15 april 2014
2 minuten
Onderzoek Wat is nu goed beleid als het gaat om het verbeteren van de bereikbaarheid? Moeten we ruimtelijke ontwikkeling vooral in de centra van binnensteden concentreren of is het vanuit het perspectief van de bereikbaarheid nu juist beter om deze ontwikkeling te concentreren rond de OV-knooppunten? De jongste DBR-Synthesenotitie gaat over het ‘supernetwerkmodel’ dat kan worden ingezet voor dit type vragen. Een daadwerkelijke proef in Rotterdam laat zien wat het model oplevert.
Het supernetwerkmodel, dat DBR-onderzoekers hebben ontwikkeld, integreert verschillende modaliteitsnetwerken, zoals met name auto, openbaar vervoer, lopen en fietsen. Bovendien – en dat is nieuw – zitten in dit model ook het ICT-netwerk (dus: telewerken, teleshoppen e.d.), activiteiten die individuele personen in ruimte en tijd ondernemen en afstemming van ‘paden’ van personen die op gegeven plaatsen en tijden samen activiteiten uitvoeren. Het model kan zo op gedetailleerd niveau reisgedrag van individuen voorspellen in de context van volledige activiteitenpatronen. Zo kunnen beleidsmaatregelen beter worden onderbouwd.
Auteurs Eric Molin (TU Delft), Theo Arentze, (TU Eindhoven), Jan-Willem van der Pas (TU Delft)Martin Guit (Rotterdam) en Feixiong Liao (TU Eindhoven) laten in dze DBR-notitie ondermeer zien hoe de proef in Rotterdam uitpakt. Daar zijn zeven beleidsmaatregelen voor bereikbaarheid met het model geëvalueerd. Hieruit bleek onder meer dat de bereikbaarheidseffecten van mobiliteitsmaatregelen relatief klein zijn ten opzichte van de ruimtelijke maatregelen. Aanzienlijke winst kan worden behaald bij het concentreren van ruimtelijke ontwikkeling rond grote knooppunten van OV of in de stadscentra in plaats van op locaties meer verspreid in de stad. De studie laat ook zien dat de effecten van ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid elkaar kunnen versterken.
Cover: ‘Thumb_netwerk en knooppunten_0_1000px’