Nieuws Met het slinken van de conventionele gasvoorraden is de belangstelling voor schaliegas de laatste tijd toegenomen. Optimistische scenario’s veronderstellen dat er wereldwijd grote schaliegasreserves zijn. De schattingen voor de Nederlandse schaliegasvoorraad lopen uiteen van 200 tot 500 miljard m3. Daarmee moet rekening worden gehouden bij gebiedsontwikkeling. Reden genoeg om stil te staan bij het juridisch kader rond schaliegaswinning.
Onderzoek
Op dit moment wordt er nog geen schaliegas gewonnen in Nederland. Niet in de laatste plaats omdat er op maatschappelijk vlak nog de nodige reserves bestaan bij schaliegaswinning. De vrees bestaat dat schaliegaswinning risicovol is en een gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu. Zo heeft waterbedrijf Vitens zich bezorgd getoond over het risico van vervuiling van de ondergrondse watervoorraden, doordat bij het ‘fracken’ (kraken) van het schaliegesteente het grondwater vervuild zou kunnen raken. Verder bestaat er angst voor aardbevingen en bodemdaling.
Minister Kamp van Economische Zaken gaf opdracht tot een onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schaliegas voor met name de veiligheid voor natuur, mens en milieu. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schalie- en steenkoolgas in Nederland’. Het rapport concludeert dat de mogelijke gevolgen en risico’s van het opsporen en winnen van schaliegas voor natuur, mens en milieu beheersbaar zijn. Hiermee is een belangrijke stap gezet richting het eventueel winnen van schaliegas in Nederland.
Vergunningen
Schaliegas is aardgas en kwalificeert als zodanig als een delfstof in de zin van de Mijnbouwwet. Dat betekent dat voor de opsporing en winning van schaliegas een opsporings- respectievelijk winningsvergunning van de minister van Economische Zaken vereist is. Een opsporingsvergunning is een marktordeningsvergunning die een onderneming het alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied en binnen een bepaalde periode (doorgaans drie jaar) tot opsporing over te gaan c.q. één of meer proefboringen uit te voeren. Een winningsvergunning verleent het alleenrecht om in een bepaald gebied te winnen.
De Mijnbouwwet kent een begrensd aantal gronden om een aangevraagde opsporings- of winningsvergunning te weigeren. Dit betekent echter niet dat de afwegingsruimte om een aangevraagde vergunning al dan niet te verlenen beperkt is. Integendeel, zo kan de minister een aanvraag om een vergunning afwijzen op grond van de wijze waarop de aanvrager van plan is de te vergunnen activiteiten te verrichten. Hoewel de parlementaire geschiedenis er veeleer op lijkt te duiden dat deze weigeringsgrond een efficiënte en doelmatige winning beoogt te bereiken, lijkt bijvoorbeeld niet uitgesloten te zijn dat deze weigeringsgrond ruimte laat voor het meewegen van het aantal boorputten voor schaliegaswinning.
Winningsplan
Zou de minister een vergunning verlenen voor schaliegaswinning, dan dient de vergunninghouder voorafgaand aan daadwerkelijke winning nog een winningsplan op te stellen. Hierin worden onder meer de wijze en duur van winning beschreven en de maatregelen die getroffen worden ter voorkoming van schade door bodembeweging. Het winningsplan moet goedgekeurd worden door de minister. Daarbij wordt advies ingewonnen van de technische commissie bodembeweging en – desgewenst – van de Mijnraad.
De eisen waaraan de (proef)boringen zelf moeten voldoen, zijn opgenomen in de Mijnbouwwet en de Wabo. In de Mijnbouwwet zijn met name de artikelen van belang die zien op de bescherming van veiligheid en milieu, een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen en het beperken van schade ten gevolge van bodembeweging. In de Wabo zijn daarnaast artikelen opgenomen die bepalen dat het bevoegd gezag onder meer de bestaande toestand van het milieu en de gevolgen van het mijnbouwwerken voor het milieu dient te betrekken bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van het mijnbouwwerken.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt volgens ons dat het geldend wettelijk kader voldoende handvatten biedt om potentiële risico’s van opsporing en winning van schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af te wegen. Het recht is in zoverre klaar voor (de juridische afweging rond) de winning van schaliegas. Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Dat is in belangrijke mate een beleidsmatige keuze. Een eventueel kabinetsbesluit over het toestaan van (proef)boringen moet nog worden genomen en wordt op z’n vroegst verwacht medio 2014.
Rapport Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen opsporing van schalie- en steenkoolgas in Nederland d.d. 16 augustus 2013
Cover: ‘2013.08.30_Schaliegaswinning in Nederland_180’