7 februari 2011
2 minuten
Verslag “Bouwen in de stad heeft toekomst, mits je maar precies maakt wat de mensen willen en de kosten beter beheerst.” Die conclusie trok Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft, tijdens de conferentie „Mensen. Bouwen. Steden?.
Friso de Zeeuw en Paul Schnabel op conferentie over de toekomst van stedelijk wonen
De conferentie vond plaats op 28 januari op het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken in Den Haag. Ze werd georganiseerd om de overdracht van het thema verstedelijking van het voormalig ministerie van VROM/WWI naar Infrastructuur & Milieu/Binnenlandse Zaken niet ongemerkt voorbij te laten gaan. In de conferentie werd zowel terug- als vooruitgeblikt op het thema verstedelijking: welke resultaten zijn er geboekt en wat voor opgaven staan ons te wachten?
Programma Verstedelijking
Bert van Delden, plaatsvervangend directeur-generaal WWI, vertelde over het programma Verstedelijking dat tot 1 januari dit jaar bij de Directie Verstedelijking van VROM/WWI liep. Doel van het programma was „bevordering van de bouw van voldoende betaalbare, goede woningen op de goede plekken. Volgens Van Delden hebben we wat woningbouw betreft in Nederland te maken met drie harde waarheden. “Er blijft behoefte aan nieuwbouw, maar we kunnen deze woningen niet overal bouwen”, vertelde hij. “In de Randstad is het op veel plaatsen al druk. Tegelijkertijd kampen we in delen van het land, bijvoorbeeld Limburg, met krimp. Een generieke benadering van de woningbouwopgave is daarom niet meer van deze tijd.” Hij vervolgde: “Tweede harde waarheid is dat we woonwensen van de consument te lang hebben veronachtzaamd. De kwaliteit van woningen moet verbeteren. Ook de overheid gaat meer eisen stellen aan de woningbouw. Lag voorheen het accent op veiligheid en gezondheid, nu moet het ook duurzaam. Derde feit is dat bouwen steeds ingewikkelder wordt. De opgave verschuift van Vinex-wijk naar binnenstedelijk bouwen en functies als wonen, werken en recreatie moeten meer geïntegreerd worden.”
Om de problemen te tackelen bedacht de Directie Verstedelijking verschillende acties, waaronder regio?s gebiedsdocumenten laten maken, waarin ze hun woningbouwprogramma koppelden aan plannen voor infrastructuur, ruimte, groen en werken. Een andere maatregel was het maken van verstedelijkingsafspraken. Hierin kwamen plannen van het Rijk en de gemeentelijke gebiedsdocumenten bij elkaar, en werden afspraken gemaakt in het kader van het MIRT. Tot slot moest worden berekend wat dat allemaal ging kosten en wat de tekorten waren. Deze acties zijn nu nagenoeg afgerond.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’