2014.12.01_Hoe verduurzaam je werelderfgoed_cov

Hoe verduurzaam je werelderfgoed?

1 december 2014

5 minuten

In een variant op ‘If I can make it there, I can make it anywhere’ moet Wubbo Ockels gedacht hebben: als we het werelderfgoed van de Amsterdamse grachtengordel kunnen verduurzamen, dan lukt het overal. In zijn spirit werken jonge ingenieurs binnen de non-profit stichting ‘De Groene Grachten’ aan een duurzaam Amsterdam – en hun aanpak verspreidt zich inmiddels over Nederland. Mede-oprichter Jelle Rademaker (28) geeft tekst en uitleg.

Wubbo Ockels’ initiatief De Groene Grachten slaat aan

‘Wubbo Ockels liep rond met een even simpel als ambitieus idee, waar hij jonge mensen voor zocht om het verder te brengen’, schetst Jelle Rademaker de start van het De Groene Grachten-project in 2012. ‘Wubbo had zelf een appartement aan de Keizersgracht en in het kader van de viering van 400 jaar grachten in 2013 dacht hij: als we deze eeuwenoude gebouwen kunnen verduurzamen – aangewezen als Unesco-werelderfgoed bovendien – dan kan het overal. Het was typisch Wubbo: laten we dan maar meteen de moeilijkste opgave nemen. Ook als inspirerend statement voor de bouwsector als geheel. Met die gedachte zijn Suze Gehem en ik met Wubbo aan het werk gegaan.’ Het eerste half jaar werd vanuit het kantoor in het woonhuis van Ockels gewerkt en al snel zag de stichting De Groene Grachten het levenslicht. ‘Het idee was om zelf een aantal panden grondig te verduurzamen, om daarmee een voorbeeld te stellen waar je vervolgens ook veel over kunt vertellen. In het verlengde daarvan zouden monumenteigenaren zelf aan de slag kunnen gaan met het vergroenen van hun eigen pand. Dat was de drietrapsraket waar we op inzetten.’

Hele keten nodig

In korte tijd kreeg het initiatief van zeven ‘founding partners’ (gemeente Amsterdam, Search BV, Liander, Philips, Taxand, Stadsherstel Amsterdam en de Raedthuys Groep) en zes kennispartners (Royal HaskoningDHV, Tauw, Deerns, Waternet, Liandon en Emma Architecten). Het zijn partijen die zowel kennis als hun netwerk inbrengen: ‘De opgave om een grachtenpand “groen” te maken is dermate groot en complex, daar heb je de hele keten voor nodig om er een begrijpelijk geheel van te maken. Daarom zijn we blij dat deze partijen mee hebben gedaan, ook voor de financiering van het initiatief.’ De inbreng van Stadsherstel Amsterdam was een bijzondere: het stelde vijf grachtenpanden (aan de Nieuwe Prinsengracht 43-53) als testcase ter beschikking. Rademaker hierover: ‘Stadsherstel heeft uiteraard lange ervaring met het restaureren van oude panden, maar om ze duurzaam te maken was ook voor hen een nieuwe opgave. Deze vijf panden zouden helemaal gestript worden en daar deed zich een uitgelezen mogelijkheid voor om een pilot in duurzaamheidstechnieken te starten.’ De aanpak was even grondig als ambitieus: Stadsherstel en Emma Architecten stelden een pakket maatregelen op, Search berekende de prestaties daarvan met een energiescan. ‘Met Bureau Monumenten en Archeologie hebben we de panden uitvoerig doorgenomen. De centrale vraag hierbij was hoe de panden zelf efficiënter om kunnen gaan met warmte en elektriciteit, zonder de cultuurhistorische elementen aan te tasten.’ Vervolgens bogen zich tientallen partners in tien werkgroepen over deelthema’s, met als resultaat dat de panden uiteindelijk een sprong maakten van label F of G naar label A.

