Monique ten Haaf

Overijssel speelt snel in op veranderende behoeften

16 januari 2019

4 minuten

Persoonlijk Overijssel speelt snel in op de veranderde woningvraag. Dat moet ook wel, zegt Monique van Haaf, sinds 2015 gedeputeerde voor Ruimte en Wonen, Grondbeleid en Handhaving in Overijssel. “Het gaat niet om het aantal woningen, maar om de vraag welke woningen je waar wilt hebben.”

Liever tijdelijke woningen dan villawijk

Van Haaf hekelt de reflex van veel grondeigenaren om primair te kijken naar het verdienmodel, en niet naar waar op lange termijn behoefte aan is. Vooral gemeenten moeten op dit laatste meer sturen, vindt ze. “Ik snap wel dat je een villawijk wilt neerzetten op een uitleglocatie, maar is daar over tien jaar nog behoefte aan? Vergeleken met tien jaar geleden willen meer mensen in het centrum wonen. Er zijn ook meer één- en tweepersoonshuishoudens. Door de vergrijzing is er meer behoefte aan gelijkvloers wonen, dichtbij voorzieningen. Met dit soort trends proberen we rekening te houden. We moeten zorgen dat de woningvraag van vandaag niet de leegstand van morgen is.”

Tijdelijke woningen
Op initiatief van de provincie komen overheden, makelaars, ontwikkelaars, corporaties en andere betrokkenen eens in de twee maanden samen in de ‘Woonkeuken’, waar niet alleen wordt gepraat, maar ook zaken worden gedaan. Dit initiatief van de provincie krijgt veel weerklank. Van Haaf: “We omarmen vernieuwende ideeën, maar die moeten ook uitvoering krijgen. Vrijwel alle gemeenten doen mee en staan open voor experimenten met regelvrije zones. Zo is hier het idee ontstaan voor de Knarrenhof. Op een voormalig boerenerf zijn woningen voor ouderen gekomen. De gemeente heeft daarbij ontheffing verleend voor de agrarische bestemming.”

Andere voorbeelden die in de Woonkeuken ontstonden, zijn tijdelijke, modulaire woningen en verplaatsbare, energieneutrale tiny houses.  De rol van de provincie is volgens Van Haaf te faciliteren en te delen. “We volgen gemeenten en marktpartijen op de voet. We stimuleren ze, maar lopen ze niet in de weg. Onze Omgevingsvisie laat veel ruimte open en gaat uit van wat kan. Met gemeenten hebben we periodiek overleg over de trends waarop we moeten sturen.”

Agrarisch karakter
Van Haaf is trots op het provinciale programma Stadsbeweging, dat initiatieven steunt om de vitaliteit van de steden te bevorderen. Zo stelt ze geld beschikbaar voor bewoners en bedrijven die een goed plan hebben: van leegstand tegengaan en een stadscafé beginnen tot een theaterpodium oprichten en een stadskrant op zetten. “Hiermee staan we dichterbij de burgers dan gebruikelijk is voor provincies.”

Vanuit het Rijk kun je niet zien wat er echt moet gebeuren. Nederland is zo divers.

Van Haaf moet niets hebben van de roep om meer sturing van het Rijk, die her en der klinkt. “Vanuit het Rijk kun je niet zien wat er echt moet gebeuren. Nederland is zo divers. Overijssel is niet te vergelijken met Noord-Holland. Wij hebben door ons agrarische karakter andere opgaven. Het Rijk heeft daar geen grip op.”

Van Haaf zit in de bestuurlijke adviesraad voor een Nationale Omgevingsvisie (NOVI). “Daarin zal zeker ruimte zijn voor de uniekheid van elke provincie. Er is niet aan de orde geweest dat het Rijk de regie voor de woningbouw gaat overnemen. De NOVI gaat wel over samenhangende opgaven, zoals de energietransitie, de klimaatadaptatie, de circulariteit en het wegennet. Daarbij kijken we hoe die opgaven landen in de provincies, rekening houdend met de verscheidenheid.”

Toeloop uit Randstad
Van Haaf verwacht meer toeloop uit de Randstad naar Overijssel. “Vanuit Zwolle en Deventer is het één uur rijden naar Amsterdam. Bovendien werken mensen vaker thuis. Hier heb je een luxe huis en tuin voor de prijs van een driekamerappartement in Amsterdam. Met de minister van Wonen hebben we afgesproken dat we laten onderzoeken hoeveel mensen uit het westen hier woonruimte zoeken. De vraag is of wij ze hier kunnen huisvesten - en vooral ook of we dat willen. We bouwen niet alles vol, want we willen ons groene karakter met veel water behouden.”

Wij willen liever inbreiding dan uitbreiding

Een overeenkomst met andere provincies is de voorkeur voor verdichting boven uitleglocaties. Van Haaf: “Wij willen liever inbreiding dan uitbreiding. Maar wij gaan hier niet zover met hoogbouw als de Randstad. Dat past hier niet. We zullen daarom ook aan de randen van de stad moeten bouwen. Dat gebeurt al met mate. En we willen het landschap en het straatbeeld intact houden. Daarom kiezen we zoveel mogelijk voor transformatie van bestaande panden, zoals bedrijven, boerderijen, kerken, scholen en ziekenhuizen.”

Dit artikel is afkomstig uit de wintereditie van Gebiedsontwikkeling.krant 2019


Cover: ‘Monique ten Haaf’


simon kooistra pp

Door Simon Kooistra

Freelance journalist


Meest recent

Valley, Amsterdam-Zuidas door Ceescamel (bron: Wikimedia Commons)

De nieuwe stedenbouw is groen

Jaap Modder belichtte eerder de toekomst van de stedenbouw en het groen ontwikkelen in de stad. In zijn nieuwste bespreking komen beide thema’s samen. Een boek waarin negentien vakgenoten spreken over verstedelijking in relatie tot menselijk welzijn.

Recensie

11 juli 2025

Weekoverzicht donderdag 10 juli door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van het ruimtelijk rechtbreien

Het ging deze week over rechtbreien. In fysiek opzicht bij het landschapsherstel in Brabant en een alternatief gebruik van parkeerplaatsen. Maar ook procesmatig, zoals bij het dichten van de kloof tussen bestuurders en ontwerpers.

Weekoverzicht

10 juli 2025

Kleine Beerze hermeandering door Nadine van den Berg (bron: Ministerie VRO)

Van krom naar recht en weer naar krom, Brabants beekherstel doet het landschap goed

Journalist Mark Hendriks en fotograaf Nadine van den Berg gaan in actuele projecten op zoek naar ruimtelijke kwaliteit. In aflevering 5 gaat het naar de Kleine Beerze in Brabant, waar beekherstel veel goed doet.

Uitgelicht
Casus

10 juli 2025