Opinie De Ontwerp-Nota Ruimte blijft de gemoederen bezighouden in het vakgebied. Ook Wij Maken Nederland, het onafhankelijk netwerk van stad- en landmakers, is blij dat er weer een Nota Ruimte ligt waar discussie over gevoerd kan worden. Maar ze zien ook nog gaten en tegenstrijdige uitspraken, zo valt te lezen in de zienswijze op de Ontwerp-Nota. “Het glas is nu nog halfvol en halfleeg. Aan het komende kabinet de opdracht om klare wijn te schenken.”
In 2015 organiseerden we als Wij Maken Nederland het Jaar van de Ruimte. Na tien jaar constateren we, dat ‘Den Haag’ weer regie neemt bij de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Dat is goed nieuws. De afgelopen jaren zijn heel veel ambtenaren en bestuurders intensief bezig geweest met het leggen van puzzels voor complexe ruimtelijke afstemming, maar buiten die (systeem)wereld bleef het oorverdovend stil. Voor ons was dat aanleiding om 10 jaar na het Jaar van de Ruimte ons netwerk bijeen te roepen. De herstart was afgelopen mei in Den Haag. Daarna zijn met steun van onze partners in vier groepen aan de slag gegaan: in Noord, Oost, Zuid en West-Nederland. In een tiental bijeenkomsten verspreid over het land, met zo’n 500 deelnemers, hebben wij onze toekomstverhalen geschreven en getekend voor het deel van het land waar wij leven. De resultaten van de regionale dialogen hebben we vergeleken met de Ontwerp-Nota Ruimte.
Geweldig
Wij zijn blij dat er weer een Nota Ruimte ligt waar we het over kunnen hebben. We zien heel wat aanknopingspunten voor een ruimtelijke koers voor Nederland richting 2050. We zien echter ook nog heel wat oningevulde, of tegenstrijdige uitspraken in de Ontwerp Nota. Op basis van onze analyse doen we vier aanbevelingen aan het komende kabinet. Allereerst: moedige keuzes en een uitvoerbaar plan gevraagd. Volgend kabinet: bouw voort op wat er nu ligt. Hou het breed (Ruimte is veel meer dan woningbouw), scherp keuzes aan voor water/bodem, landbouw/natuur en economie van de toekomst, wees duidelijk wat de kernbeslissingen zijn en zorg voor een uitvoerbaar plan.
Met de keuze voor het uitgangspunt ‘Iedere regio telt’ breekt deze Nota Ruimte terecht met de voorgaande nota’s. Dat vertaalt zich in de spannende uitspraken over een schaalsprong in Groningen–Assen, Twente, Zuid-Limburg voor wonen, werken, voorzieningen en mobiliteit. Met de keuze voor de drie principes (multifunctioneel, gebiedskenmerken centraal en geen afwenteling) neemt deze Nota Ruimte terecht afscheid van de naoorlogse wederopbouwperiode met zijn modernisme, functionaliteit en functiescheiding.
Ga bij het vertalen van de Nota Ruimte in een uitvoerbaar plan uit van de inzet van de lokale de uitvoeringskracht van bewoners en ondernemers als voorkeursoptie
Een goede ruimtelijke ordening is niet alleen van belang bij het oplossen van de grote woningvraag van nu, maar ook voor het stikstofvraagstuk, de klimaatopgave, het verlies van biodiversiteit en het tegengaan van regionale ongelijkheden. De Ontwerp Nota maakt dat duidelijk. Maar om op die terreinen echt sturend te zijn zal het komende kabinet nog enkele heldere doelen moeten benoemen en keuzes moeten aanscherpen op (tenminste) drie thema’s: water/bodem, landbouw/natuur en de economie van de toekomst.
Moedige uitspraken
Positief is dat er in de Ontwerp Nota moedige uitspraken over peilverhoging in de veengebieden en beekdalen worden gedaan. Helaas worden die uitspraken vervolgens weer ontkracht. Ook is het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’ in de Ontwerp Nota afgezwakt. Dat moet door het komende kabinet worden gerepareerd. Laat er geen onduidelijkheid zijn: water en bodem moeten sturend zijn bij alle ruimtelijke beslissingen. Dat betekent: niet bouwen op plekken waar de bodem te slap is en de kans op ‘natte voeten’ groot. Dat betekent: grondwaterpeil verhogen in de veenweidegebieden en water vasthouden in de beekdalen op het zand. Dat betekent: zuinig omgaan met onze strategische zoetwatervoorraad.
