Persoonlijk Volgens Kim Putters, de nieuwe directeur van het Centraal Cultureel Planbureau, is het kabinet bezig met een versnelde ontmanteling van de verzorgingsstaat. En dat vereist draagvlak.
‘Hier is je participatie.’ Twee weken geleden zou deze tekst zijn afgedaan als een onbegrijpelijke boodschap van een verward persoon. Nu verwees de onlangs met rode verf aangebrachte tekst op de voordeur van het PvdA-hoofdkantoor in Amsterdam naar het wenkend perspectief dat het kabinet in de troonrede het staatshoofd liet uitspreken: Nederland moet een participatiesamenleving worden.
De koning was nog niet uitgesproken of het het debat barstte los. Wat bedoelde het kabinet nu precies? Vooral de PvdA werd bekritiseerd, zelfs door prominenten uit eigen gelederen. Zo schreef oud-PvdA-leider Wouter Bos in zijn column in de Volkskrant: ‘Geen visie meer op de overheid die er ook voor de middenklasse is, een overheid die verbindt omdat iedereen eraan meebetaalt en iedereen ervan meegeniet. In plaats daarvan een overheid louter voor de allerzwaksten. Amerikaans, klassiek liberaal en zichzelf uiteindelijk marginaliserend. Zeg me dat het niet zo is!’
Voor menig Nederlander mag ‘participatiesamenleving’ een nieuw begrip zijn, voor het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) is het gesneden koek. Jaar in jaar uit brengen de onderzoekers in kaart hoe het met ons gaat, wat onze verwachtingen voor de toekomst zijn en hoe we tegen onze medemens aan kijken. Vorige week beleefde Kim Putters zijn eerste Prinsjesdag als directeur van het SCP.
Hoe kwam de boodschap van het kabinet over bij de 40-jarige bestuurskundige en voormalig PvdA-senator?
‘Ik vond het verrassend dat de participatiesamenleving in de troonrede zo prominent tegenover de verzorgingsstaat werd gezet. Ook de verzorgingsstaat is namelijk op participatie van burgers gericht, ook als zij kwetsbaar zijn, maar in de participatiesamenleving wordt een groter beroep gedaan op de burgers zelf. Dat staat nu stevig op de agenda. Mensen aansporen meer eigen verantwoordelijkheid te nemen is natuurlijk niet nieuw. Vraagstukken rond zorg, arbeid, onderwijs, huisvesting en welzijn liggen steeds nadrukkelijker op het bordje van gemeenten en van burgers. Er is nu wel sprake van een versnelling, omdat veel plannen concreet beginnen te worden.’
Zitten we daar wel op te wachten? Uw voorganger Paul Schnabel rapporteerde lange tijd dat wij Nederlanders zo gelukkig zijn.
‘Ja. Het gevoel onder Nederlanders was lange tijd: met mij gaat het goed, maar met de rest van het land gaat het slecht. Daar komt nu een kentering in. Nederlanders vinden nu ook dat het met henzelf slecht gaat. Er is onzekerheid en boosheid. Mensen hebben het gevoel de tol te betalen voor de slechte beslissingen van anderen. Het perspectief is negatiever geworden. Ik zie daarin een duidelijke relatie met de crisis.’
Dan zou je denken dat we wel wat anders aan ons hoofd hebben dan fijn te participeren.
‘Nou, zeven van de tien Nederlanders doen aan vrijwilligerswerk en zeggen best meer voor buren of familieleden te willen doen. Het overgrote deel van de mantelzorgers is echter 50+, vrouw en werkt. De belasting van die groep neemt toe, zowel in termen van tijd als wat werkzaamheden en kosten betreft. De spanning zit hem er bijvoorbeeld in dat het kabinet een beroep doet op zelfredzaamheid en mantelzorg, maar tegelijk ook meer participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt verwacht. Dat is ingewikkeld, zeker als er steeds minder banen zijn. Voor een participatiesamenleving is dus meer nodig dan het met de mond belijden.’
Zoals?
‘Burgerkracht kan niet zonder burgermacht. Een beroep doen op de burger is prima, maar dan is het wel belangrijk die burger voldoende mogelijkheden te bieden om de regie te kunnen nemen, bijvoorbeeld door meer zeggenschap over de eigen zorg, buurt of wijk, of mogelijkheden tot omscholing en werk. Dat betekent niet automatisch minder zorg of minder overheid, maar een andere manier van samenleven.’
Dat zal dan vooral van de gemeenten moeten komen, die meer verantwoordelijkheden krijgen, maar minder geld.
‘Nee, daar zit een probleem. De komende maanden zal in de debatten in de Tweede Kamer ook blijken hoeveel ruimte de partijen bereid zijn de gemeenten te geven. Bijvoorbeeld bij het vaststellen van de aard en omvang van sociale voorzieningen of door de mogelijkheid te bieden zelf inkomsten te genereren.’
