Opinie GO COLUMN Met het verdwijnen van het ministerie van ruimtelijke ordening lijkt het alsof het collectieve planologische geheugen bij het grof vuil is gezet, meent columnist Maarten Janssen.
Beste Floris,
De woningnood begint inmiddels zorgelijke
vormen aan te nemen. De bevolking en met name het aantal huishoudens neemt nog
steeds fors toe. In toenemende mate concentreert de woningvraag zich in en om
de grote steden, vooral in de Randstad. Brexit zal de druk op de Amsterdamse
regio (waar de prijzen voor de gemiddelde expat uit London prima te betalen
zijn) nog verder doen toenemen.
Er was een tijd dat we in dit land vanuit een ministerie van ruimtelijke ordening plannen maakten om grootschalige woningnood te bestrijden. Sterker nog, de naoorlogse bouwbehoefte en de daaropvolgende groeispurten legden het fundament voor de sterke planningstraditie die dit land zo kenmerkte. De Nota’s Ruimtelijke Ordening gaven richting aan de groei door kwantiteit en kwaliteit aan elkaar te verbinden en daarbij heldere ruimtelijke keuzes te maken. Ook het laatste grote nationaal gestuurde uitbreidingsprogramma, de Vinex, bleek na eerdere scepsis een succes.
Toen kwam de crisis en werd alles anders. Het ministerie van ruimtelijke ordening verdween en het is alsof het collectieve planologische geheugen toen ook bij het grof vuil is gezet. Top down werd organisch bottom up.
Naast de enorme bouwopgave vormen nu de klimaatverandering en energietransitie de centrale uitdagingen. We staan voor de taak om in rap tempo onze totale energiehuishouding om te vormen. Van olie en gas naar koolstofarm. Een ingewikkeld dossier zonder eenvoudige oplossingen, zowel technisch als financieel. All electric, kan het systeem dat wel aan? Of wordt het waterstof, centraal geproduceerd bij een duurzame bron? Welke aanpassingen moeten we nu doen om de gevolgen van klimaatverandering op onze waterhuishouding en voedselvoorziening aan te kunnen? De roep om een deltaplan voor de klimaatverandering en energietransitie is dan ook niet nieuw; het gaat het om de noodzaak van een integrale multidisciplinaire aanpak, die bovendien een grote ruimtelijke component heeft.
Deze grote opgaven voor ons land vragen om een centrale visie, om integrale sturing op ruimte en programma. En dus weer meer top down. Maar in Den Haag blijft het stil. Het primaat is bij de steden neergelegd (‘mayors rule the world’), waarbij het gebrek aan overzicht en abstractievermogen steeds pijnlijker duidelijk wordt. Het gebrek aan regie geeft bestuurders de ruimte om echte keuzes (zoals bouwen buiten de bestaande contour) te ontwijken als die politiek niet uitkomen en te kiezen voor oneliners die de achterban wil horen (een ‘noodknop’ op de huren!).
De woningmarkt laat zich niet leiden door een rode contour en de maatregelen rond middenhuur - onder andere algehele regulering van de vrije sector – leiden paradoxaal tot afremmen in plaats van stimuleren van nieuwbouwlocaties en bouwproductie.
Dit is de reden voor mijn brief aan jou. Bij gebrek aan een minister(ie) is de Rijksbouwmeester de enige redding. Floris, help het land! Zet de lijnen uit voor een nieuwe integrale ruimtelijke ordening! Red ons van de korte-termijndenkers. Voorkom een terugkeer naar de Stadstaatjes uit de Middeleeuwen en zet groots in op waar wij Nederlanders het beste in zijn: gestuurde integrale ruimtelijke planning. Voordat het te laat is.
Cover: ‘Go column cover 2’