Zolang er geen duidelijke koers wordt uitgezet in ‘Den Haag’ voor landbouw en natuur kunnen we in dit volle land geen volhoudbare toekomstplannen maken. Het Rijk zal het voortouw moeten nemen bij het herstel van de biodiversiteit, ook rekening houdend met de gevolgen van klimaatverandering. Een gezonde natuur is een primaire levensvoorwaarde voor brede welvaart. In de grote verbouwing van Nederland spelen boeren in het buitengebied een cruciale rol. Van het Rijk vragen we steun en ruimte voor een gebiedseigen aanpak. Mooi dat er in de Ontwerp Nota aandacht wordt besteed aan de inrichting van bedrijventerreinen. Wat onvoldoende doorklinkt is dat voor alle ruimteclaims onvoldoende ruimte in ons land is. Er zal gekozen moeten worden! Onduidelijk blijft wat de visie van het Rijk is op de economie van de toekomst. Wat komt er na ‘Nederland distributieland’? Nu lijkt het of de kool en de geit gespaard blijven. Niet alles kan overal, zet in op brede welvaart!
Hetzelfde doel beter realiseren
De tweede aanbeveling: zorg voor ontschotte geldstromen richting regio’s. Iedere regio telt en geef ruimte aan de regio’s om met gebiedseigen oplossingen te komen. Leer van Ruimte voor de Rivier: werk met een regionaal omwisselbesluit. De keuze in de Ontwerpnota voor het uitgangspunt ‘Iedere regio telt’ wordt van harte ondersteund. Ook de ruimte die wordt geformuleerd voor een gebiedseigen regionale uitwerking is zonder meer positief. Onze gesprekken in de landsdelen hebben ons geleerd hoe belangrijk het is om te investeren in gemeenschappen. ‘Vertrouwen’ is hier het sleutelwoord: dat betekent ruimte geven. Dus Rijksoverheid: ga bij het vertalen van de Nota Ruimte in een uitvoerbaar plan uit van de inzet van de lokale de uitvoeringskracht van bewoners en ondernemers als voorkeursoptie.
De grote opgaven waar we het over eens zijn moeten worden opgelost op het schaalniveau waarop ze spelen. Dat kan soms het Rijksniveau zijn, maar meestal is de regio het uitgelezen schaalniveau. Daarbij moet elke ingreep en elke keuze meerdere urgente kwesties tegelijk adresseren. Tegenwoordig kan je je eigen taak pas uitvoeren als je investeert in vraagstukken buiten je eigen domein. We verwachten van het Rijk een strategie en financiële constructies die deze cross-over investeringen uitlokken en versimpelen. Zorg voor ontschotte geldstromen naar alle regio’s in het land. Erken de kracht van de samenleving, werk daar als overheden gebiedsgericht mee samen. Werk aan onderling vertrouwen en geef de regio de ruimte om met gebiedseigen oplossingen te komen. Leer van de goede ervaringen van het programma Ruimte voor de Rivier. Dus werk met een dubbel besluit: het doel van beleid wordt op nationaal niveau onwrikbaar vastgelegd, de weg erheen is te vinden in de uitvoeringsnota, maar kan (regionaal beargumenteerd) omgewisseld worden in een ander besluit dat hetzelfde doel ‘beter’ (regionaal gezien) realiseert.
Nieuwe, radicale vormen van democratie
Drie: Werk aan een langetermijnvisie en voer daarover de dialoog. Durf de ruimtelijke consequenties te schetsen van demografische modellen en klimaat scenario’s. Schets het land waar we naar verlangen en voer daar de maatschappelijke dialoog over in de regio’s. Continu! Positief is dat in de Ontwerp-Nota een pleidooi is opgenomen om voorbij 2050 te kijken. Dat doorzicht op 2100 blijft echter veel te summier. Alleen al voor het goed doordenken van de ruimtelijke consequenties van de demografische ontwikkeling en van klimaatverandering is het nodig om in ‘Den Haag’ en overal in het land ‘kraaiennesten’ op te richten. Wie het kraaiennest beklimt laat de ballast van de actualiteit achter zich en kijkt naar de verre horizon. Voorbij het kortetermijnbelang en de acute bedreiging of urgentie.
We moeten de ruimtelijke opgave losweken van belangen die ons in de greep houden van het hier-en-nu en die toekomstige generaties niet recht in de ogen durft te kijken. Schets het land waarnaar we verlangen, en trek pas daarna conclusies over de maatregelen die nodig zijn. Het aanzetten van je verbeeldingskracht is niet gemakkelijk, maar iedereen kan het en je kan het leren van de professionals op dit terrein: cultuurmakers, ontwerpers en kunstenaars. En wat zo fijn is: ze leren je niet alleen de toekomst te verbeelden, ze zorgen meteen ook voor emotie en verbinding. ‘Dat ‘land van verlangen’ wordt opgebouwd vanuit gebiedsanalyses, ‘regio’s van verlangen’ en een open en moedige dialoog over de (verre) toekomst waarin het gesprek over de publieke ruimtelijke kwaliteit van een gebied centraal staat (gevoed door wetenschappelijke inzichten). Met ‘back-casting’ ontdek je dan wat je nu moet doen om dat straks te bereiken.
