Luchtfoto zonsopkomst Rotterdam door Maarten Zeehandelaar (bron: shutterstock.com)

Urbanists Talk: Jeffrey Inaba

13 mei 2012

3 minuten

Verslag In een 'Urbanists Talk' op 3 mei jl. sprak architect en onderzoeker Jeffrey Inaba, oprichter van het architectenbureau INABA en directeur van Columbia Laboratory for Architectural Broadcasting (C-Lab), over de samenkomst van technologiebedrijven en internationale instituties voor stedelijk beleid – en hoe zij in allianties aan de stad van morgen werken.

Urbanists Talk: Jeffrey Inaba - Afbeelding 1

‘Urbanists Talk: Jeffrey Inaba - Afbeelding 1’


INABA probeert dit fenomeen in kaart te brengen en ziet dit als een onmisbare onderlegger voor architectuur. Volgens Inaba lijkt architectuur tot nu toe relatief onverschillig te staan tegenover de enorme aandacht voor de stad als laboratorium voor stedelijk beleid en als plek waar het overgrote deel van onze welvaart wordt geproduceerd.

Richard Holbrooke, die door architecturale middelen de politiek en de wereldrelaties beïnvloedde, vormt een belangrijke inspiratiebron voor bureau INABA. Holbrooke deed dit op regionaal niveau zoals in de Balkanlanden, maar ook op gebiedsniveau en op het niveau van het interieur, waarvan zijn onderhandelingstafel een belangrijk voorbeeld vormt. Ook INABA is werkzaam op die verschillende schaalniveaus. Op regionaal niveau werken ze aan masterplans voor een gebied in North Carolina en groeiende steden in Kazachstan en China. Inaba is kritisch als het gaat om de steden van de toekomst: Smart Cities en Cities 2.0. Hij betoogt dat het enthousiasme voor dergelijke steden vooral voorkomt uit de politiek en bedrijven werkzaam in de technologiesector. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat de inwoners van Smart Cities nogal ‘kortzichtig’ zijn, er niet van bedacht zijn wat een smart city hen heeft te bieden en worden er vrij nutteloze ‘smart’ voorzieningen aangeboden. Volgens Inaba hebben ontwerpers een zeer belangrijke rol in het creëren van een aantrekkelijke ruimtelijke ordening in deze steden om het leefbaar te maken. De ruimtelijke ordening heeft immers veel impact op de stad en is bevorderlijk voor een goed functioneren ervan. Volgens Inaba moet de ontwerper zorgdragen voor het optimaal benutten van de ruimtelijke condities van de stad en daarbij de ervaring van de gebruiker als uitgangspunt nemen. Door de veelheid aan data bij Smart Cities schuilt hier het gevaar van een top-down benadering in; dat de behoeften van gebruikers bepaald worden op basis van digitale informatie. Digitale middelen als Google Earth en Geografische Informatiesystemen (GIS) kunnen architecten een extra dienst bieden, maar het behoeft wel de nodige reflectie. Meer informatie betekent niet dat steden automatisch beter worden, aldus Inaba. Juist in deze globaliserende wereld, met informatie als een van de belangrijkste ‘grondstoffen’, is het belangrijk dat architecten en stedenbouwkundigen de ervaring van de gebruiker als uitgangspunt nemen. Hiermee raakt de gedachtegang van Inaba aan die van Apple. In dit licht spreekt Inaba ook van de aanwezigheid van de ‘mainstream culture’ en logischerwijs, ook de ‘counterculture’. Beide hebben hun impact op technologie, milieu en maatschappij en doen zogenoemde samenzweringen ontstaan. Als voorbeeld noemde Inaba hierbij de “samenzwering” van de senioren die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. De directe ervaring van het zien van zwaar beschadigde stedelijke gebieden zette deze groep er toe aan om te werken via informele kanalen om te proberen van deze steden plaatsen van harmonie te maken. Hun inspanningen zijn zichtbaar in de vorm van parken, pleinen, waterfronten, duurzame groenstroken, vernieuwde infrastructuur, boerenmarkten, fietspaden, straatbeelden en gemeenschappelijke tuinen. Hierbij noemde Inaba ook het belang van media, welke volgens hem onlosmakelijk zijn verbonden aan de stedenbouw. Anderzijds is volgens hem ook zichtbare branding van belang, als noodzakelijke tegenhanger van branding via de media. Als voorbeeld werd Google aangehaald, die zijn branding verplaatst naar de fysieke omgeving. Het laden van een merk aan de zichtbare omgeving kan veel invloed hebben op de identiteit en waardecreatie in het gebied. Het Hollywood sign in Los Angeles is verantwoordelijk voor 15 tot 20 procent duurderde woningen in zijn directe omgeving, in vergelijking met woningen waarvan de overige kernmerken gelijk zijn. Momenteel doet INABA onderzoek naar de waardecreatie van achtergestelde gebieden met behulp van letters uit het Hollywood sign en andere landmarks.

Organisatie: NAi

Voor een pdf van de volledige publicatie en gerelateerde documenten zie bijlagen.


Cover: ‘Luchtfoto zonsopkomst Rotterdam’ door Maarten Zeehandelaar (bron: shutterstock.com)


Portret - Trienke Hooghiemstra

Door Trienke Hooghiemstra

Trainee project leader at Provincie Fryslân


Meest recent

GO weekoverzicht 24 april 2025 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van beproefde en nieuwe principes

Wil je helemaal bij zijn, dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Het ging om de principes deze week. Van samenwerking bij PPS via het rekenen aan grondwaardes tot en met innovatie in het landelijk gebied.

Weekoverzicht

24 april 2025

Staking TU Delft door Redactie Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Redactie Gebiedsontwikkeling.nu)

Gebiedsontwikkeling.nu steunt staking TU Delft

Vandaag staakt de TU Delft. Omdat Gebiedsontwikkeling.nu mede mogelijk wordt gemaakt door de TU Delft steunt de redactie deze staking van harte. Onze artikelen drijven op de kennis en kennisontwikkeling van universiteiten en hogescholen.

Nieuws

24 april 2025

Agnes Franzen.jpg door Frederique van Andel (bron: Frederique van Andel)

De kloof tussen bestuur en straat dichten

De nieuwe Wet versterking participatie verplicht gemeenten tot een actievere rol voor burgers in beleid. Maar hoe geef je die betrokkenheid dan precies vorm? ROm-columnist Agnes Franzen reflecteert op participatie als democratisch leerproces.

Opinie

23 april 2025