Hotel New York in Amsterdam door ColorMaker (bron: Shutterstock)

Stedelijke identiteit en gemeenschapsvorming op gemeentelijk niveau

18 maart 2024

6 minuten

Analyse Stedelijke identiteit heeft de aandacht van de lokale politiek. Maar wat die identiteit precies is en hoe je die cultiveert, is voor gemeenten lastig. Kunnen bewoners samen met de gemeente invulling geven aan lokale identiteit en gemeenschapsvorming in onze snelgroeiende steden? Planoloog Frank van den Beuken geeft antwoord op die vraag.

“Maar wat maakt het Haags?” Die vraag wordt vaak gesteld bij beraadslagingen in de gemeenteraad van Den Haag. Bijvoorbeeld als het gaat over de ruimtelijke kwaliteit van gebiedsontwikkelingen. Blijkbaar is er een behoefte om een Haagse identiteit uit te drukken met de ontwikkeling van nieuwe gebouwen en de herinrichting van de openbare ruimte. Het antwoord op de vraag ‘wat maakt het Haags?’ is vaak onbevredigend. Want bij het bepalen van randvoorwaarden voor ruimtelijke kwaliteit kom je vaak uit op algemene criteria, die moeilijke specifiek Haags te maken zijn.

Woonwijk van boven door Fokke Baarssen (bron: Shutterstock)

‘Woonwijk van boven’ door Fokke Baarssen (bron: Shutterstock)


Bovendien spelen mode en tijdgeest vaak een veel belangrijkere rol. Zo lijken wijken van Nederlandse steden uit een bepaalde tijdsperiode sterk op elkaar. Er zijn typische, ruim opgezette jaren 60-wijken, gevolgd door de even markante jaren 70 bloemkoolwijken. De Vinexwijken uit de jaren 90 en de jaren nul zijn wat meer divers, maar ook die lijken nog altijd meer op elkaar dan dat ze typisch zijn voor de betreffende stad waar ze bij in de buurt liggen. Toch wordt aan steden weldegelijk een eigen identiteit toegedicht waar mensen zich in herkennen.

Dromen van een metropool

Bij de ene stad is dat beeld wel duidelijker dan bij de andere stad. Een voorbeeld van een stad met zo’n sterke identiteit vind ik Rotterdam. Ik woon er inmiddels zo’n 24 jaar. Rotterdam trok me aan als architectuurstad na mijn studie bouwkunde in Eindhoven. Het was rond 2000, Rotterdam was meer dan nu een ietwat rauwe stad, zonder gezellig centrum, maar wel met grootstedelijke allure. Ik ben later ook als stedenbouwkundige en planoloog voor de gemeente Rotterdam gaan werken en heb mij daardoor ook professioneel met de identiteit van de stad bezig gehouden.

Ik denk dat het cultiveren van stedelijke identiteit in combinatie met het ondersteunen van samen stadmaken bij kan dragen aan democratisch herstel op gemeentelijk niveau

Ik heb gemerkt dat veel mensen die in de stad wonen of er werken zich verbonden voelen met de Rotterdamse identiteit. Die identiteit is geworteld in de geschiedenis en wordt gecultiveerd in wisselwerking met veranderingen in de stad en in de wereld. In ‘Dromen van een metropool’ beschrijft Patricia van Ulzen hoe de identiteit van Rotterdam in de periode 1970 tot 2000 is veranderd en welke krachten daarbij een rol hebben gespeeld. “Was Rotterdam in 1970 nog een stad met een identiteitscrisis, die niet groot maar klein wilde zijn, en gezellig in plaats van zakelijk, rond 2000 presenteerde de stad zich als de meest grootstedelijke van alle Nederlandse steden.”

