Verslag Nederland blonk lange tijd uit in kennis- en productontwikkeling, maar we worden ingehaald door China en andere landen. Het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat producten in Nederland worden ontworpen en in andere landen geproduceerd. Zijn er manieren om de voorsprong te behouden? En toegespitst naar de provincie Brabant: waar verdienen we in dit gebied over 20 jaar de kost mee? Een debat, georganiseerd door Brabant Kennis.
Hoe blijven we China voor?
Nadat de band Bells of Youth de debatavond ‘Het Nieuwste Ondernemen’ had geopend, nam journalist Jan Tromp het stokje over. In een tafelgesprek liet hij als eerste prof. dr Peter van Lieshout aan het woord, hoogleraar Theorie van de zorg en hoofdauteur van het rapport ‘Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland’. Op de vraag hoe Nederland zich moet aanpassen op de verschuivende krachten, gaf Van Lieshout aan dat bestaande kennis meer moet ‘circuleren’. Bestaande technologieën moeten op slimme manieren worden gecombineerd, wat kan leiden tot de ontwikkeling van succesvolle producten. Het gevaar is nu dat er te veel nadruk wordt gelegd op de ‘brainports’, de concentraties van kennis. Dit is een kwetsbare strategie, aldus Van Lieshout. Ook bedrijven en ondernemers buiten deze gebieden gaan verbindingen met elkaar aan en moeten daarin worden gestimuleerd. De tweede tafelgast, Bob Hutten, legde in dit verband de nadruk op vrijheid en ruimte voor talent. Hij is directeur van Hutten Catering, een succesvol Brabants familiebedrijf, en maakt er een punt van om medewerkers van zijn bedrijf veel vrijheid te geven. Dit leidt tot nieuwe ideeën en kweekt gelukkige werknemers. Mirjam Mol-Arts sloot hierop aan; zij is bestuursvoorzitter van MSD Oss, een internationaal farmaceutisch bedrijf. Volgens Mol-Aarts leidt de trots op het werk tot een grotere kans op innovatie.
Incubatie en experiment
Dat er in Brabant wel degelijk nog de nodige innovaties plaatsvinden, werd duidelijk uit twee interviews met Brabantse ondernemers. Ruud van den Muijzenberg van Shapeways legde uit hoe zijn bedrijf begon in Brabant en werd gesteund door de lifestyle incubator van Philips. De onderneming laat klanten eigen ontwerpen en 3d-prints maken. Ondertussen is het hoofdkwartier verhuisd naar New York en is Shapeways gegroeid tot een miljoenenbedrijf. Een heel ander initiatief is Protix Biosystems van Kees Aarts, dat huisdier- en veevoedsel produceert en insecten gebruikt als basis. Volgens Aarts is het nodig om volop te experimenteren. Voor het ontwikkelen van zijn bedrijf en technologie was veel trial and error noodzakelijk. De twee bedrijven laten zien welke unieke innovaties er mogelijk zijn in Brabant. Om koploper te blijven zijn dergelijke vernieuwende ondernemingen voortdurend nodig.
Korte lijnen
De tafelgasten concluderen dat het onderwijsaanbod beter moet worden afgestemd op de vraag vanuit de markt. Daarnaast zijn korte lijnen nodig: ondernemende mensen moeten elkaar gemakkelijk kunnen bereiken. In algemene zin moeten in de toekomst arbeid en technologie anders ingezet worden, aldus Mirjam Mol-Arts. ‘Daarom steken we vijf miljoen in kleine initiatieven in de regio.’ De focus komt zo te liggen op fijnmazigheid en een meer individuele aanpak. In dit klimaat krijgen aspirant-topondernemers in Brabant de kans om eveneens uit te blinken.
‘Innovatief ondernemen in Brabant - Afbeelding 1’
Zie ook:
Foto's: Willeke Machiels
Eindredactie: Kees de Graaf
Cover: ‘2014.06.06_Innovatief ondernemen in Brabant_1_660’