Doet u eens een voorspelling.
‘Er gaat fundamenteel veel veranderen door het overhevelen van verantwoordelijkheden naar gemeenten. Er is een verschuiving zichtbaar van de verzorgingsstaat naar de verzorgingsstad. De gemeenten zijn dan niet een uitvoeringsloket van de landelijke overheid, maar zullen eigen keuzes gaan maken. Het gevolg is dat je in de ene gemeente een bepaalde voorziening wel krijgt en in de andere niet. Een participatiesamenleving betekent dat er verschillen gaan ontstaan tussen gemeenten, maar ook tussen groepen burgers die zelf meer invulling geven aan het oplossen van hun problemen. En hoe wordt er omgegaan met degenen die daartoe niet in staat zijn? Het is afwachten of de Tweede Kamer deze consequenties voldoende beseft en durft te accepteren. En ook voor toezichthouders ligt er een uitdaging, want die zijn vaak gefocust op gelijkheid in kosten en kwaliteit van voorzieningen. Dat past dan niet meer.’
In andere West-Europese landen staat de verzorgingsstaat eveneens ter discussie. Wat maakt Nederland anders?
‘Het maatschappelijk middenveld in Nederland is een stuk autonomer in zijn werkwijze en organisatie. Daardoor heeft de overheid nooit een al te grote broek kunnen aantrekken.’ Verklaart dat het grote aantal akkoorden dat de laatste tijd gesloten is? ‘Een kabinet dat niet kan rekenen op een meerderheid heeft de steun van de samenleving harder nodig.’
Zijn we getuige van het einde van de verzorgingsstaat?
‘Ik zou de vraag willen omdraaien: waar is dit het begin van? De veranderingen in de samenlevingen beginnen nu hun weerslag in de verzorgingsstaat te krijgen. De komst van internet, het hogere opleidingsniveau, toename van de koopkracht. Bij elkaar maken ze dat mensen nu meer dan vroeger zeggen: ik regel het zelf wel.’
Is de overheid in staat verantwoordelijkheden af te staan?
‘Het delen van de macht is in de verzorgingsstad geen geste, maar noodzaak. Instituties — en dan bedoel ik zowel overheden als beroepsgroepen — hebben daar moeite mee. De onderstroom in de samenleving gaat vele malen sneller dan de instituties. We schakelen heel snel. We zetten een zorgvraag op internet, gaan koffiedrinken en een halfuur later hebben we vijftig suggesties. Even afgezien van de kwaliteit, het verandert de verhouding tussen patiënt en aanbieder grondig. Maar de protocollen van de professionals lopen daar ver bij achter. Hetzelfde geldt voor andere sectoren als Onderwijs en Sociale Zekerheid.’
Wat is nog de rol van de overheid?
‘Het past bij deze tijd dat mensen zelf keuzes maken en gezamenlijk een probleem aanpakken, bijvoorbeeld door het oprichten van een zorginstelling of nieuwe kinderopvang in de wijk. Maar wat als daar tijdelijk een kink in de kabel komt? Kan een mantelzorger terugvallen op professionele hulp als hij of zij even uitvalt? Dergelijke voorwaarden moeten georganiseerd worden. Daar ligt een belangrijke opgave voor de overheid en haar instituties.’
Is het niet gewoon een bezuiniging?
‘Nee, daar zijn de veranderingen te fundamenteel voor. Natuurlijk spelen de financiële tekorten een belangrijke rol, maar we ontkomen er niet aan na te denken over de inrichting van een samenleving die vergrijst en in sommige regio’s’ krimpt. Dat brengt veel vragen met zich mee. Hoe maak je beleid dat niet gericht is op groei? Het idee van de verzorgingsstad kan daarbij behulpzaam zijn. Als er echt een andere relatie tussen overheid en burgers ontstaat, dan kan het resultaat dicht bij het oorspronkelijke doel van de sociale zekerheid komen, namelijk dat de gemeenschap zorgt voor de burger met gebreken, op voorwaarde dat die burger zelf alles doet wat mogelijk is om die gebreken te voorkomen.’
Verzorgingsstad ‘De overheid hevelt voorzieningen over naar gemeenten. Die zullen dus per stad uiteen gaan lopen’Zelfstandigheid Door het internet, hogere opleidingen en koopkracht zeggen mensen nu vaker: ik regel het zelf wel’Burgermacht Een beroep doen op burgers is prima, maar die moeten dan wel lokaal meer de regie kunnen nemen’
Auteursrecht voorbehouden aan Het Financieele Dagblad
Cover: ‘Thumb_Openbare ruimte_1_1000’