20 november 2011
2 minuten
Nieuws Rood en groen gaven elkaar een decennium geleden vol overtuiging het jawoord. Rood zou optreden als kostwinner voor groen en het geheel zou meer zijn dan de som der delen. Concepten als de nieuwe landgoederen werden ontwikkeld en er vond zelfs een opschaling naar integrale gebiedsontwikkeling plaats. De crisis zet hier echter fors de rem op. Een doorstart voor deze gecombineerde benadering is mogelijk, maar dan wel met nieuwe huwelijkse voorwaarden.
In de decennia na de Tweede Wereldoorlog, toen Nederland bezig was met de wederopbouw en zich ontwikkelde tot moderne natie, stonden rood en groen ver van elkaar af. Rood beschikte over een geheel eigen 'planeconomie', centraal geleid vanuit Den Haag, met de woningbouw als grote drijvende kracht. Voor groen geld in principe hetzelfde, met recreatie, natuur en landbouw als belangrijkste pijlers. Beide sectoren beschikten over eigen manieren van werken, eigen tradities en eigen belangenorganisaties, die weinig bij elkaar over de vloer kwamen. Eind jaren negentig begon daar verandering in te komen, onder invloed van de opkomst van 'ontwikkelingsplanologie'. De werelden van rood en groen - later aangevuld met blauw - begonnen elkaar te ontdekken, op basis van het gedeelde inzicht dat een gecombineerde aanpak meer vruchten zou opleveren dan bij een ieder-voor-zich-strategie. Op rijksniveau vond men elkaar, maar ook partijen als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten mengden zich vol overgave in het rode domein.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_samenwerking en allianties_0_1000px’ door Onbekend (bron: Shutterstock)