De Erasmusbrug en de Rotterdam in Rotterdam door Leonid Andronov (bron: Shutterstock)

‘De Erasmusbrug en de Rotterdam in Rotterdam’ door Leonid Andronov (bron: Shutterstock)


Van Ulzen laat zien hoe creatieve burgers en lokale ondernemers daarin een belangrijke rol hebben gespeeld. Ze noemt als voorbeeld de ontwikkeling van Hotel New York op de Wilhelminapier en de bijbehorende watertaxi’s. Daarmee werd Rotterdam weer een stad die leeft met de rivier. En ze roemt ook andere culturele ondernemers die initiatieven ontwikkelden met sociale meerwaarde vanuit een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de stad waar ze in leven en werken.

Samen stadmaken

De term ‘stadmaken’ kwam pas rond 2010 in zwang, maar eigenlijk beschrijft Van Ulzen in haar boek stadmakers-praktijken avant la lettre. In haar ogen was het vooral de creatieve klasse die iets bij wilde dragen aan de stad en daar de verantwoordelijkheid voor nam. Ik heb in Rotterdam (en later in Amsterdam) ervaren dat dit verantwoordelijkheidsgevoel niet alleen aan creatievelingen is voorbehouden. Het wordt inmiddels bewust gecultiveerd onder de noemer ‘samen stadmaken’ waarbij gemeenten zoeken naar een grotere betrokkenheid bij en een grotere invloed van burgers op de ontwikkeling van hun buurt en stad.

In de Omgevingsvisie Amsterdam 2050, waar ik als projectleider aan heb gewerkt, is ‘samen stadmaken’ een van de vijf strategische keuzes. Deze wordt als volgt omschreven: “Amsterdam wil meer ruimte voor diversiteit en eigenheid in de manier waarop we aan de stad bouwen. We werken als vanouds samen met professionele partijen, zoals de woningcorporaties, beleggers en grote instellingen, maar zijn tegelijk op zoek naar het verbreden van het ontwikkelpalet. Een uitdrukkelijke wens is om Amsterdammers een meer actieve en gelijkwaardige rol te geven. Dat geldt voor beheer en programmering van de eigen leefomgeving, ruimte voor lokaal ondernemerschap, programmeren van vrije ruimte, maar ook in het daadwerkelijk bouwen aan de stad en het invulling geven aan de energietransitie.”

Van wie is de stad?

De opkomst van het samen stadmaken in Amsterdam hangt samen met zorgen over de vraag ‘van wie is de stad?’ Journalist Floor Milikowski schreef een boek met deze titel. Daarin geeft ze een portret van Amsterdam aan het begin van de 21e eeuw, die onder invloed van veranderende machtsverhoudingen aan z’n eigen succes ten onder dreigt te gaan. Impliciet is de boodschap dat Amsterdam te veel een speelbal van het grote geld is geworden – en meer concreet van vastgoedbeleggers en van de toeristenindustrie. Deze ontwikkeling heeft een grote invloed op de identiteit van de stad. De zorgen die Milikowski ventileerde in haar boek kregen veel weerklank in Amsterdam en ook daarbuiten. Wethouder Marjolein Moorman (PvdA) maakte van de strijd om de ziel van de stad haar verkiezingsinzet voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. “Als we niet oppassen, verandert onze sociale stad in een pretpark van de vermogenden.”

Red Light District in Amsterdam door hurricanehank (bron: Shutterstock)

‘Red Light District in Amsterdam’ door hurricanehank (bron: Shutterstock)


Als een vervolg op ‘Van wie is de stad’ schreef Milikowski een boekje met een meer optimistische toon, geiteld ‘Wij zijn de stad – De buitenwijk als kloppend hart.’ Daarin laat ze zien hoe in de buitenwijken van de stad de buurtbewoners het heft in handen nemen. Ze betoogt dat juist daar de toekomst ligt van superdiverse steden. Ze ziet in Amsterdam Zuidoost en Amsterdam Nieuw-West hoe jonge ambitieuze kunstenaars, ondernemers en maatschappelijk werkers daar met succes initiatieven ontplooien. Deze mensen ontwikkelen een sterke lokale trots en hebben invloed op het gemeentelijk beleid en de ontwikkeling van de stad. En daarmee op de identiteit van de stad. Je zou dit als een voorbeeld van ‘emancipatie van de periferie’ kunnen zien.

