uit te drukken, is wat ze daarmee zegt. Soms mogen we ook een beetje dromen met elkaar. Stienen was bijvoorbeeld betrokken bij een geslaagd multicultureel evenement in haar oude wijk. Toen een gemeentemedewerker tijdens de evaluatie opmerkte dat er in het evenement ‘volgend jaar meer Limburgse elementen in moeten zitten, omdat het nu met Limburg weinig te maken had’, maakte Stienen zich kwaad. ‘Dat vind ik pas wensdenken, dat iedereen in een bepaald kader zou moeten passen.’

Met haar relaas geeft ze de zaal het gevoel dat het kader waarover ze spreekt staat voor “de wijk”, en het wensdenken voor “obsessie”.

Dat geeft te denken.


Cover: ‘2015.10.19_De wijk: een obsessie voor professionals?_C’



Meest recent

Fietsende dame, Leiden door Dutch_Photos (bron: shutterstock)

“Laten we de stad weer aantrekkelijk maken voor gezinnen”

Hoe zorgen we ervoor dat steden aantrekkelijk blijven om kinderen te laten opgroeien? “Gezinnen die in de stad willen wonen, hebben op dit moment geen betaalbaar alternatief.”

Verslag

26 april 2024

Jonge zakenmensen overleggen in creatief kantoor door G-Stock Studio (bron: shutterstock)

Een opvallende acceleratie, de creatieve industrie doet het goed in de regio

De creatieve industrie associëren we meestal met de grote steden, maar daar neemt de banengroei de laatste jaren af. Daarentegen doen de middelgrote steden het een stuk beter. Wat zit er achter deze autonome regionale spreiding?

Analyse

26 april 2024

GO weekoverzicht 25 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de complete buurt

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de complete stadsbuurt centraal stond. Van de transformatie van het Utrechtse Wisselspoor via het naoorlogse stadsdeel Breda Noord naar de verdichting in het Haagse Bezuidenhout.

Weekoverzicht

25 april 2024