Cover crisiscolleges corona door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

“Het is tijd om te doen wat we al lang wisten”

24 april 2020

5 minuten

Opinie Nee, de crisis is geen kans op zich, maar biedt wel kansen, betoogt transitiehoogleraar Derk Loorbach in dit #crisiscollege. “De bewijslast is tijdelijk omgedraaid en de bezwaren tegen stappen vooruit zijn even van tafel.”

Ik ben zelf geen expert gebiedsontwikkeling en ga hier ook niet proberen een visie te delen op waar het naartoe moet met de gebiedsontwikkeling, planologie, bouw en architectuur na de coronacrisis. Er zijn inmiddels genoeg hoogleraren die hun mening, stokpaardjes, visies of voorkeuren delen. Wat ik wél kan proberen, is om in de huidige gedwongen pauze iets van reflecties te delen. Dit doe ik vanuit ons transitieonderzoek bij DRIFT (onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam) en de wekelijkse online transitiegesprekken die we organiseren.

Beneficial area development

Transities zijn schoksgewijze structurele veranderingen op een relatief korte termijn. De insteek van transitieonderzoek is vooral dat we de veranderdynamiek in het heden kunnen begrijpen door vanuit een systeemperspectief terug te kijken. Op die manier kunnen we een onderbouwd gevoel ontwikkelen voor de verschillende krachten die kunnen leiden tot transities. Vanuit die analyse is het vervolgens zinvol om met partijen die zich al op allerlei plekken inzetten voor gewenste transities systematisch te reflecteren op gezamenlijke richting, mogelijke transitiepaden en tenslotte wat dat voor hun dagelijkse praktijk betekent.

Op die manier zijn allerlei collega-onderzoekers bij DRIFT al jaren bezig met stedelijke transities en de transities in gebiedsontwikkeling. Collega Marleen Lodder rondt haar proefschrift af over de transitie naar ‘beneficial area development’. Dit is een type gebiedsontwikkeling die het regenereren van natuur en biodiversiteit als uitgangspunt heeft en menselijke gezondheid centraal stelt. Met Sarah Rach werk ik aan de stedelijke mobiliteitstransitie: de verschuiving van individuele en fossiele mobiliteit naar een sociale en schone variant. Kato Allaert en Katharina Hölscher werken met Marleen Lodder aan het project Connecting Nature. Hierin helpen ze tientallen lokale ambtenaren in Europese steden bij het implementeren van ‘nature based solutions’: groene en gezonde oplossingen voor klimaat en gezondheidsproblemen in steden.

Eindelijk verandering!

Hoewel in dit soort projecten nieuwe kennis en ideeën ontstaan, blijkt toch elke keer vooral hoeveel er al (lang) aanwezig is: theorie, concepten, experimenten, projecten, materialen en technieken. We weten dat de gebouwde omgeving energieleverend en gezond kan en moet worden. Dat we natuurlijke oplossingen, groen en biodiversiteit veel meer ruimte en aandacht moeten geven. Dat we gebieden moeten inrichten voor mensen en trage mobiliteit (zoals de fiets). Dat we gezonde en herbruikbare materialen moeten gebruiken. Dat de menselijke maat en activiteit veel meer leidend moet zijn, zoals de lokale sociale verbindingen, het maatschappelijk initiatief, en de coöperatieve en regionale economie als basis voor vitale en dynamische gebiedsontwikkeling. Enzovoort.  

De crisis is geen kans, maar biedt wel kansen om te kijken hoe we eindelijk echt kunnen doen wat we al lang vonden.

Maar waarom doen we dat dan nog niet? Een bekend inzicht, wat door tientallen historische transitiestudies wordt bevestigd, is dat er vaak een (ervaren) crisis nodig is voor verandering. In transitietermen noemen we dat destabilisatie: de vanzelfsprekendheden waaraan we ons maatschappelijk lang vasthielden, vallen (plotseling) weg en er ontstaat grote onzekerheid over de toekomst. Dat leidt tot weerstanden, angst en een gevoel van chaos bij partijen die het niet zagen aankomen of vooral bezig waren met het bestaande minder slecht te maken (via green deals, energieprestatienormen, afvalreductie, u kent het wel). Tegelijk zijn er in de transitiecontext altijd allerlei partijen al veel langer bezig te anticiperen op die destabilisatie. Zij vonden vaak al twintig jaar eerder dat het zo niet langer kon, dus voor hen is de chaos een feestje. Eindelijk verandering!

Crisis als excuus

Het verleden leert echter ook dat de toekomst zich vooral achteraf laat voorspellen. Het is weinig zinvol om nu allerlei oproepen te doen over de lange termijn en dan te verwachten dat er iemand (de ‘overheid’?) gaat zorgen dat elke gebiedsontwikkeling duurzaam, natuurinclusief, gezond of [vul hier uw eigen stokpaardje in] wordt. Het is veel interessanter om met elkaar te onderzoeken wat ons tegenhoudt om stappen te maken in de richting die we allemaal zo langzamerhand delen. Daarvoor is de huidige pauze nu juist wél relevant. Er is meer rust en frisse lucht, we moeten letterlijk ruimte nemen, onze actieradius is geforceerd beperkt, en overal zijn gesprekken gaande over wat we waarderen of niet. Dat zijn de ingrediënten (ruimte, draagvlak en momentum) voor het proberen op schaal te brengen van al die ‘transformatieve innovaties’.

Zo is een auto ongeveer anderhalve meter breed, staan alle parkeerplaatsen leeg, moeten veel mensen deze zomer anders op vakantie, en is er een enorme behoefte aan contact en feest. Oftewel: er is behoefte aan de vakantiestraat. Combineer al die bestaande ideeën rond ‘leefstraten’, deelmobiliteit, parklets en 1,5 meter buitenruimte, en voilà (in Rotterdam is men hier net mee bezig). Of gebruik de economisch hersteloperatie om nu eens echt die eisen rond nul-emissie en circulair duurzaam materiaalgebruik vast te leggen. Help allerlei nieuwe (nu tijdelijke) lokale verbindingen te institutionaliseren: lokale voedselnetwerken in combinatie met stadslandbouw, voedselbanken en sociale initiatieven. Of ondersteun buurtinitiatieven en coöperaties waarin mensen met elkaar lokaal energie, mobiliteit en groen produceren.

De kernboodschap is daarom: gebruik het momentum om de kans te vergroten dat er een aantal gewenste crisiseffecten beklijven. De crisis is geen kans, maar biedt wel kansen om te kijken hoe we eindelijk echt kunnen doen wat we al lang vonden. Dat is geen eenvoudige opgave, want het impliceert allerlei kleine stapjes die op zich weinig groots en meeslepend aanvoelen. Maar het zijn juist die kleine stapjes die we al lang wilden zetten, maar toch niet deden omdat er altijd wel een excuus of een ander was die in de weg zat. Laten we daarom deze crisis als excuus gebruiken om juist wel iets uit te proberen. De bewijslast is tijdelijk omgedraaid en de bezwaren tegen stappen vooruit zijn even van tafel. Tijd dus om te doen wat we eigenlijk allang wisten. 

Cover: Illustratie door Ineke Lammers


Cover: ‘Cover crisiscolleges corona’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Derk Loorbach biografie

Door Derk Loorbach

Directeur van DRIFT en hoogleraar socio-economische transities bij Erasmus Universiteit Rotterdam


Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024