2014.09.17_Het gezin in de stad als PLlMBY-effect: Please in my Backyard!_660px

Het gezin in de stad als PLlMBY-effect: Please in my Backyard!

17 september 2014

5 minuten

Opinie Een paar weken geleden heb ik een artikel geschreven voor het Parool over het fenomeen dat gezinnen met kinderen steeds vaker in de stad blijven wonen. Inclusief de voordelen die dat met zich mee brengt. Zelden ontving ik zoveel reacties op een stukje; via de sociale media, op werk, van vrienden en familie tot vage bekenden op straat. Normaliter reageren mensen op stukjes ‘dat ze het hebben gelezen’. Heel attent natuurlijk, maar dit keer was dat anders. Iedereen blek een mening te hebben over ‘gezinnen in de stad’. Kennelijk raakte het een snaar.

Kennelijk raakte het een snaar. De grootste scheidslijn in de reactie was of men zelf tot de doelgroep behoort of het van de zijkant beschouwt. De eerste groep was de ervaringsdeskundige. Voor wie zelf geen kinderen heeft, blijkt het gezin in de stad meer een NIMBY dan een goede buur. Waar ik met mijn artikel probeerde om een vermeende strijd tussen yuppen en overige stedelingen te ontzenuwen, zo bleek er opeens een nieuwe tweespalt te zijn. Niet nodig en niet vruchtbaar. Mijn oproep voor vervolgdiscussie: probeer de opgave eens om te draaien. Zet je niet af tegen andere groepen, maar probeer eens de voordelen te zien. Een PLIMBY-benadering voor gezinnen geeft verrassende invalshoeken.

Wachtlijsten

De reacties van mensen met kinderen op het stuk laat zich indelen naar erkenning en verzuchting. Erkenning dat gezinnen vaak onderbelicht zijn in stedelijke vraagstukken; erkenning dat iedereen kan zien dat er meer kinderen in de stad zijn dan een paar jaar geleden. De verzuchting ging over krappe (boven)woningen, wachtlijsten bij sportverenigingen, loting voor scholen, gevaarlijk verkeer enzovoort. Vreemd genoeg noemde niemand de sociale (on)veiligheid als issue van het wonen met kinderen in de stad. De stad wordt niet meer geassocieerd met junks en halve gare types. Nu zijn die daadwerkelijk ook veel minder zichtbaar in het straatbeeld, maar misschien geldt ook hiervoor dat de maatschappij zelf meer ‘streetwise’ is. Zo weten mijn eigen kinderen feilloos dat de plaatselijke hang-ouderen in het Oosterpark alcoholverslaafden zijn. Ongevaarlijk, maar toch opletten. Op de keeper beschouwd is het nummer 1 gespreksonderwerp van ouders in de stad onder elkaar de zoektocht naar grotere woningen gecombineerd met de wens om de stad te blijven wonen. Zelf geef ik nooit mijn zoeklocaties prijs, sinds ik merkte dat mensen die steevast over namen.

Drankgelach

Aan de andere kant kunnen de reacties van de mensen zonder kinderen worden verdeeld in ‘niet zeuren’ en (tsja) ‘dan moet je maar wegwezen’. Niet zeuren in de zin van dat het hebben van geen kinderen nu eenmaal de norm is in de stad en dat iedereen die wel kinderen heeft niet moet zeuren over de ongemakken. Waarbij de tweede categorie daar aan toevoegt dat ze anders maar moeten opkrassen. Bij jongere generaties heerst bijvoorbeeld de norm dat geluidsoverlast er nu eenmaal bij hoort. (maar huilende kinderen ‘s nachts natuurlijk niet). Ouderen zijn meer geneigd te verdedigen dat suburbanisatie nu eenmaal de norm is als men kinderen krijgt. Wie wil zijn kinderen geen onbekommerde jeugd gunnen tussen de speelvelden en kikkervisjes is de romantische metafoor. Voor beide reacties van jong en oud ben ik ervaringsdeskundige. Een paar jaar geleden woonde een toen nog jonge en tamelijk bekende TV-presentator in het appartement onder mij. Alleen met kerst had hij een paar weken geen opnames. Dat moest gevierd worden en leidde met regelmaat tot drankgelach in de kleinste uurtjes. Toen ik het een keer zat was en om 4 uur ‘s ochtends bij hem aanbelde was de reactie ‘dat overlast in de stad er nu eenmaal bij hoorde.’ Mijn tegenwerping dat de dichte bebouwing van ons blok juist vraagt om meer rekening te houden met geluid, was toen voor dovemansoren bestemd. Het lag aan het tijdstip, later kwamen we weer on speaking terms. Ondertussen heeft de man twee kinderen en woont (inderdaad) nog steeds in de stad.