Oefenen met democratisch herstel

Deze beweging van het je toe-eigenen van een stedelijke identiteit vanuit de periferie is denk ik zeer relevant voor de stedelijke democratie. En wellicht zelfs voor de toekomst van de nationale democratie als geheel. Mark Elchardus beschrijft in zijn boek ‘Reset’ de antidemocratische werking van het ‘kleine identiteitsstreven’ waarbij rechten worden op geëist, enkel omdat men tot een (schijnbaar) gediscrimineerde minderheidsgroep behoort. En hij beschrijft de druk op de samenleving die migratie (massamigratie volgens Elchardus) met zich meebrengt. Hij pleit voor herstel van een democratie die gebaseerd is op gemeenschapsdenken, een democratie waarin een grote mate van individuele vrijheid gekoppeld wordt aan een hechte gemeenschap. “Dat is een gemeenschap gekenmerkt door sterke gevoelens van lotsverbondenheid, solidariteit en verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar.”

Steden met een sterke identiteit lijken beter dan naties in staat om gevoelens van verbondenheid en verantwoordelijkheid tussen verschillende (minderheids)groepen op te roepen

Ik denk dat het cultiveren van stedelijke identiteit in combinatie met het ondersteunen van samen stadmaken bij kan dragen aan democratisch herstel op gemeentelijk niveau. Door deze combinatie wordt stedelijke identiteitsvorming, en daarmee gemeenschapsvorming over minderheidsgroepen heen, gekoppeld aan een gezamenlijk eigenaarschap voor concrete verbeteringen in de leefomgeving. Steden met een sterke identiteit lijken beter dan naties in staat om gevoelens van verbondenheid en verantwoordelijkheid tussen verschillende (minderheids)groepen op te roepen. Daarmee kan er op gemeentelijk niveau geoefend worden met democratisch herstel, gemeenschapsvorming en lokale daadkracht. Gemeenten bouwen daarmee samen met hun burgers aan het gezamenlijke vermogen om meer grip te krijgen op de ontwikkeling van hun wijk en van hun stad in een nationale, Europese en globale context.

Tegen de Haagse raadsleden, die zich zorgen maken de Haagse identiteit van gebiedsontwikkelingen, zou ik willen zeggen: focus je meer op de mensen dan op de stenen. En zorg voor een cultuur van samen stadmaken met betrokkenheid van bewoners en ruimte voor lokaal ondernemerschap. Dan wordt het vanzelf Haags.


Cover: ‘Hotel New York in Amsterdam’ door ColorMaker (bron: Shutterstock)

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


Frank van den Beuken door - (bron: linkedin.com)

Door Frank van den Beuken

Expert Planologie bij de gemeente Den Haag


Meest recent

Fietsende dame, Leiden door Dutch_Photos (bron: shutterstock)

“Laten we de stad weer aantrekkelijk maken voor gezinnen”

Hoe zorgen we ervoor dat steden aantrekkelijk blijven om kinderen te laten opgroeien? “Gezinnen die in de stad willen wonen, hebben op dit moment geen betaalbaar alternatief.”

Verslag

26 april 2024

Jonge zakenmensen overleggen in creatief kantoor door G-Stock Studio (bron: shutterstock)

Een opvallende acceleratie, de creatieve industrie doet het goed in de regio

De creatieve industrie associëren we meestal met de grote steden, maar daar neemt de banengroei de laatste jaren af. Daarentegen doen de middelgrote steden het een stuk beter. Wat zit er achter deze autonome regionale spreiding?

Analyse

26 april 2024

GO weekoverzicht 25 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de complete buurt

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de complete stadsbuurt centraal stond. Van de transformatie van het Utrechtse Wisselspoor via het naoorlogse stadsdeel Breda Noord naar de verdichting in het Haagse Bezuidenhout.

Weekoverzicht

25 april 2024