29 mei 2012
2 minuten
Aan het beleid dat vanaf de jaren tachtig inzette op ‘meer markt, minder overheid’ lagen uiteenlopende overwegingen ten grondslag. Nieuwe economische inzich- ten hadden het perspectief op en de waardering voor de markt veranderd en tot nieuwe ideeën over de rol van de overheid in de economie geleid. Daarnaast dwongen diverse factoren de overheid tot heroverweging van haar taken, zoals begrotingstekorten en reguleringsproblemen die veroorzaakt werden door de economische globalisering en de toegenomen differentiatie van de samenleving. Overheden hebben zich in reactie daarop teruggetrokken op tal van terreinen waar zij voorheen actief waren, om zich er vervolgens in een andere rol toe te gaan verhouden. In enkele decennia heeft zich daardoor een ingrijpende transformatie van maatschappelijke verhoudingen voltrokken. Hoewel markten van alle tijden zijn, kan vanwege de toegenomen rol van marktwerking en de repercussies die dit op allerlei maatschappelijke gebieden heeft gehad, de huidige maatschappij als een ‘marktsamenleving’ worden getypeerd.
De omstandigheden die mede de aanzet vormden voor het marktwerkingsbeleid zijn niet verdwenen. Vragen over de verhoudingen tussen markten, overheid en samenleving zullen dan ook politieke aandacht blijven eisen. In de tussentijd is er echter de nodige ervaring opgedaan met het marktwerkingsbeleid en is er veel discussie over gevoerd. Dit rapport analyseert die ontwikkelingen en geeft advies over de politieke vragen die bij maatschappelijke ordening rijzen. Langs welke weg ontstaat helderheid over wat als zaak van publiek belang moet worden aangemerkt en als zodanig moet worden behartigd? Wie moeten hoe en wanneer bij dit alles institutioneel betrokken worden? En meer specifiek: welke rollen komen de overheid toe? Welke rollen zijn weggelegd voor marktpartijen? En welke voor de samenleving?
Zie voor de volledige publicatie: