Onderzoek Stadsontwikkelaars die de woningbouwproductie op willen krikken, kijken met begerige ogen naar de naoorlogse wijken. Daar ligt de ruimte om de woningdichtheid fors op te schroeven. Jeroen van der Velden en Kay Hollanders van Platform31 laten een tegengeluid horen en introduceren het begrip ‘wijkbewust verdichten’.
Een kiem voor het huidige debat over de naoorlogse wijken en hun verdichtingspotentie werd in 2020 gelegd door de onderzoekers van bureau KAW. Met hun studie ‘Ruimte Zat’ toonden ze aan dat woningcorporaties binnen hun eigen bezit tussen de 482.000 en 708.000 woningen zouden kunnen toevoegen. En inderdaad zijn er sinds die tijd ingrijpende transformatieplannen ontwikkeld in verschillende wijken, zoals in Den Haag Zuidwest waar in het plan Dreven, Gaarden en Zichten niet alleen 2.100 woningen worden gesloopt en nieuwgebouwd c.q. gerenoveerd, maar ook nog eens 3.500 nieuwe huizen worden toegevoegd.
Hardnekkige problemen
De bijdrage aan het oplossen van de woningnood (en het voorkomen van een te groot aandeel buitenstedelijk bouwen) is daarmee onmiskenbaar, maar hoe krijgen deze projecten concreet vorm? En wat betekenen ze voor de huidige bewoners? Platform31-onderzoekers Jeroen van der Velden en Kay Hollanders namen die laatste vragen als uitgangspunt voor hun paper over hoe verdichting het beste plaats kan vinden in ‘kwetsbare’ wijken. Al enige tijd onderzoekt Platform31 hoe er op diverse plekken in Nederland hoe dit proces verloopt en welke lering we daaruit kunnen trekken. Dit voorjaar verscheen bijvoorbeeld een studie naar de situatie in Amsterdam Nieuw-West, waarin geconcludeerd wordt dat de leefbaarheidsproblemen in de naoorlogse tuinstadwijken alhier hardnekkiger zijn dan gedacht en dat een fysieke en sociale aanpak veel meer hand in hand moeten gaan. Het is een pleidooi dat ook terugkomt in de BuurSaam-aanpak die het College van Rijksadviseurs propageert.
In hun paper beginnen Van der Velden en Hollanders met een verkenning van de noodzaak van verdichting. Het toevoegen van woningen kan allerlei voordelen hebben. Van meer woon- en werkruimtes creëren tot en met het realiseren van meer gemengde wijken. “Verdichting lijkt hiermee het duizenddingendoekje te worden van de stedelijke ontwikkeling,” aldus de auteurs. Een prikkel van een geheel andere orde komt uit de financiële hoek. Zo moeten de onrendabele toppen van projecten binnen de perken gehouden worden en dat lukt beter met forse bijbouwprogramma’s. Van der Velden en Hollanders lijken echter niet op voorhand overtuigd en wijzen op een aantal mogelijke valkuilen die evenzeer samenhangen met ondoordachte verdichting. Denk aan aantasting van de gezondheid van wijkbewoners, een daling van de hoeveelheid groen en natuur en de volgens hen twijfelachtige argumentatie dat het mengen van wijken de zittende bewoners vooruithelpt in het leven. Daarnaast dreigen er negatieve effecten rondom gentrificatie en verdringing.
Eerlijk gesprek
Van der Velden en Hollanders constateren dat de flink verhitte discussie over binnenstedelijk versus buitenstedelijk bouwen, die lange tijd woedde in Nederland, wat lijkt te zijn afgekoeld. In het verlengde hiervan pleiten ze voor het voeren van “het eerlijke gesprek over verdichting.” Ze introduceren daarvoor de term ‘wijkbewust verdichten’, die rekening houdt met een aantal aspecten c.q. uitgangspunten:
- maak de verdichting onderdeel van een bredere fysiek-sociale aanpak. Een instrument daarvoor is onder meer de inzet van ‘domeinoverstijgende’ projectteams;
- het mede afstemmen van het woonprogramma (ook in termen van betaalbaarheid) op de wensen van de zittende bewoners. “Lukt dit niet of nauwelijks, dan worden scheidslijnen in kwetsbare wijken groter, zal de weerstand tegen verdichting verder groeien en de leefbaarheidsverbetering in deze wijken niet duurzaam zijn.”;
- ook bij de voorzieningen moet goed gekeken worden of deze meerwaarde hebben voor de bevolking ter plekke;
- de kwaliteit van het bestaande groen moet worden verhoogd en ook bij toenemende bewonersaantallen moet er voldoende groen in de wijk aanwezig blijven;
- bij de (her)inrichting van de openbare ruimte moet worden ingezet op inclusiviteit en een multifunctioneel gebruik door uiteenlopende doelgroepen.

‘Overvecht Spoorzone’ door Ruben alexander (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 3.0, uitsnede van origineel
De conclusie van het onderzoek luidt dat de protesten van bewoners tegen het ongebreideld toevoegen van woningen aan hun wijk toenemen. “Leuzen als ‘Stoppen met proppen’ worden steeds vaker gehoord in het lokale debat. Dit geluid zal de komende jaren sterker worden naarmate de fysieke vernieuwing in steeds meer wijken zichtbaar wordt. Deze proteststemmen moeten we niet alleen scharen onder nimby-gedrag, maar vooral zien als roep van bewoners om ingrepen in de woonomgeving van echte meerwaarde te laten zijn voor de toekomst van hun wijk.” Van der Velden en Hollanders geven aan dat de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving leidend moet zijn en dat verdichting geen doel op zich is (of mag worden). De kennis van de zittende bewoners moet in de plannen worden ingebracht en verdichting moet onderdeel worden van een brede wijkaanpak, waarbij het stedelijk woonbeleid vergezeld gaat van “investeringen in maatschappelijke voorzieningen, groen, openbare ruimte en sociale programma’s.”
De publicatie ‘Wijkbewust verdichten in kwetsbare wijken. Whitepaper voor beleid en uitvoering’ is hier te downloaden.
Cover: ‘Sint Lucasschool, Amsterdam Nieuw-West, Osdorp’ door S. de Jong (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 4.0, uitsnede van origineel