Casus De komende jaren verrijst in de gemeente Bergen (Limburg) een uitgestrekt ‘Energielandgoed’ in het gebied Wells Meer. Een miljoen zonnepanelen en vier grote windturbines vinden hun plek in een landschap met nieuwe natuur, wandel- en fietsroutes, een bezoekerscentrum, innovatieve bedrijven en natuurinclusieve landbouw. De plannen voor het energielandschap in Bergen zijn onderdeel van de Regionale Energiestrategie (RES) Noord- en Midden Limburg. Hoe doe je dat, projecten uit de RES onderdeel maken van gebiedsontwikkeling? Dat vertellen projectleiders Arno Derks en Johan van de Heijning.
In 2016 gingen Antoon Splinter (wethouder Ruimte & Financiën) en Arno Derks (afdelingsmanager Ruimtelijk Domein bij de gemeente Bergen) met netbeheerder Enexis mee op studiereis naar Samsø. Dat Deense eiland voorziet volledig duurzaam in de eigen energiebehoefte. Ze kwamen enthousiast terug. "Wat Samsø kan, kan Bergen ook", dachten ze. Zo legden zij de basis voor de ambitie van de gemeente Bergen om in 2030 energieonafhankelijk te zijn. Om dit doel samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven te bereiken, zette de gemeente het programma VerduurSAMEN2030 op.
Versterking leefomgeving
Een belangrijk onderdeel van VerduurSAMEN2030 is de ontwikkeling van Energielandgoed Wells Meer, een gebied in de gemeente. "De gemeente Bergen laat verduurzaming samengaan met versterking van de leefomgeving en bescherming van woonkernen en kwetsbare natuur in bijvoorbeeld het nabijgelegen Nationaal Park De Maasduinen", licht Johan van de Heijning toe. Hij is als technisch projectleider vanuit Antea Group nauw bij Wells Meer betrokken. "Windmolens en zonnepanelen worden niet hapsnap verdeeld over de gemeente. Alle grootschalige opwek van wind- en zonne-energie komt in Wells Meer. Samen is dat goed voor de helft van de doelstelling om in 2030 energieonafhankelijk te zijn. Het totale energieverbruik van de gemeente Bergen is 1,74 Petajoule. Wells Meer gaat dus 0.87 Petajoule aan duurzame opwek leveren. Voor het overige wordt de doelstelling bereikt door 20% besparing en 30% kleinschalige duurzame projecten, zoals zon op bedrijfsdaken.”
Waar wil je echt voor gaan?
In het hele land moeten regio’s de komende jaren wind- en zonneprojecten via RES'en inpassen in hun leefomgeving. Wat kunnen zij daarbij leren van de aanpak van Bergen? Derks: "Wij hebben er vanaf dag 1 bewust voor gekozen te laten zien dat we meer kunnen dan alleen duurzame energie opwekken. Bedenk wat je wilt bereiken in een gebied: waar wil je écht voor gaan? Als verduurzaming onderdeel is van een bredere gebiedsontwikkeling, met positieve effecten voor de leefomgeving, maakt dat het meer de moeite waard om eraan te werken, dan wanneer je simpelweg een productielocatie neerzet."
Concreet betekent dit dat de gemeente onder meer met de huidige pachters in het gebied – een graszodenteler en een groenteverwerkingsbedrijf – overlegt over beëindiging of verduurzaming van hun activiteiten. "Verder gaan we samen met het waterschap het watersysteem in het gebied verbeteren. We willen de zonnevelden meervoudig gebruiken, door er gewassen te planten die de biodiversiteit verbeteren of er op een natuurinclusieve manier groenten of fruit te telen." Om dat laatste mogelijk te maken, komt er een zogeheten Energieboulevard. Hier wil de gemeente samen met agrariërs en kennisinstellingen onderzoek doen naar deze toepassingen.
‘Bergen (plaatsje Limburg)’
Huidige situatie Wells Meer (bron: gemeente Bergen)
Financieel participeren
"En je kunt straks fietsen of wandelen in het energielandgoed en je in het bezoekerscentrum laten informeren over het gebied. En we kijken nog of we meer maatschappelijke doelstellingen aan het gebied kunnen verbinden. Kunnen we het dagelijks onderhoud bijvoorbeeld laten verzorgen door de sociale werkvoorziening?"
Volgens Derks gebeurt dit alles in nauw overleg met netbeheerders, experts, bedrijven, organisaties, omwonenden en buurgemeenten. "De revenuen vloeien terug in de samenleving. Dat gebeurt deels via de gemeentebegroting: door de inkomsten van het Energielandgoed blijven uitgaven op bijvoorbeeld het sociaal domein betaalbaar. Daarnaast denken we aan de vorming van een fonds of koppeling met andere VerduurSAMEN-projecten. We gaan dat nog verder uitwerken. Dit alles maakt dat inwoners zich betrokken voelen en graag meedoen, ook door financieel te participeren. We hebben 30 miljoen euro eigen vermogen nodig. De helft daarvan wordt opgebracht door Bergen en buurgemeenten. De andere helft is beschikbaar voor inwoners.”
