Nieuws De provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland kunnen de komende jaren 220.000 extra woningen bouwen, boven op de al eerder toegezegde aantallen. Maar ook in dit geval gaat voor niets alleen de zon op. In ruil voor de extra woningen moet er fors worden geïnvesteerd in de infrastructuur in, van en naar het gebied.
De provincies presenteerden deze week het rapport ‘Bouwstenen voor het Deltaplan’. Hierin stellen zij dat het gebied een sleutelrol kan vervullen in het realiseren van de doelstelling om voor 2030 1 miljoen woningen te bouwen in Nederland. Want, zeggen zij, “Noordelijk Nederland heeft de ruimte om de maatschappelijke opgaven op het gebied van wonenwerken, infrastructuur en landbouwnatuur integraal en in samenhang met de klimaatopgaven op te pakken.” Ook beschikt de regio over “klimaatrobuuste watersystemen die de zeespiegelstijging en de toename van zowel wateroverlast als droogte kunnen opvangen.”
Voorwaarde
In totaal beloven de vier provincies – in samenwerking met de gemeenten Leeuwarden, Groningen, Assen en Emmen - 220.000 extra woningen te kunnen bouwen bovenop de al eerder toegezegde 100.000. Mochten de plannen doorgaan, dan betekent dat er 45.000 woningen in zowel Drenthe als Friesland bijkomen, 50.000 in de provincie Groningen en 80.000 in Flevoland.
De betrokken partijen stellen echter een voorwaarde die cruciaal is om de beloofde 220.000 woningen te kunnen realiseren: betere infrastructuur in, van en naar het gebied. Zij noemen de realisatie van “uitstekende (inter)nationale en (inter)regionale bereikbaarheid” noodzakelijk om het extra steentje bij te kunnen dragen. De focus ligt daarbij voornamelijk op investeringen in het spoor. In het rapport noemen zij drie samenhangende investeringen die nodig zijn: de aanleg van de Lelylijn, het afmaken van de Nedersaksenlijn en verbetering van de huidige spoorverbindingen.
Uitdaging
De Lelylijn wordt in het rapport omschreven als de drager van een verbeterde verbinding tussen de provincies en de Randstad. De verbinding zorgt voor een kortere reistijd (40 minuten), neemt een deel van de druk op het bestaande traject weg en kan in de toekomst een belangrijke schakel zijn in het opzetten van een Europees spoornetwerk. De Nedersaksenlijn (een ‘gamechanger’, aldus het rapport) verbindt Enschede via Emmen direct met Groningen, inclusief een verbinding met het Duitse spoornetwerk.
Samen met investeringen in het huidige spoornetwerk (Zwolle-Groningen/Leeuwarden en Zwolle-Emmen) moet op deze manier de bereikbaarheid van het gebied worden verbeterd. Financiering en realisatie van zowel de Lely- als de Nedersaksenlijn zijn de afgelopen jaren nogal een uitdaging gebleken. Zo werd begin dit jaar bekend dat de Lelylijn voorlopig nog geen aanspraak kan maken op de miljarden uit het Nationaal Groeifonds.
Lees hier het volledige onderzoek ‘Bouwstenen voor het Deltaplan’.
Cover: ‘Werkzaamheden naast station Groningen’ door Steven Klaassens (bron: Shutterstock)