10 februari 2013
2 minuten
Nieuws Van de kantooropname in 2012 blijkt 51% gerealiseerd in kantoren die vooraf door DTZ Zadelhoff als kansrijk zijn bestempeld, 44% in kanshebbend en 5% in kansarm vastgoed. Hiermee wordt bevestigd dat het perspectief op het vinden van een gebruiker in de huidige markt per kantoor zeer verschillend is.
De verhuurkans van een kantoor dat aan de markt wordt aangeboden, wordt groter naarmate het beter scoort op zowel de marktspecifieke, locatiespecifieke als objectspecifieke kenmerken. Op 1 januari 2013 werd 7,9 miljoen vierkante meter kantoorruimte aan de markt aangeboden. Door DTZ Zadelhoff is 16% als kansrijk (1.300.000m²), 49% als kanshebbend (3.800.000m²) en 35% als kansarm (2.800.000m²) gekwalificeerd. Het kansarme aanbod stijgt ten opzichte van vorig jaar met 7%. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van het kanshebbende aanbod van vorig jaar nu drie jaar of langer wordt aangeboden en daardoor als kansarm wordt gekwalificeerd. Het aandeel kansrijk aanbod is ten opzichte van vorig jaar licht gedaald. Dit wordt veroorzaakt doordat veel transacties van afgelopen jaar uit dit segment afkomstig zijn en doordat weinig nieuw en bestaand kansrijk aanbod op de markt beschikbaar komt.
Deze ontwikkelingen kunnen ook worden geïllustreerd aan de hand van de grootste kantoortransacties van afgelopen jaar. Elf kantoren uit de top 20 van grootste kantoortransacties zijn ten aanzien van de verhuurbaarheid vooraf als kansrijk bestempeld, acht kantoren als kanshebbend en één kantoor als kansarm. Voor een aantal nieuwbouwkantoren is een aanname gedaan op basis van de locatie en de daar geldende marktverhoudingen, aangezien het betreffende vastgoed niet bij oplevering te huur werd aangeboden, maar al voor oplevering verhuurd was.
Het 'Convenant aanpak leegstand kantoren' heeft als hoofddoel het realiseren van een goed functionerende kantorenmarkt. Als het gaat om ruimtelijke ordening is volgens het convenant een regierol weggelegd voor provincies. Onze VastgoedVisiekaart 2013 geeft de driedeling per provincie in Nederland weer. Het is duidelijk dat de schaal van de problematiek per provincie enorm verschilt en dat in de Randstad de problemen in absolute zin het grootst zijn. Dat is natuurlijk te verklaren doordat het zwaartepunt van de Nederlandse kantorenvoorraad in deze drie provincies ligt. Toch zien we hier dat de verhouding tussen aanbod en opname in het kansrijke segment in deze provincies veel gunstiger is dan de verhouding in het kanshebbende of kansarme segment. Kansrijk aanbod wordt zelfs steeds schaarser. Met deze wetenschap liggen er, ook in de huidige markt, kansen om te investeren in kanshebbend vastgoed, dat door een kwaliteitsimpuls naar kansrijk vastgoed kan worden getransformeerd.
Met de driedeling is aangetoond dat het van groot belang is de kantorenmarkt niet over één kam te scheren, maar oog te hebben voor de kwalitatieve verschillen in het aanbod.
Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_0_1000px’