Koffietafelbijeenkomsten
Is er helemaal geen weerstand? "Dat valt erg mee", zegt Van de Heijning. "Als je een sterk verhaal hebt, met een wenkend perspectief, als je je open opstelt en laat zien dat je de plannen echt samen met de omgeving wilt uitvoeren, zijn mensen best bereid om mee te doen."
Toch ontstonden er ook zorgen en bezwaren, onder andere van direct omwonenden. "Tijdens koffietafelbijeenkomsten hebben we gekeken hoe we elkaar tegemoet konden komen", vertelt Van de Heijning. "Zo gaan we de windmolens bijvoorbeeld iets anders neerzetten dan we oorspronkelijk gepland hadden. We organiseren ook ontwerpsessies met direct aanwonenden om samen te kijken hoe we het energielandgoed kunnen inrichten. Je moet de tijd nemen om uit te leggen waar je mee bezig bent en te laten zien dat je niet alleen energie gaat opwekken, maar dat de leefomgeving er ook echt op vooruit gaat."
Netaansluiting
Dat de grond van Wells Meer – ruim 400 hectare – grotendeels in bezit is van de gemeente Bergen, is een voordeel bij de ontwikkeling van het gebied. Maar het is niet per se een voorwaarde. "Het is belangrijk dat je als gemeente ‘grip’ hebt op de grond", zegt Derks. "Dat kan door een strategische samenwerking of overeenkomst aan te gaan met de grondeigenaren. Of door zelf de grond te kopen. Dat is wat wij in Wells Meer doen. Een deel van de grond van Wells Meer is in bezit van de provincie. We zijn nu bezig dat aan te kopen."
Volgens Van de Heijning zijn er, naast deze ‘grip op de grond’, andere factoren die mede bepalen of en hoe je duurzame opwek kunt laten samengaan met gebiedsontwikkeling. "Zorg dat je voor de gebiedsontwikkeling instemming hebt van het bevoegd gezag en dat je een businesscase hebt met goede verdienmodellen. Dat laatste is nodig om vreemd vermogen te kunnen aantrekken en om het plan te financieren. Sowieso moet het wel rendabel zijn natuurlijk. En betrek zo snel mogelijk de netbeheerder bij je project. Want je hebt uiteraard een kabel nodig om de opgewekte stroom aan te sluiten op het net. Wij hebben daarvoor al in een vroeg stadium een intentieovereenkomst gesloten met Enexis en Tennet, zodat zij aan de slag kunnen met de netaansluiting. Dat kost ongeveer evenveel tijd als de ontwikkeling van ons Energielandgoed. Je moet dus vanaf het begin gelijk optrekken om samen aan de finish te komen."
‘Sfeerimpressie energielandgoed Wells Meer (bron: H+N+S Landschapsarchitecten)’
Sfeerimpressie energielandgoed Wells Meer (bron: H+N+S Landschapsarchitecten)
Woonwijkontwikkeling
De realisatie van Energielandgoed Wells Meer ligt op schema, mede dankzij de betrokkenheid van de wethouder, politieke overeenstemming in de raad en samenwerking met experts en andere betrokkenen. "Kennis die we niet zelf hebben, huren we in", zegt Derks. "We hebben projectleiders van buiten aangetrokken voor de techniek en voor communicatie. Daarnaast werken we met externe bureaus die ons bijvoorbeeld hebben geholpen bij het opstellen van het Masterplan en het bestemmingsplan of die ons voorzien van juridisch advies. We hebben alle risico’s doorgelicht, laten ons goed adviseren en passen overal het vierogenprincipe toe. We hebben alles netjes voor elkaar, waardoor het vertrouwen groeit, ook in de omgeving."
Volgens Van de Heijning pakt Bergen de gebiedsontwikkeling in Wells Meer net zo aan als de ontwikkeling van een woonwijk. "We werken in zes fasen, waarvan de eerste twee – verkenning en ontwerp – inmiddels achter de rug zijn. We zitten nu in de plan- en ontwikkelfase. Het ontwerpbestemmingsplan gaat volgens planning in februari naar de gemeenteraad. Dan gaan we een SDE++-subsidie aanvragen. Intussen werken we het masterplan en het inrichtingsplan uit en richten we een BV op, die het landgoed gaat exploiteren."
Door tegelijk aan de meerdere onderdelen van het energielandschap te werken, hoeft volgens de projectleider niemand op elkaar te wachten, waardoor de vaart erin blijft. Verloopt alles volgens plan, dan start de aanleg in 2022 en kan het park - afhankelijk van de netaansluiting - ergens rond 2025 operationeel zijn. "Het is echt een uniek project. Bergen laat zien dat je als kleine gemeente bij duurzame gebiedsontwikkeling best een grote broek kunt aantrekken. Als je maar een goed verhaal hebt en bereid bent om het echt samen te doen."
Cover: sfeerimpressie energielandgoed door H+N+S Landschapsarchitecten
Cover: ‘Sfeerimpressie energielandgoed Wells Meer (bron: H+N+S Landschapsarchitecten)’