Nieuws Nederland heeft te maken met taaie vraagstukken in de leefomgeving die alsmaar onopgelost blijven. Dat is de conclusie van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een nieuw advies. Een andere rolverdeling is nodig in de samenleving en daarbij kan gebiedsontwikkeling (soms) als voorbeeld dienen. “Gebiedsontwikkeling laat juist al mooi de kracht van gebiedssamenwerkingen zien.”
Stikstof, woningbouw, de strijd om de ruimte en de klimaatproblematiek. Zomaar wat leefomgevingsvraagstukken die de afgelopen (tientallen) jaren zijn vastgelopen. Het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen sluit niet meer goed aan bij de aard van de problemen. Deze spelen niet alleen in gebiedsontwikkeling, maar in de gehele maatschappij van vandaag. Een andere rolverdeling is nodig, concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het advies ‘Falen en opstaan: naar een doeltreffende aanpak van problemen’, dat gisteren werd gepresenteerd.
Vijf aanbevelingen
In het advies stelt de raad dat door de jaren heen “het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen en de manier waarop ieders institutionele logica een rol speelde, vaak is veranderd. De overheid heeft decennialang al nauwelijks oog voor de bijdrage die gemeenschapsinitiatieven kunnen leveren aan de aanpak van leefomgevingsproblemen.” Daarom komt de Rli met vijf aanbevelingen om de impasses bij al die leefomgevingsvraagstukken te doorbreken:
- Voer brede waardendialogen over leefomgevingsvraagstukken: “Problemen in de leefomgeving zijn met alleen wetenschappelijk onderzoek en technologische innovaties niet op te lossen.”
- Betrek gemeenschappen gelijkwaardig in het samenspel: “Gemeenschappen verdienen een gelijkwaardige plek bij het waarborgen van collectieve belangen in de leefomgeving en niet alleen onder de condities die de overheid stelt.”
- Creëer gremia waar overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen samenkomen: “Concrete opties om aan dergelijke georganiseerde verbanden handen en voeten te geven zijn de herintroductie van productschappen, het sluiten van akkoorden aan overlegtafels en het oprichten van gebiedscoöperaties.”
- Breng bedrijven in stelling voor toekomstbestendige ontwikkeling: “Om de schadelijke externe effecten van economische bedrijvigheid effectief te begrenzen, zijn overheidsinterventies nodig die beter aansluiten bij de logica van het bedrijfsleven.”
- Versterk het systemische vermogen van de overheid: “De overheid draagt de verantwoordelijkheid om complexe maatschappelijke vraagstukken te overzien en waar nodig met elkaar te verbinden. Op dit moment ontbreekt het bij de overheid echter aan voldoende overzicht en slagvaardigheid om die rollen te vervullen.”
Verleerd
Bart Swanenvleugel was als projectleider bij het opstellen van het advies betrokken. “Het punt dat wij in het advies maken, is dat het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen op een manier gegroeid is die niet meer past bij de huidige leefomgevingsvragen. We lopen tegen allerlei grenzen aan. Het samenspel tussen overheid en bedrijfsleven bijvoorbeeld. Dat samenspel was in de jaren 80 van de vorige eeuw heel effectief, maar blijkt nu niet meer te werken.”
Systemisch kijken is iets wat we als samenleving verleerd zijn
Jantine Kriens, Rli-raadslid en voorzitter van de adviescommissie die het advies heeft voorbereid, noemt het voeren van de waardendialoog als een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek, om dat samenspel weer op gang te krijgen. “We zien nu steeds vaker dat we als samenleving de grote vraagstukken op een technocratische manier benaderen. Je kan het wel hebben over de hoeveelheid mol stikstof per hectare en denken dat je het stikstofprobleem hebt opgelost als je het daarover eens bent. Maar dat heb je niet.”
“Je hebt het probleem pas opgelost als je het gesprek hebt gevoerd over welke waarden je belangrijk vindt, ook in gebiedsontwikkeling. Dat kan leiden tot conflicterende waarden, maar je kan beter de verschillen op tafel krijgen dan de ze weg te masseren door het gesprek technocratisch te voeren. Systemisch kijken is iets wat we als samenleving verleerd zijn. In de stikstofdiscussie gaat het er nu vaak over dat de rekenmethodiek niet goed is. Maar de achterliggende waarde, hoe belangrijk vinden wij de biodiversiteit voor de leefbaarheid van ons land, wordt vaak vergeten. De technische benadering claimt het debat. Dat biedt de partijen alleen maar meer gelegenheid de stellingen te betrekken.”
Beter positioneren
Een van de andere leefomgevingsvraagstukken waarbinnen het nu vaak spaak loopt, is de woningbouw. Kriens: “Dat vraagstuk is exemplarisch voor de term systeemfalen die wij gebruiken. Er wordt vanuit de overheid gezegd: we moeten een miljoen woningen bouwen binnen een bepaalde tijd. Terwijl het echte vraagstuk is: hoe krijgen we de demografische ontwikkelingen geaccommodeerd in onze volkshuisvesting. Dat is veel meer dan alleen woningen bouwen. Doe een stap terug en begin het gesprek met de vraag: wat vinden wij goede volkshuisvesting?”
Gebiedsontwikkeling laat juist al mooi de kracht van gebiedssamenwerkingen zien
Het tweetal vindt gebiedsontwikkeling een van de vakgebieden waarin er juist al veel stappen in de goede richting worden gezet. Kriens: “Gebiedsontwikkeling laat juist al mooi de kracht van gebiedssamenwerkingen zien. En ja, ook binnen gebiedsontwikkeling is soms duidelijk dat er meer samengewerkt moet worden met de gemeenschappen. Maar er zijn genoeg goede voorbeelden die door andere sectoren overgenomen kunnen worden. Wij denken dat dat de belangen beter boven tafel kunnen komen door gemeenschappen beter te positioneren in dat gesprek. Dan gaan namelijk ook de belangen een rol spelen van de mensen die in het gebied wonen en niet alleen maar meer de institutionele belangen. En voer zo’n gesprek ook niet alleen met de usual suspects.”
Lees het volledige advies op de website van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
Cover: ‘Jantine Kriens.jpg’ door Rob ter Bekke (bron: Raad voor de leefomgeving en infrastructuur)