Het gezin in de stad als PLlMBY-effect: Please in my Backyard! - Afbeelding 1

‘Het gezin in de stad als PLlMBY-effect: Please in my Backyard! - Afbeelding 1’


Over de romantiek van het opgroeien buiten de stad kan ik kort zijn. Iedereen moet doen wat hem of haar goed dunkt voor kinderen. Zelf wist ik al op vroege leeftijd (als Utrechter) dat ik later in Amsterdam wilde gaan wonen. Dat was pas een echte stad. Ik had niet zoveel met kikkervisjes, wel met knikkeren en voetballen. Aan mijn eigen kinderen merk ik dat je daar voor en pleintje al snel genoeg hebt. Kikkervisjes vangen ze naar hartelust in de vlindertuin van Artis en anders in Jeugdland, het Woeste Westen, Amstelpark of een andere Doe-speeltuin. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen met evenveel plezier in de stad kunnen opgroeien als in een dorp. Niet dat ik opgroeien in een dorp ‘minder’ zou vinden. Helemaal niet. Ik bedoel dat iedereen elkaars eigen keuze hierin moet respecteren en niet een norm moet opleggen wat beter zou zijn voor de ander.

Een tussencategorie was de groep mensen met kinderen die buiten de stad woont. Niet zelden werd deze keuze vergoelijkt; alsof men liever in de stad had willen blijven, maar helaas helaas, gedwongen was te verhuizen. Wat natuurlijk indirect ook weer juist is als je de vierkante meterprijs vergelijkt met de gemiddelde woonwens. Een eengezinswoning met tuin is nu eenmaal beter betaalbaar (überhaupt bereikbaar) buiten de stad.

PLIMBY

De zichtbare aanwezigheid van gezinnen met kinderen in de stad maakt veel los. Een discussie over de wenselijkheid zelf vind ik niet relevant. Het is een feit. Liever zou ik het willen hebben over de voordelen die gezinnen met kinderen de stad opleveren (banen, veiligheid, een betere sfeer, en meer) en het wegnemen van de belemmeringen om het leven met kinderen in de stad nog aangenamer te maken. Dat betekent ook meer prioriteit in beleid voor gezinnen met kinderen. Het betekent ongetwijfeld minder aandacht voor andere groepen. In plaats van hier een strijd over te voeren, stel ik voor te zoeken naar de (onverwachte) voordelen. Die zijn legio. Zo gaat er altijd veel aandacht uit naar ouderen (verzorgingshuizen, dure thuiszorg, aangepast wonen, enzovoort; iedereen kan het dromen). Feit is dat drukke gezinnen toevallig ook het vaakst de doelgroep zijn die mantelzorg bieden aan familie en buren. Meer aandacht voor de aanwezigheid van (meer) gezinnen in de stad, zou wel eens een positief effect kunnen hebben op ouderen beleid. Zo zijn er veel meer bekenden en onverwachte voordelen te benoemen van gezinnen in de stad. Als die erkend worden en ingezet, wordt het nog leuker in de stad, inclusief die verdraaide gezinnen met kinderen.

Zie ook:


Cover: ‘2014.09.17_Het gezin in de stad als PLlMBY-effect: Please in my Backyard!_660px’


Portret - Dries Drogendijk

Door Dries Drogendijk

Projectmanager stedelijke ontwikkeling Amsterdam, planoloog en bestuurskundige


Meest recent

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024