Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 2

Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden

28 november 2014

6 minuten

Verslag ‘Managing the empty city’, zo is de huidige fase van stadsplanning van Detroit te kenschetsen. Er worden niet langer plannen gemaakt; er wordt strategisch nagedacht hoe en waar ontwikkelingen moeten plaatsvinden, en welke gebieden ‘teruggegeven worden’ aan de natuur. Detroit staat inmiddels wereldwijd bekend als stadslaboratorium voor tijdelijk ruimtegebruik, stadslandbouw en allerlei (andere) bewonersinitiatieven. Toen vanaf 1990 ‘neighborhood solutions’ zich ontpopten, ontstond een ongeorganiseerde lappendeken aan projecten. Deze zijn nu ingekaderd in een raamwerk, waar het lange tijd aan ontbrak. De initiatieven en bottom-up-projecten doen spreken van ‘Detroits renaissance’ en op sommige plekken is zelfs sprake van gentrificatie.

Maar de (her-)ontwikkelingen vinden op te kleine schaal plaats om voor Detroit van structurele betekenis te kunnen zijn. Natuurlijk helpen ze mee aan de leefbaarheid (op korte termijn), maar het is de basisconditie van de stad die in orde moet zijn. Bovendien zijn het de ‘haves’ die betrokken zijn bij deze projecten: zij initiëren én profiteren. Detroit biedt kansen aan diegenen die die kúnnen grijpen, maar de armoede van anderen bevindt zich – soms letterlijk – naast de deur.

Regionale samenwerking vormt de sleutel. Dat was de conclusie van een avond gewijd aan ‘The Motor City’ op 23 oktober 2014 in Pakhuis De Zwijger. Uit de ontwikkeling van Detroit zijn lessen te leren die voor Nederland relevant zijn, is de stellige overtuiging van dr. Brian Doucet (Universiteit Utrecht), die de avond organiseerde. Gastspreker was dr. Robin Boyle, professor Urban Planning aan Wayne State University. Lokale input werd met een live-verbinding ingebracht door twee visionairs uit Detroit, en reflectie werd geleverd door een panel.

“Everything you know about American cities crumbles in front of your eyes when you enter the city.” Dr. Brian Doucet, universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in ontwikkeling van steden, veranderingsprocessen op buurtniveau en krimpende steden (o.a. Detroit), opende met deze woorden over Detroit de avond. Doel was een nadere kennismaking met deze stad en haar stedelijke ontwikkeling – haar hoogtijdagen, het verval en haar voorzichtige opleving.

Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 1

‘Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 1’


Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 2

Detroits tweeledigheid: de revival vindt op kleine schaal plaats: deze twee panden staan namelijk op slechts 100 meter afstand van elkaar. Foto’s: Brian Doucet.

‘Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 2’


De problematiek van Detroit wordt weerspiegeld in de statistieken, bijvoorbeeld:
- Detroit was begin 20e eeuw de snelst groeiende stad ter wereld. Nu is zij één van de snelst krimpende steden van de Verenigde Staten.
- In de periode 1950-2005 verloor de stad 55% van haar banen, 52% van haar inwoners en 29% van de huizen;
- Tussen 2000 en 2010 verlieten gemiddeld 1000 mensen per maand de stad;
- Toen de stad juli 2013 haar faillissement aanvroeg had zij een begrotingstekort van circa 290 miljoen euro en een schuldenlast van zo’n 13 miljard euro (bron);
- Momenteel is bijna 15% van de beroepsbevolking er werkloos (bron);
- Van de Detroiters mét een baan, werkt maar liefst 60% buiten de stad. Terwijl 70% van de banen ín de stad wordt ingevuld door mensen buiten Detroit. Uit deze cijfers blijkt een enorme mismatch op de banenmarkt.

Dit brengt ons bij wat volgens Boyle, als hoogleraar gespecialiseerd in grootstedelijke overheidsplanning met focus op lokale economische ontwikkeling, de kern van Detroits problematiek is: de eenzijdigheid van de economische markt waarvan zij afhankelijk was. Toen de auto-industrie grotendeels wegtrok uit de stad, gingen veel banen verloren. Deze afname van werkgelegenheid is de meest directe aanleiding voor de problematiek. Echter, daarachter schuilt een complex geheel van oorzaken die elkaar beïnvloeden. Gevolg is dat de stad waar de Amerikaanse middenklasse is ontstaan en waar voor velen de American Dream waarheid werd, vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw veel inwoners geen aantrekkelijke leefomstandigheden meer bood.
Doucet noemt als tweede belangrijke oorzaak hiervan de raciale spanningen tussen de blanke en de zwarte bevolking. Via Skype brengt freelance schrijver Drew Philp in dat de ras- en klassenverschillen in Detroit problematisch en fundamenteel van aard waren, én nog steeds zijn.

