Onderzoek Is de ruim opgezette buitenwijk beter voor de mentale gezondheid van bewoners dan de dichtbevolkte binnenstad? Nee, concluderen wetenschappers na nieuw onderzoek in Denemarken. De kans op depressies is juist het grootst in de laagbouw aan de rand van de stad.
De (mentale) gezondheid van bewoners is sinds de coronapandemie een van de meest besproken onderwerpen in het gebiedsontwikkeling-vakgebied. Onderzoekers van Sweco ontdekten dat een groene, uitnodigende stad ook echt kan bijdragen aan de gezondheid van de inwoners. Mits deze bestaat uit gebouwen die expliciet vanuit een gezondheidsgedachte zijn. Die inwoners moeten zich dan overigens wel bewust zijn van de invloed die gebiedsontwikkeling op hun gezondheid heeft.
Zeven principes
Ook vanuit Amerika is de laatste jaren genoeg geschreven en gezegd over het mentale welzijn in de stad. Auteurs Jenny Roe en Layla McCay kwamen op zeven principes voor een prettige en gezonde stad. Thema's als natuur en water, beweging, buurtschap, diversiteit en inclusiviteit spreken wellicht voor zich, maar zintuigelijke prikkeling en speelsheid maakten het zevental compleet. En onderzoeker Justin Hollander ontdekte dat de omgeving, zowel de inrichting van het landschap als de vorm en kleur van gebouwen, onbewust van grote invloed is op de gezondheid van de inwoners.
Tegendeel is waar
Hoe zijn de ervaringen in Scandinavië dan? Deense, Amerikaanse en Zweedse wetenschappers publiceerden vorige maand het onderzoek Higher depression risks in medium- than in high-density urban form across Denmark. Daaruit blijkt dat de ontwikkeling van de stad van invloed is op de mentale gezondheid van de Deense bevolking. Ze analyseerden de gebouwde omgeving in Denemarken van 1987 tot 2018. Met behulp van 3D-technologie brachten de wetenschappers de hoogte van de gebouwen en de dichtheid van de woonwijken in kaart. Die data koppelden ze aan gegevens op individueel niveau, zoals de adressen maar ook de diagnose van depressie. Ook hielden ze rekening met factoren die het risico op een depressie vergroten.
‘Copenhagen, Denemarken’ door Dr. Victor Wong (bron: Shutterstock)
De verwachting van de onderzoekers was, vooral ook op basis van eerder wetenschappelijk werk, dat het wonen in dichtbevolkte binnenstedelijke gebieden de grootste risico's op depressie met zich mee zou brengen. Daar vinden we kleinere woningen die dichter op elkaar staan, veel drukte en meer kleinere huishoudens. Maar het tegendeel is waar, luidt de conclusie. Bewoners van de buitenwijken vol laagbouw hebben het grootste risico op depressies. Het gebrek aan sociale interacties en plekken waar dit soort interacties plaatsvinden, zijn de belangrijkste oorzaken volgens de onderzoekers.
Depressierisico’s verminderen
Gebouwen met meerdere verdiepingen scoren juist het laagst, samen met het platteland. De belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat er genoeg (groene) openbare ruimte in de buurt aanwezig is. De onderzoekers concluderen dat deze bevinding suggereert dat “ruimtelijke ordening prioriteit moet geven aan het realiseren van toegankelijke openbare ruimte in dichtbebouwde gebieden om depressierisico's te verminderen”. Deze ruimtes zorgen niet alleen voor meer ontmoetingen (wat de kans op depressies aanzienlijk vermindert), maar bevorderen ook dat de leefomgeving op hetere momenten in het jaar aangenaam blijft om in te verpozen.
Het volledige onderzoek staat op de website van Science Advances.
Cover: ‘Generationernes hus en Pakhusene, Aarhus Ø in Aarhus, Denemarken’ door Christian Fogtmann (bron: Shutterstock)