2016.02.02_Terug naar de fabriek_660

Terug naar de fabriek

2 februari 2016

4 minuten

Opinie ‘Terug naar de fabriek’ zet de transformatie van gebouwen tot nieuwe levendige plekken centraal. In een bundeling van uitnodigende verhalen worden 25 industriële iconen op verschillende plekken in Nederland beschreven. Het boek opent met sprongen door de tijd over de ontwikkeling rond de fabrieken. Startend aan het einde van de negentiende eeuw, als de steden in de ban van groei zijn, tot de stilstand in de jaren zeventig. Vanwege stijgende loonkosten en internationale concurrentie sloten in die jaren veel fabrieken de deuren. Industrie is vanaf dan niet langer synoniem aan vooruitgang. Veel van de panden komen leeg te staan.

met nieuwe energie

‘Terug naar de fabriek’ is op dit moment ook op een andere manier actueel. Een deel van de productie die in de jaren negentig van de vorige eeuw naar China en Oost-Europa is verplaatst, keert weer terug. Als gevolg van stijgende loonkosten, behoefte aan snellere levertijden en technologische ontwikkelingen kunnen we spreken van een industriële opleving. Verwerking in fabrieken met3D-printing, Internet of Things en robotica; de combinatie van slimme technologie en klantgerichte ontwerpmogelijkheden is interessant. Er is een groeiende behoefte aan unieke (massa) producten.

Liggen hier ook geen innovatie mogelijkheden voor de bouw? Valt er iets te leren van andere sectoren? Denk aan de auto-industrie. BMW bijvoorbeeld gebruikt dezelfde motoren in verschillende modellen en door slim gebruik van software laten ze deze motoren per model anders klinken. Het geeft houvast om klanten (een deel) zelf te laten ontwerpen en, niet onbelangrijk, om de productie in de regio te laten plaatsvinden. Steeds vaker zien we dit ook in de woningbouw. Kopers krijgen digitaal diverse keuze mogelijkheden bij de inrichting van de woning aangeboden. De volgende uitdaging ligt in het maken van innovatieve cross-overs.

Onverwachte combinaties zien we ook op de locaties in ‘Terug naar de fabriek’. De ontwikkeling van de Westergasfabriek in Amsterdam wordt als eerste en nog steeds actueel voorbeeld geschetst. Een bijzondere ontmoetingsplek en stimulerend voor het op de kaart zetten van een plek als woongebied. Het boek neemt ons mee naar vijfentwintig plekken waar persoonlijke en maatschappelijke idealen steeds op een eigen wijze samenkomen. Rode draad in de verhalen is ondernemerschap, een helder concept en bijbehorende programmering. De intensiteit in gebruik is heel verschillend, evenals het soms slopen van delen; hier lijkt men bij transformatie minder angstig voor geworden de laatste jaren.

Overigens blijkt uit diverse onderzoeken dat historische kenmerken positief bijdragen aan de waarde van panden. Niet onbelangrijk, want sinds de bankencrisis in 2008 is de tijd van grootschalige plannen met bijbehorend budget voorbij. Geleidelijk en lokaal ontwikkelen is wat de projecten in het boek laten zien. Niet alles hoeft 100% te worden opgeknapt, men is zuinig op wat nog zichtbaar is vanuit het verleden. Eigenlijk wordt er zo meer behouden. De voorbeelden in het boek laten de eigenheid van projecten door heel Nederland zien, inclusief het verschil in intensiteit van gebruik.

Actuele vragen blijven hoe te komen tot besluitvorming rond afstoot van (industrieel )erfgoed en hoe om te gaan met boekwaardes, beheer en onderhoudskosten. Er is een groot verschil in marktwaardes tussen panden. Sommige gebouwen zijn goed aan de markt over te laten, andere vragen nadrukkelijk om niet alleen oog te hebben voor economische waarde maar ook voor sociale, cultureel historische en soms ook ecologische waarden. Daarbij is ook een groeiende rol in het beheer en in het initiatief zichtbaar voor wijkbewoners en huurders.

Kortom het boek toont een caleidoscoop van mogelijkheden waaruit de kracht van transformatie blijkt. De beschreven plekken, sfeer en activiteiten nodigen uit voor ontmoetingen, lekker eten, evenementen en kennismaking met allerlei ambachten. Zelf was ik recent in de Verkadefabriek in s’-Hertogenbosch voor een concert van Kapok, een ongewoon jazz trio. En binnenkort ga ik in mijn thuisstad Rotterdam weer een keer naar het RDM-terrein. Een interessant project om de ontwikkeling van maatschappelijk en financieel rendement te volgen. Een plek voor bedrijven, onderzoek, onderwijs en festivals. De nieuwe maakindustrie voor stad en haven, in de voormalige werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij waar een breed publiek kennis mee kan maken.

Het boek is een mooi cadeau en een uitnodiging aan vrienden om dit jaar samen Nederland door te reizen, bijzondere verhalen te horen, te ontspannen en inspiratie op te doen om ontwikkelingen op andere plekken ingang te zetten.

Zie ook:


Cover: ‘2016.02.02_Terug naar de fabriek_660’


Agnes Franzen door Ineke Oostveen (bron: Agnes Franzen)

Door Agnes Franzen

Strategisch adviseur SKG/TU Delft en medeoprichter/hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu (2010-2017)


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024