Binckhorst #3 door John Grin: Naomi Heijdinga (bron: Platformstad)

10 jaar samen stadmaken op de Binckhorst #3 – de wetenschappers

27 juli 2021

6 minuten

Persoonlijk De hoogleraren Ellen van Bueren (TU Delft) en John Grin (UvA) zien de Binckhorst als ‘grensverleggende praktijk’. Van Bueren werkt in het gebied aan de versnelling van circulariteit, Grin houdt zich bezig met ‘meervoudige waardecreatie’. Ze reflecteren in het derde interview in de serie op het gebiedsontwikkelingsproces van de Binckhorst.

STADverkenning 10 jaar samen stadmaken op de Binckhorst: De afgelopen 10 jaar waren er hobbels en successen bij de gebiedsontwikkeling in de Binckhorst. Platform STAD gaat ter gelegenheid van het jubileum van I’M BINCK in een serie interviews op zoek naar de lessen. In dit derde interview zijn Ellen van Bueren, hoogleraar management van stedelijke ontwikkeling aan de TU Delft en John Grin, hoogleraar politicologie aan de UvA aan het woord. Hier zijn deel 1 en deel 2 te lezen.

Ellen van Bueren & John Grin door Ellen van Bueren & John Grin (bron: Platformstad)

‘Ellen van Bueren & John Grin’ door Ellen van Bueren & John Grin (bron: Platformstad)


Wat betekent organische gebiedsontwikkeling?

Ellen van Bueren: "De term gebiedsontwikkeling is opgekomen in de tijd van de VINEX. Toen de grootschalige uitbreiding van woonwijken werd uitgevoerd. Daar hadden we een naam voor nodig, met name voor die intensieve samenwerking tussen publiek en privaat. Dat is toen als ‘gebiedsontwikkeling’ bestempeld, dus daar zit inherent een bepaalde schaalgrootte in.

Jaren later belandden we in de economische crisis en werd er ineens alleen nog maar kaveltje voor kaveltje ontwikkeld. In die crisis ontstond het geloof dat de markt nooit meer zou aantrekken: ‘het gaat nu definitief anders worden’. Dat is waar veel burgerinitiatieven, waaronder I’M BINCK, het platform van de Binckhorst uit zijn ontstaan. De enige weg vooruit was stukje bij beetje, op een organische manier ontwikkelen. Niet wetende dat na een aantal jaar iedereen als vanouds weer vol door zou gaan.

En je ziet die worsteling nu heel duidelijk. Het label organische gebiedsontwikkeling wordt vaak onterecht op projecten geplakt. Al sinds de jaren 90 zijn er plannen voor de Binckhorst. In de crisis is de planvorming weliswaar een tijdje op pauze gezet door alle partijen die daar posities hadden, maar tegelijkertijd is er aan het plan – de schaal en omvang – weinig organisch. Het is niet helemaal een ingekaderd plan, maar zeker geen zelfsturende, organische ontwikkeling.

Werkt organische gebiedsontwikkeling alleen kleinschalig en als er geen haast is?

John Grin: "Dat is een ingewikkelde vraag. Het wekt een negatieve connotatie, die ik niet deel. Het heeft in de crisis op een aantal plekken laten zien dat er dingen konden die anders hadden stilgelegen."

"Organisch is niet een manier van ontwikkelen waarin je twee jaar investeert, de boel verkoopt en het beheer over laat aan de volgende. Je ontwikkelt samen met de partijen die het gebied gaan gebruiken en beheren. En dit is misschien juist wel mogelijk wanneer ontwikkelaars geen geld kunnen verdienen. Je kunt ook zeggen dat het een vorm is van waardecreatie op een manier waar veel minder geld voor nodig is en ook veel minder mee verdiend kan worden dan bij een traditionele gebiedsontwikkeling."