Onafhankelijke aanjager

De opgedane kennis wordt gebruikt om nieuwe projecten mee te voeden. ‘Zon op de Zwijger’ is er daar bijvoorbeeld één van: ‘We proberen nieuwe dingen te doen, in dit geval zonnepanelen zichtbaar op een monumentaal pakhuis plaatsen. Voor datgene dat al kan, verrichten we duurzame maatwerkadviezen en projectuitvoering. Inmiddels zijn we daarmee ook buiten Amsterdam actief, zoals met twee forten in de Hollandse Waterlinie. Binnenkort hebben we een workshop bij de VNG, om ook andere gemeenten bekend te maken met onze aanpak.’ De eigen rol daarbij beschrijft Rademaker vooral als ‘aanjager’: ‘Het is niet onze ambitie om het nieuwe grootste ingenieursbureau te worden. Bij onze vorm als non-profit stichting voelen we ons prima; als aanjager, maar wel onafhankelijk van subsidies. Ons voornaamste doel is dat de anderhalf miljoen gebouwen van voor 1940 – en vooral de 100.000 monumenten – verduurzaamd worden. De bewoners en zakelijke eigenaren zijn onze belangrijkste doelgroep: daar willen we de awareness vergroten. Tot voor kort konden zij nergens heen met hun kennisvragen, in die leemte kunnen wij voorzien met onze adviezen en projectbegeleiding.’ Daarbij ondervindt De Groene Grachten geen concurrentie van instellingen zoals de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, aldus de jonge ingenieur: ‘Sterker nog: we werken met hen samen. De RCE kan niet ingeschakeld worden voor duurzaam maatwerkadvies. Dat is ook niet erg; het helpen van eigenaren met verduurzaming moet uiteindelijk de markt zelf doen. De vraag is vervolgens: hoe maak je die zeer specialistische kennis – voor je het weet zit je als monumenteigenaar met 15 disciplines om tafel – toegankelijk?’ Hiervoor is ‘De Groene Menukaart’ ontwikkeld, een online tool waarmee consumenten zelf aan de slag kunnen gaan. ‘Het geeft antwoord op de basic vraag: “ik wil mijn pand verduurzamen, hoe doe ik dat?”. Mogelijkheden en de kosten worden direct inzichtelijk gemaakt.’

Groter gebied

Sinds de lancering van De Groene Menukaart zijn de eerste projecten al uitgevoerd. ‘Het gaat er vooral om mensen te ontzorgen. Ze zien vaak door de bomen het bos niet meer.’ Is er ook een gebiedsgerichte component in de aanpak van Groene Grachten? ‘Wat ik niet snel zie gebeuren is een seriematige aanpak voor gebieden zoals de grachtengordel. Daarvoor is ieder pand toch weer uniek. Waar we wel kansen in zien, is in het neerzetten van een bepaald thema voor een groter gebied. Een goed voorbeeld is Amsterdam Rooftop Solutions, waarbij we samen met onder andere de gemeente Amsterdam en Arcadis onderzoeken welke kansen voor duurzaamheid op de daken liggen. Door zonnepanelen bijvoorbeeld, maar ook door groenaanleg waardoor water beter wordt vastgehouden. Dan heb je het over maatregelen die in een veel groter gebied kunnen worden toegepast.’


Cover: ‘2014.12.01_Hoe verduurzaam je werelderfgoed_cov’


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

De slotmanifestatie door Ingrid Koenen, studio IK (bron: EFL Stichting)

Waarom ontwerpen aan een klimaatrechtvaardige wereld nodig is

De klimaattransitie kan allerlei gevolgen hebben, niet in de laatste plaats voor de ruimte. Welke rol speelt rechtvaardigheid daarin? De EFL Stichting liet drie teams daarop studeren, Hilde Blank reflecteert.

Interview

22 april 2024

Luchtfoto van een knooppunt in Nederland door Ground Picture (bron: shutterstock)

Verandert de rechtsstaat in een beleidsstaat?

Beleidsmakers overschaduwen juristen. En dat is slecht voor hoe overheden milieu- en omgevingsrecht vormgeven. Dat stelt scheidend universitair hoofddocent Fred Kistenkas.

Interview

22 april 2024

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad tijdens het sLIM symposium door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024