1 juni 2014
4 minuten
Verslag Derde thema van deze middag was transformatie. In een discussie o.l.v. Bert Krikke (directeur 4thecity en lid Watertorenberaad) stonden het transformatiebeleid van Den Haag -en in het bijzonder de transformatie van Scheveningen- en het Modekwartier Klarendal Arnhem centraal. In beide gebieden is sprake van ondernemerschap in gebiedsontwikkeling.
Deelverslag Conferentie Watertorenberaad 2014
Transformatiebeleid Den Haag: van binnenuit kwaliteit toevoegen
Marnix Norder (wethouder Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie van de gemeente Den Haag) maakte in de afgelopen 9,5 jaar als wethouder zowel de glorietijd als crisisjaren in stedelijke ontwikkeling mee. De opgave is om van binnenuit kwaliteit toe te voegen aan de stad. In de Structuurvisie Wereldstad aan zee uit 2005 werd de binnenstedelijke opgave nog vanuit het vinex-denken benaderd; top-down door de overheid samen met de markt. De crisis noopte tot een herijking van de uitvoeringsstrategie. Heel veel projecten zijn on hold gezet. Bijvoorbeeld Kijkduin, waar de gemeente zich beperkt tot het faciliteren van privaat initiatief. De gemeente focust op enkele locaties passend bij de visie, Scheveningen is daar een van. Van binnenuit kwaliteit toevoegen betekent dat de werkwijze per gebied verschilt. Overigens is ‘een beetje old school (waarbij de gemeente afspraken maakt met ontwikkelaars) niet verboden', aldus Norder.
‘Transformatie van de stad - Afbeelding 1’
In navolging van andere steden heeft ook Den Haag kleinschalig opdrachtgeverschap geïntroduceerd. In twee jaar tijd werden 500 kavels verkocht; de vraag is groter dan het aanbod. Naast rijtjeswoningen wordt particulier opdrachtgeverschap nu ook mogelijk gemaakt bij gestapelde bouw en kantoortransformatie, bijvoorbeeld in de Binckhorst. Particulieren kiezen wat ze willen afnemen, de gemeente zorgt voor een wind- en waterdicht gebouw. De gemeente werkt richting particulieren en ontwikkelaars met een vaste prijs en vaste voorwaarden, en formuleert de bebouwingsregels op een kavelpaspoort van 1 A4. Zo wordt met een minimale ambtelijke inspanning transformatie vlotgetrokken, en kunnen particulieren hun eigen buurt bouwen.
Scheveningen: verschillende gemeentelijke rollen
De twee soorten ontwikkelingen in Scheveningen die deze middag werden toegelicht illustreren de verschillende rol die de gemeente kan hebben: de herontwikkeling van het voormalige Norfolkterrein is geïnitieerd door de overheid, terwijl de ontwikkeling van het Viscluster door ondernemers is geïnitieerd. Ronald Janssen (gebiedsmanager Scheveningen): 'Beide keuzes zijn goed, ga uit van de kracht van het gebied.'
De transformatie van het voormalige Norfolkterrein betreft een samenwerking tussen de gemeente en ASR; een traditionele gebiedsontwikkeling in vergelijking met het viscluster. Het gebied rond de derde haven wordt een stadsdeel met woningen, horeca en een publieke functie. Er is afgezien van een bedrijventerrein, omdat bedrijven niet zouden kunnen groeien. Bovendien was er geen passend initiatief ('we willen hier geen betonmortelcentrale'). De gemeente voert de grex, met de marktpartijen is een samenwerkings- en realisatieovereenkomst gesloten. Volgend jaar start de eerste fase, het project loopt zeker nog tot 2022.
Op het Noordelijk havenhoofd geeft de gemeente ruimte aan zelfrealisatie door het viscluster, vanuit de visie om ruimte te geven aan doorontwikkeling van het viscluster als 'trots van Scheveningen'. Complexiteit is dat het gebied totaal is uitverkaveld en alle ondernemers willen groeien. 'Gebiedsontwikkeling is de enige manier hier', vertelt Evert van der Hoek (als adviseur namens de ondernemers betrokken bij het Viscluster). Dat betekent, in plaats van een optelsom van eigenbelang, coalities smeden op de gebiedsvisie. Dat gaat overigens niet zonder slag of stoot: met de ondernemers worden 'felle discussies' gevoerd. 'Maar we komen tot goede afspraken. Het ondernemersvertrouwen is de leidraad.'
Modekwartier Klarendal Arnhem: ondernemerschap floreert
Ook Modekwartier Klarendal Arnhem is een goed voorbeeld voor het van binnenuit kwaliteit toevoegen aan de stad; met gerichte ingrepen is een totale transformatie gerealiseerd, aldus Krikke. Op het eerste gezicht is het wijkontwikkeling 'oude stijl', met de gemeente en woningcorporatie als trekker. Maar de transformatie is illustratief voor het scheppen van condities om ondernemerschap te laten floreren. Het ondernemerschap heeft de wijk overgenomen en draagt bij aan de wijkontwikkeling, blijkt uit het enthousiaste relaas van Chris Zeevenhooven (wijkregisseur gemeente Arnhem) en Peter Koelewijn (stedenbouwkundige).
‘Transformatie van de stad - Afbeelding 2’
De begin 20e eeuwse wijk was verpauperd en bewoners waren, onder meer door drugsoproer, ten einde raad. Ze luidden de noodklok bij de gemeente, die de wijk lange tijd aan zichzelf had overgelaten. De wijk kende een eigen moraal, vreemden werden niet toegelaten. De gemeente zag de urgentie in en stelde in 2003 als kapstok een wijkvisie op, met als doel de economische as te herstellen. Koelewijn was bij dit proces betrokken, en stelt dat het voor gemeenten effectief is om iemand van buiten te betrekken die integraal door de sectorale organisatie heen kan werken. De stedenbouwkundige visie was om niet te slopen, maar precieze ingrepen te doen. Zo verbeterden de gemeente en corporatie de entree, de openbare ruimte en het OV in de wijk. Panden werden opgeknapt, met waar mogelijk winkelruimte op de begane grond, waar ondernemers voor werden gezocht. De creatieve economie zat al in de wijk en de omgeving, met hogeschool Artez, mode en ateliers, maar is nu zichtbaar gemaakt. Was er eerst sprake van pioniers, nu is de wijk een voedingsbodem voor ondernemers en is er een wachtlijst voor winkelruimte. Dat heeft te maken met de goede authentieke sfeer, aantrekkelijke huur en goede organisatie, stelt Krikke. De inspanningen werden in 2011 bekroond met de NRP Gulden Feniks voor gebiedstransformatie en in 2013 met de Gouden Piramide, een prijs inspirerend opdrachtgeverschap.
Zie ook:
Cover: ‘Thumb_Verslag_1_1000’