Het is een vorm van waardecreatie waar veel minder geld voor nodig is en ook veel minder mee verdiend kan worden
John Grin

Is die vorm van waardecreatie in de afgelopen 10 jaar ontstaan in de Binckhorst?

Van Bueren: "Wat de afgelopen tien jaar goed is gegaan is de placemaking door I’M BINCK. Of dat heeft opgeleverd wat zij daarbij zelf voor ogen hadden, is de vraag. Dat komt omdat de dynamiek van de markt gaandeweg weer verschoof. Dan zie je dat het voor een kleine, enigszins ongrijpbare platformpartij moeilijk is om een sterke positie te behouden. Ik heb marktpartijen letterlijk horen zeggen: “I’M BINCK, bedankt voor jullie inzet in de placemaking, dat heeft ons heel veel marketingkosten gescheeld.”

Grin: "Er is heel veel kennis gegenereerd en die ontwikkelt zich verder. Wij zijn nu bijvoorbeeld bezig met een grootschalig project in Amsterdam: het koppelkansenproject. Daar helpen leden van I’M BINCK nota bene de grote institutionele partijen Waternet, Gemeente Amsterdam en Liander om met behulp van zelf ontwikkeld instrumentarium, in het hart van Amsterdam de grachtengordel van het gas af te krijgen. Deze professionele stadmakers ontwikkelen allerlei nieuwe concepten en methodes voor integrale gebiedsontwikkeling."

Zitten daar ook nieuwe vormen van financiering en regie bij?

Grin: "Dat was een aantal jaar geleden in de Binckhorst precies een van de vragen. De markt trok aan en er was een ontwikkelaar die zei: ‘ik wil dat specifieke gebouw en de grond eromheen’. Maar dat was volgens I’M BINCK een bedreiging voor de kernwaarden van de Binckhorst. Dat gebouw en de locatie waren belangrijk voor het garanderen van een aantal maatschappelijke gebiedswaarden. We hebben toen Eef Spronck gevraagd, een slimme vrouw met financiële achtergrond, of ze het financiële plaatje van de gemeente inzichtelijk kon maken.

Slow development kan financieel aantrekkelijker zijn als je anders rekent
John Grin

Het grondbedrijf casht – simplistisch gezegd – een paar miljoen voor dat centrale gebouw en de bijbehorende grond. Maar daarna moet de gemeente in het gebied 48 jaar lang allerlei maatschappelijke voorzieningen financieringen. Zij kon uitrekenen dat over een halve eeuw gemeten de gemeente er zwaar voordeel bij zou hebben als ze het gebouw en dus die integrale langetermijnvisie zou aanhouden. Slow development kan financieel aantrekkelijker zijn als je anders rekent."

Van Bueren: "Het doet mij denken aan het begrip 'georganiseerde onverantwoordelijkheid' van Ulrich Beck. Niemand is verantwoordelijk voor het geheel dat een keten produceert. Ook al weten die partijen dat het geheel misschien een niet wenselijke uitkomst oplevert. Het is zo geïnstitutionaliseerd dat niemand daarop kan worden aangesproken. En wanneer iemand zich verantwoordelijk maakt voor het eindresultaat, zit die direct met de gebakken peren. Dat is waarom veel partijen die rol niet op zich nemen. Het is veiliger om binnen jouw eigen schakel te blijven doen wat je doet."

Gaat de Omgevingswet meer ruimte bieden voor experimenteren met samenwerking?

Grin: "Er zit een definitie van participatie in deze wet, die eigenlijk overeenkomt met de participatie die in de jaren 70 groot op de agenda stond. Toen gingen we ervan uit dat participatie het meest geslaagd is als een zo groot mogelijke groep enige betrokkenheid heeft bij de planvorming. Bij I’M BINCK zie je het tegenovergestelde: een kleine groep burgers, vaak goed ingevoerde professionals, die veel grotere ambities hebben dan een beetje meedoen. Zij willen dat de gemeente met hen meedoet. 'Kunnen wij (stadmakers) niet een betere waardepropositie voor zo’n gebied ontwikkelen dan via traditionele planvorming mogelijk is?'. Institutionele aanpassingen met betrekking tot deze vraag worden in de Omgevingswet niet geadresseerd."

