Opinie Om de woningcrisis op te lossen, is volgens columnist Annius Hoornstra veel meer focus op de verhuisketen nodig. Want dat levert meer mensen een passende woning op, bespaart ruimte, is financieel interessant en duurzaam. "Laten we ons niet blindstaren op de kortstondige euforie van meer, meer, meer bouwen."
Dit artikel verscheen in onze gebiedsontwikkeling.krant, wintereditie 2021. Lees hier de andere artikelen en bekijk de hele krant!
Slechts 4.000 resultaten, veelal uit 2008 of 2010: meer levert de zoekopdracht ‘verhuisketen’ in Google niet op. ‘Woningnood’ levert 350.000 hits op. Dat is opvallend, want het gebrek aan passende woonruimte en de doorstroming op de woningmarkt hebben zoveel met elkaar te maken.
Eenvoudig uitgelegd leidt een nieuwe studentenwoning tot extra opbergruimte in de woning van de ouders, en kan een nieuwe twee-onder-één-kapper een lange keten van verhuizingen uitlokken, waarbij respectievelijk een dure rijtjeswoning, een goedkope rijtjeswoning en een sociale huurwoning vrijkomen. In de ideale wereld ontstaat de langste keten door een oudere die verhuist naar een kleinere en beter op de leeftijd aangepaste woning, en zo een grote lege woning achterlaat.
In (gedateerde) publieke gegevens uit 2012 werd al geconstateerd dat steeds minder mensen doorschuiven. Zou het nu beter zijn? Ik vrees het ergste, want dit is zeer relevant in een land waar ruimte schaars is, de vergrijzing toeneemt en de discrepantie tussen levensfase en woonvorm groot is. In de komende 20 jaar groeit de bevolking naar verwachting met 2 miljoen mensen, waarvan liefst 40 procent voor rekening van 80-plussers.
Hoe komt het toch dat het maatschappelijke debat zich in praktische zin focust op het toevoegen van woningen die nauwelijks bijdragen aan de doorstroming, zoals tijdelijke woningen, kleine middeldure huurwoningen of startershypotheken? Waarom is het zo stil rond de adviezen van de commissie ‘Oud en zelfstandig in 2030‘ uit 2018, die pleitte voor het stimuleren van doorstroming? Deze (en niet alleen van ouderen) leidt per saldo tot hogere huurinkomsten, lagere zorgkosten, verduurzaming (omdat iedere nieuwe bewoner na verhuizing in zijn woning investeert) en meer maatschappelijk draagvlak voor bouwen.
Tot en met de jaren 90 was het gedetailleerd berekenen van de verwachte verhuisketen voor nieuwbouwlocaties en de programmering die daaruit volgde nog een randvoorwaarde voor woningbouwcontingenten. De uitvoeringsparagraaf van een gemeentelijke woon- of omgevingsvisie, een Woondeal, de uitwerking van de NOVI, de overdrachtsbelasting, verhuispremies of het nieuwe WOONonderzoek: laten we weer opnemen hoe we de verhuisketens kunnen verlengen, een maximaal deel van de samenleving helpen met zijn woonwens, en ons niet blindstaren op de quick wins en de kortstondige euforie van meer, meer, meer bouwen.
Cover: ‘Annius Hoornstra’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)