Opinie In Amsterdam spitst de discussie over de toekomst van de stad zich toe op een richtingenstrijd tussen yuppen en bohemiens. De stad zou de komende jaren te lijden krijgen onder een monocultuur van hoogopgeleiden waarmee Amsterdam mooier, netter maar ook saaier zou worden. Onzin, vindt Dries Drogendijk, dé verandering van de laatste jaren is de trend dat gezinnen in de stad blijven wonen. De voordelen daarvan worden nog nauwelijks erkend.
De richtingenstrijd tussen bohemiens en yuppen is even ouderwets als een jukebox. Af en toe doet iemand er een muntje in en steeds klinkt hetzelfde liedje. Het is de angst voor vertrutting versus de behoefte aan een opgeruimde stad. In hetzelfde genre past de klaagzang dat de laatste rafelrandjes van de stad worden ingenomen door projectontwikkelaars. Het klopt niet. De werkelijkheid is dat de stad continue in beweging is. Rafelranden komen en gaan: zodra ze zijn ‘ontdekt’ door de massa, hebben de bewoners en gebruikers al een nieuwe rafelrand verworven. Hetzelfde geldt voor de opkomst en neergang van wijken. Ze worden ontdekt, verhippen, waarna de vierkante meterprijzen exploderen. Na verloop van tijd worden de wijken overgenomen door bakfietsen. Tegen die tijd hebben jonge stedelingen al lang een andere buurt ontdekt. Ooit zal een nieuwe generatie de ingedutte wijk herontdekken.
De groep stedelingen die zich yup mag noemen is helemaal niet zo groot. Het zit al in de naam. Young Urban Professional: Het staat voor twintigers en dertigers zonder kinderen met een tamelijk materialistische leefstijl. Grofweg bestaat de groep uit studenten en pas afgestudeerden die beginnen met werken. Dat zijn stedelingen die luid en duidelijk aanwezig zijn in de stad, maar ze blijven een minderheid. Sterker, ik denk dat het percentage yuppen in de stad eerder daalt dan stijgt. Ten gunste van de gezinnen die vroeger massaal de stad verlieten.
Gezinnen en kinderen maken een terechte inhaalslag. Daarnaast brengt hun aanwezigheid de stad veel voordelen. Ten eerste zorgen ze simpelweg voor veel banen op scholen, crèches, sportverenigingen, maar ook bij de detailhandel en de vrije tijdseconomie. In Amsterdam zouden TunFun, Nemo, Artis, bioscopen en theaters niet kunnen bestaan zonder kinderen. Daarnaast dragen ze bij aan een veiliger stad. Iedereen profiteert van veiliger kruisingen en het verlagen van de snelheid in woonwijken. Helaas zijn er nog te veel ongelukken. Ook wordt dankzij kinderen en gezinnen de stad letterlijk meer aangeharkt. Onderhoud en investeringen in parken en groenvoorzieningen krijgt veel meer aandacht. Tot slot - wees eerlijk - het is ook gewoon een leuk gezicht om kinderen op straat te zien spelen en de stad ontdekken. Kinderen houden je jong, dat geldt ook voor zogenaamde bohemiens en yuppen.
De echte actuele botsing tussen leefstijlen is dat gezinnen met kinderen zich een plekje veroveren in de stad. Zie de Pijp en de Jordaan, de Amsterdamse yuppenparadijzen uit de jaren ’90; ze puilen nu uit van de bakfietsen. De voorspelling van Claassen dat sommige wijken in Amsterdam de komende jaren mooier, netter en saaier worden is daar allang een feit. Dat is prima, monotoon zal Amsterdam nooit worden. De toename van al die nette, saaie gezinnen zorgt eerder voor meer diversiteit in de stad. Dat is pas het echte leven.
(Dit is een bewerking van een artikel dat op 15 augustus 2014 in het Parool verscheen)
Cover: ‘2014.08.28_Het gezin zorgt voor verandering in de stad_660px’