Deze sociaaleconomische en de sociaalmaatschappelijke omstandigheden leidden ertoe dat veel Detroiters die daar de mogelijkheden toe hadden, de stad uitvluchtten. De meesten trokken niet ver weg, maar vestigden zich in de omliggende suburbs. De opkomst van de auto en de infrastructuur van Detroit die (in-)gericht was op het autoverkeer vergemakkelijkten dit. De suburbs hadden een aantrekkelijk leefmilieu te bieden: mooie vrijstaande huizen met meer ruimte. En bovendien: een beter aanbod van voorzieningen dan Detroit. Publieke voorzieningen worden in de Verenigde Staten voor een groot deel gefinancierd uit de gemeentelijke belastingopbrengsten – waarvan Detroit tussen 1950 en 2005 maar liefst 60% verloor. En redistributie van rijke naar arme gebieden vindt in de VS (bijna) niet plaats. Zowel voor de industrie als economie geldt dat de overheid zich niet bezighoudt met top-down-planning. Bovendien gelden er, vergeleken met Nederland, veel minder regels. Onder het credo ‘business is business’ legt de overheid het publieke lot in handen van de vrije markt. Een stijgend inwonertal betekent voor een gemeente extra inkomsten en daardoor idealiter betere voorzieningen, aantrekkelijkere leefomstandigheden, etc. Dit betaalt zich uit voor de suburbs. Met het omgekeerde heeft Detroit al sinds begin jaren 60 te maken. Omdat de stad fysiek niet substantieel is gekrompen, moet het voorzieningenniveau grotendeels gehandhaafd worden. Dit kost natuurlijk ongelooflijk en onevenredig veel (publiek) geld – wat er niet is. Zo wordt het verschil tussen de marginale leefomstandigheden in Detroit en de aantrekkelijke suburbs steeds groter. Hiermee worden Detroits problemen ook steeds groter. Inmiddels heeft Detroit nog maar circa 700.000 inwoners, terwijl dat er in 1950 nog bijna 1.850.000 waren (bron: US Census).

Nog steeds groeien volgens Doucet de meeste omliggende suburbs ten koste van Detroit. De crux zit in het gebrek aan (regionale) coördinatie. Oók de ontwikkeling van steden kent in de VS namelijk geen strikte hiërarchische sturing. Doucet wijst er op dat stedelijke autonomie tot concurrentie in plaats van samenwerking leidt. Wat catastrofaal kan uitpakken voor de ‘verliezers’, zoals Detroit laat zien. Op groter schaalniveau voorkomt het bijbouwen van woningen waardestijging van onroerend goed. Hiermee zou deze casus ook een politieke en niet een louter economische kwestie moeten zijn – zo betoogt Doucet.

Om de aantrekkelijkheid van de stad als geheel te vergroten voor de lange termijn zijn op zichzelf staande projecten en stedelijke ingrepen niet voldoende. We moeten niet vertrouwen op de hype rondom tijdelijk ruimtegebruik, doe-het-zelf-projecten en creatieve initiatieven als we hopen op structurele stedelijke vitaliteit. Coördinatie op een hoger schaalniveau is hiervoor een vereiste. Daarom dienen we de door de rijksoverheid ingezette decentralisatie van ruimtelijke ordening en de concurrentie tussen Nederlandse steden met argusogen te bekijken. Zonder hiermee angst te willen zaaien, stelt Doucet dat het naïef is te veronderstellen dat wat in Detroit gebeurde, niet óók in Europa zou kunnen gebeuren.

Organisator en eerste spreker van deze avond was dr. Brian Doucet.

Gastspreker was prof. dr. Robin Boyle.

Een skype-verbinding gaf het woord aan Drew Philp (freelance schrijver) en Dan Kinkead (projectdirecteur Detroit Future City).

Panelleden waren Friso Wiersum (Expodium), dr. Matthieu Permentier (Universiteit Utrecht) en masterstudenten Daphne Koenders, Edske Smit, Adriaan Nering Bögel en Robin van Lieshout (Urban Geography, Universiteit Utrecht). Allen verbleven vanwege studie of werk recentelijk enige tijd in Detroit.

Tenzij anders vermeld, zijn statistische gegevens ontleend aan de lezing van Brian Doucet. Zie de website van Brian Doucet voor meer informatie en literatuur over o.a. Detroit.


Cover: ‘Detroit als spiegel; hipsters zullen de stad niet redden - Afbeelding 2’


Portret - Marleen van Dongen

Door Marleen van Dongen

Trainee Gebiedsontwikkeling bij Bouwfonds Property Development


Meest recent

Gonny Doornbos (midden) neemt de SKG Publieksprijs 2024 in ontvangst door Sander van Wettum (bron: SKG)

World Food Center wint de SKG Publieksprijs 2024

Met ruim een derde van de 1300 uitgebrachte stemmen is World Food Center de winnaar van de SKG Publieksprijs 2024. Dit werd vandaag tijdens het SKG Jaarcongres in Amersfoort bekendgemaakt.

Uitgelicht
SKG Nieuws

28 maart 2024

Weekoverzicht - Dit was de week van leren door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van leren

Deze week ging het op Gebiedsontwikkeling.nu over leren. Leren van de complexe gebiedsontwikkeling Feyenoord City, van dertig jaar flexibel ontwikkelen in Terneuzen en van grondbeleid in het buitenland.

Weekoverzicht

28 maart 2024

Irishof door AM Gebiedsontwikkeling (bron: AM Gebiedsontwikkeling)

Ontwikkelen voor ouderen met een zwaardere zorgvraag, zo doet AM dat

Een gebiedsontwikkelaar die een verzorgingshuis-nieuwe-stijl in de markt zet, voor ouderen die meer zorg nodig hebben. AM geeft vorm aan het concept ‘Let’s Live’, ontwikkelaar Anneke Speelman licht toe.

Interview

28 maart 2024