Zo ontstaat eigenaarschap, zo creëer je ‘eigenmakers’. Zet daar onze beste ontwerpers voor in en beperk de dialoog niet tot ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers, maar organiseer een zo breed mogelijke maatschappelijke dialoog. Sterker nog, betrek vooral mensen vanuit de gemeenschappen zelf: verdiep je in hun manier van verbeelden en communiceren en zet die in. Die maatschappelijke dialoog zal zo dicht mogelijk bij de mensen moeten worden georganiseerd. Zet daarbij andere middelen in dan dikke rapporten en PowerPoint. Vraag makers, kunstenaars, media te helpen de schurende vraagstukken en de toekomsten waar je naar kunt verlangen dicht bij de mensen te brengen. Een bijpraatavond in een café met koffie en cake is niet voldoende. Veel dieper tot op regionaal, gebieds-, wijk- of dorpsniveau zullen we de opgaven moeten leren doorleven en betekenis geven voor de plek waar burgers de toekomst ervaren. Hun eigen leefomgeving. Investeer in nieuwe, radicale vormen van democratie. Werk met toegankelijke en begrijpelijke fondsen die mensen in staat stellen zelf aan de slag te gaan.
Sterke gemeenschappen
Tot slot onze vierde punt: omarm lokale initiatieven. De toekomst wordt nu al zichtbaar in ontelbaar veel initiatieven van bewoners en ondernemers, die oplossingen aanreiken voor de transities in landbouw, klimaat, wonen en werken. Laat je als overheid inspireren, leer ervan en steun ze bij het opschalen! Als er één ding is, dat we in alle landsdeligegesprekken hebben ontmoet is het de inspiratie, die vernieuwende lokale initiatieven kunnen bieden. Als mooie ‘next practices’ kwamen bijvoorbeeld voorbij het Van Gogh Nationaal Park, Dijkmagazijn Wieringermeer, Land van Wei en Water, het Keilepand, landgoederen Baakse Beek, de Biesterhof, Holwerd aan Zee, Eva Lanxmeer in Culemborg en de Performance Factory in Enschede. Vaak initiatieven van betrokken burgers en ondernemers. Zij laten de toekomst zien door meer vanuit maatschappelijke doelen en minder vanuit bestaande systemen te redeneren. Over de randen van organisaties en sectoren heen.
In sterke gemeenschappen schuilt het oplossend vermogen voor veel uitdagingen. Door het denken vanuit de logica en samenhang van de plek, gebiedseigen, in plaats van het snelle geld of de standaardprocedures. Omarm en faciliteer de talloze lokale initiatieven, zonder ze in te kapselen. Dat kan bijvoorbeeld door het oprichten van een maatschappelijk investeringsfonds, waardoor zulke initiatieven niet louter hoeven te steunen op de vrijwillige inzet in avonduren van actieve bewoners en ondernemers en van de charitas van enkele fondsen. Financiering hoort gekoppeld te zijn aan het ‘right tochallenge’ en het ‘right to bid’, dat lokale initiatieven het recht geeft om voor gebieden alternatieve plannen te ontwikkelen en maatschappelijk vastgoed aan te kopen.
Acht jaar vasthouden
Wees in ieder geval veel duidelijker dan nu in de Ontwerp Nota waaraan het Rijk zich gaat binden voor de toekomst. Stel heldere doelen. Geef aan hoe de drie principes en de 13 nationale belangen worden geborgd. Maak een samenvatting van de kernbeslissingen en vraag daar steun voor in de Tweede Kamer en in de samenleving. De aangevulde Nota Ruimte verdient het om uitgewerkt te worden in een uitvoerbaar plan. DRAN! is de opdracht voor het nieuwe kabinet: een meerjarig uitvoeringsplan. Positief is ook, dat in de Ontwerp Nota een aanzet wordt gegeven voor een vernieuwd regionaal economisch beleid (VISTA). Maar het perspectief voor de weinig verstedelijkte delen van ons land (vrijwel alle voormalige krimpgebieden) blijft onduidelijk.
En hou dan in ‘Den Haag’ als het even kan acht jaar vast aan de uitgezette koers
Dus geef in de Nieuwe Nota Ruimte aan wat de strategie ‘Versterken’ in deze gebieden concreet kan betekenen. En geef dan ook aan wat het Rijk gaat doen om de samenwerking in de grensregio’s met Duitsland en België te versterken. Bouw voort op de regionale ruimtelijke arrangementen, die met de provincies en regio’s zijn opgesteld en herstel zo de bestuurlijke samenwerking voor uitvoering van de Nota. Vul die arrangementen met de ruimtelijke investeringen, die in Den Haag op de begroting staan. En hou dan in ‘Den Haag’ als het even kan acht jaar vast aan de uitgezette koers. Het glas is nu nog halfvol en halfleeg. Aan het komende kabinet de opdracht om klare wijn te schenken.
Cover: ‘Assen luchtfoto’ door Steve Photography (bron: Shutterstock)












