Nieuws Met gebiedsontwikkeling is de afgelopen twee decennia een behoorlijke vooruitgang geboekt. Dat geldt voor zowel binnenstedelijke (centrum)-projecten en omvangrijke uitbreidingsplannen als voor regionale opgaven waarin groene en blauwe functies verweven worden met meer rode functies. In de omgang met de complexe ruimtelijke opgaven is de werkwijze van gebiedsontwikkeling nauwelijks meer weg te denken. Gebiedsontwikkeling is per definitie gecompliceerd en zal dat ook blijven. Maar het is wel noodzakelijk onderscheid te maken tussen enerzijds complexiteit die inherent is aan de inhoud en het proces van gebiedsontwikkeling en anderzijds ingewikkeldheid die wij onszelf als het ware onnodig aandoen.
Tussen milieu en gebiedsontwikkeling
Wanneer kleine of grote projecten het nieuws halen dan is dat vaak slecht nieuws: financiële tegenvallers, vertraging en oplopende frustraties. Dit slechte nieuws is veelal primair de resultante van de ingewikkeldheid die we onszelf aandoen. Betrokkenen wijzen daarbij in de eerste plaats naar de grote stortbak van Europese en nationale wet- en regelgeving die over plannend en bouwend Nederland is uitgestort. De politiek zocht oplossingen in het schrappen van wet- en regelgeving, bestuurlijke lussen, meer coördinatie en gebundelde vergunningen. Maar alle deregulering ten spijt, vervallen processen van gebiedsontwikkeling veelal tot juridisch figuurzagen en procesmatige haarkloverij om toch maar de eindstreep te halen. De vraag is hoe we de energie en tijd, die daarmee gemoeid is, kunnen inzetten op de ontwikkeling en realisering van plannen met een hoge ruimtelijke kwaliteit én milieukwaliteit en waarbij de verhouding tussen inspanningen en resultaten in balans is.
Cover: ‘Groene hart, huidig mono-functioneel intensief landschap’ door Buro Sant en Co landschapsarchitectuur (bron: Sant en Co)