2014.02.17_Samen de kop onder het maaiveld steken_660px

Samen de kop onder het maaiveld steken

17 februari 2014

2 minuten

Nieuws De energie-infrastructuur wordt niet in de planfase meegenomen bij binnenstedelijke herontwikkelingstrajecten. Gemeenten schieten zichzelf in de voet, door niet ondergronds de mogelijkheden te onderzoeken van wat bovengronds wenselijk is. De kosten voor onderhoud aan kabels en leidingen lopen op, als ze ergens worden geplaatst waar de monteur amper bij kan en duurzaamheidsdoelstellingen worden niet gerealiseerd. Dit stelt Martijn Boelhouwer, woordvoerder van Netbeheer Nederland.

Vroegtijdige afstemming op ondergrond zorgt voor kostenbesparing bij binnenstedelijk bouwen

Netbeheerders, maar ook waterschappen, worden door de gemeente niet betrokken als er een bestemmingsplan voor een gebied wordt opgesteld. Door deze organisaties pas bij de uitvoering te betrekken, worden onnodige kosten gemaakt doordat de infrastructuur op die plek onder de grond ontbreekt, terwijl die er wellicht honderd meter verderop wel ligt. Boelhouwer adviseert de verantwoordelijke wethouders van gemeenten om alles wat onder de grond ligt mee te nemen in de gebiedsontwikkeling. ‘Nodig waterschappen, kabelbedrijven, telecombedrijven en netbeheerders uit om de plannen die de gemeente heeft boven de grond, mogelijk te maken door onder de grond alle nodige voorzieningen aan te leggen. Laat de bestaande energie-infrastructuur in tact zodat er geen verlegschade ontstaat, reserveer voldoende ruimte voor alle nieuwe netwerken en stem de werkzaamheden met alle partijen die onder de grond maatregelen moeten nemen onderling op elkaar af’, aldus Boelhouwer. De gemeente moet de regie voeren en de verduurzaming van energie meenemen in de plannen om de CO2-doelstellingen te halen. De dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer kan bijvoorbeeld zonnepanelen in geluidswallen plaatsen, waarbij rekening wordt gehouden met de ligging van de elektriciteitskabels. Bedrijventerreinen kunnen hun eigen wind- of zonne-energie opwekken en gebruiken en deze aansluiten op de bestaande netvoorziening. In nieuw te ontwikkelen gebieden kunnen warmtepompen worden aangelegd. ‘Door de locatie als asset mee te nemen in herontwikkelings- en subsidietrajecten, maken we in Nederland de duurzaamheidsstap die we moeten maken,’ concludeert Boelhouwer. Wanneer de gemeente bovendien een paragraaf Nutsvoorzieningen opneemt in een binnenstedelijk herontwikkelingsplan, worden onnodige aanleg- of verlegkosten voorkomen.

Positief voorbeeld is het convenant dat de gemeente Tilburg, netbeheerder Enexis en Brabant Water vorig jaar sloten. In het document is vastgelegd dat de partijen hun plannen jaarlijks voor vier jaar op elkaar gaan afstemmen. Projecten zullen zo veel mogelijk worden gecombineerd, zodat bewoners minder overlast hebben en de kosten lager zijn (zie: Convenant zet puntjes op de i).


Cover: ‘2014.02.17_Samen de kop onder het maaiveld steken_660px’


Portret - Martijn Boelhouwer

Door Martijn Boelhouwer

Senior communicatieadviseur en woordvoerder bij Netbeheer Nederland


Meest recent

GO weekoverzicht  28_5_2025 door Stichting kennis gebiedsontwikkeling (bron: Stichting kennis gebiedsontwikkeling)

Dit was de week van de GO-handschoen oppakken

Deze week namen veel partijen in gebiedsontwikkeling de vlucht naar voren. Of het nou de inwoners van Leiden waren, de woningcorporaties of de Belgische publieke ontwikkelbedrijven. De GO-handschoen werd veelvuldig opgepakt.

Weekoverzicht

28 mei 2025

Nieuw modern hoogspanningsstation door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)

Ruimtelijke conflicten in de energietransitie: meer dan een technisch vraagstuk

Hernieuwbare energieprojecten worden in de uitvoeringsfase vaak vertraagd door ruimtelijke conflicten, discussie over ruimtelijke inpassing en een gebrek aan lokaal draagvlak. Dat concludeert Mark Koelman in zijn proefschrift.

Uitgelicht
Onderzoek

28 mei 2025

Transformatie Kaaien Antwerpen door AG Vespa door Kees de Graaf (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Een publiek ontwikkelbedrijf is het onderzoeken waard

We kennen de ontwikkelbedrijven die werken voor de publieke zaak uit Belgische steden als Antwerpen, Brussel en Gent. Maar zou zo’n onderneming – op enige afstand van de gemeente geplaatst – ook iets zijn voor de Nederlandse situatie?

Verslag

27 mei 2025