Binckhorst #3_hapjes door John Grin: Naomi Heijdinga (bron: Platformstad)

‘Binckhorst #3_hapjes’ door John Grin: Naomi Heijdinga (bron: Platformstad)


Van Bueren: "Het is de vraag of de Omgevingswet de participatie-ambities bij elkaar gaat brengen, daar is die denk ik niet voor bedoeld. Op een integrale, in plaats van op een sectorale manier kijken is denk ik de grote meerwaarde."

Grin: De belangrijkste verdienste van de Omgevingswet is dat de cultuur omgaat. Het wordt normaler om burgers te betrekken. Daar gaan stedenbouwkundigen en planologen bij de gemeente aan werken en daar gaan projectontwikkelaars aan werken. De vraag is of de 1 miljoen benodigde woningen niet al lang zijn gebouwd wanneer deze cultuurverandering echt goed is doorgekomen."

Hoe kijken jullie naar de toekomst van de Binckhorst?

Van Bueren: "Het klinkt een beetje wrang maar doordat veel onderzoek zich heeft gefocust op de Binckhorst bestaat er juist heel veel kennis over de gemiste kansen. En de mogelijke manieren waarop je die kansen wél had kunnen grijpen. Dat is gewoon leergeld wat we met de Binckhorst betalen voor heel Nederland. Het is heel waardevol dat zo’n partij als I’M BINCK dat bloot heeft weten te leggen."

Er dreigt een soort gentrificatie voor het werken plaats te vinden
Ellen van Bueren

"Waar ik mij zorgen over maak is dat er een soort gentrificatie van het werken plaatsvindt. Meer laaggeschoolde werkgelegenheid wordt het gebied uitgedrukt. De voedingsbodem is er nog om dit – met behulp van I’M BINCK – gezamenlijk beter vorm te geven. Dat sluit ook aan bij de wens van de gemeente Den Haag om meer diversiteit in werkgelegenheid te creëren."

Grin: "Het lijkt mij belangrijk om dit punt breder te trekken. Het is niet alleen belangrijk voor de Binckhorst, maar ook voor de economie van heel Den Haag. Formuleer het ook als aanbod aan de Haagse samenleving. Dat is strategisch erg belangrijk. Je zet druk op de gemeente om een keuze te maken. ‘Wij gaan die integraliteit echt bevorderen, wij willen dat heel erg graag, wij gaan ons daaraan committeren.’"


Dit artikel verscheen eerder op platformstad.nl


Cover: ‘Binckhorst #3’ door John Grin: Naomi Heijdinga (bron: Platformstad)


platform stad

Door Platform STAD

Bouwen aan Den Haag. Denk, doe en debatteer mee bij Platform STAD


Meest recent

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024

Bovenbouwwerkplaats Wisselspoor, Utrecht door Synchroon (bron: Synchroon)

Van Werkspoor naar Wisselspoor, transformatie met de menselijke maat

Een voorheen afgesloten spoorterrein aan de rand van de Utrechtse binnenstad krijgt een nieuwe invulling. Synchroon herontwikkelt het gebied tot Wisselspoor, met de Cityplot als structurerend principe.

Uitgelicht
Casus

23 april 2024

De slotmanifestatie door Ingrid Koenen, studio IK (bron: EFL Stichting)

Waarom ontwerpen aan een klimaatrechtvaardige wereld nodig is

De klimaattransitie kan allerlei gevolgen hebben, niet in de laatste plaats voor de ruimte. Welke rol speelt rechtvaardigheid daarin? De EFL Stichting liet drie teams daarop studeren, Hilde Blank reflecteert.

Interview

22 april 2024