groene hart flickr door Gerard Stolk (bron: Flickr)

Bouwen in het groen? Niet doen!

15 februari 2018

3 minuten

Opinie De Rotterdamse historicus en stadsgids Ferrie Weeda zegt stellig ‘nee!’ tegen de stad die uitdijt richting groen. Zijn pleidooi: laten we de natuur koesteren, al is het maar voor een rustige wandeling.

Wat een slecht idee! Minister Kajsa Ollongren (Wonen, D66) wil ‘bouwen in het groen’ stimuleren. De minister vindt dat de gemeentes en provincies ‘te weinig lef tonen’ door vooral binnen de stadsgrenzen te bouwen, zo vertelde ze eind januari in een interview met De Telegraaf: “Het moet allebei. En binnenstedelijk én in het groen.”

Projectontwikkelaars staan al handenwrijvend klaar. Ook voor veel huizenzoekers klinkt het aantrekkelijk: de woningmarkt is overspannen; meer bouwen betekent lagere prijzen, toch? Verder hebben veel gemeentes (politiek en ambtenaren) oren naar bouwen in het groen. Wethouders van Alphen aan den Rijn (middenin het Groene Hart) hebben al aangegeven graag een polder te willen opofferen.

Polonaise in de duinen

Bouwen in het groen is goedkoop en snel, maar deze makkelijke weg heeft grote milieutechnische én sociale gevolgen. De milieugerelateerde gevolgen liggen voor de hand: flora en fauna worden de nek omgedraaid, de ‘ademruimte’ voor de stad verdwijnt en het mobiliteitsprobleem wordt vergroot. Voor mij persoonlijk is het verdwijnen van de ‘leegte’ het ergst. Ik vind het afgrijselijk dat de laatste stukjes groen in de Randstad worden opgeofferd voor een huizenbrei: onafzienbare rijen troosteloze rijtjeswoningen met minuscule tuintjes.

De stad wordt op deze manier steeds verder uitgesmeerd. Dit betekent dat stadsbewoners die even ‘naar buiten’ willen, hun heil steeds verder weg moeten zoeken. Natuurgebieden in Nederland zijn schaars, klein en druk. Binnen een straal van 60 kilometer rondom Rotterdam zijn er nauwelijks plekken waar je ‘ruimte en rust’ kunt ervaren. Maar zelfs op 100 kilometer afstand loop je in de duinen, het bos en op de hei vaak in polonaise. Een verstikkend idee voor mensen, maar ook voor de natuur.

Groene buffers

En nog iets belangrijkers: de minister bedreigt óók de stad. Door de deur open te zetten naar grote nieuwbouwprojecten aan de stadsranden, dreigt een leegloop uit de oude wijken. Kapitaalkrachtige bewoners, gezinnen voorop, verruilen de stadswijken voor een relatief goedkope grote woning in nieuwbouwwijken. Zij laten kwetsbare wijken nóg kwetsbaarder achter.

Juist dit fenomeen is rond 1980 (!) aanleiding geweest om het stedenbouwkundig beleid radicaal om te gooien. Tot de jaren ’70 werden stedelingen namelijk gestimuleerd te verhuizen naar groeikernen in de polder, zoals Spijkenisse, Zoetermeer en Almere. Toen bleek dat milieu én de oude steden zwaar leden onder dit beleid, werd de ‘compacte stad’ het nieuwe ideaal: woningbouw moet worden geconcentreerd en groene buffers moeten worden beschermd.

Opportunisme

Trouwens: een D66-minister die bouwen in het groen bepleit – dat is hoogst opmerkelijk. D66 is namelijk al 40 jaar pleitbezorger van het concept van de ‘compacte stad’. Deze stedenbouwkundige visie werd rond 1980 door alle progressieve partijen omarmd. Heeft D66 dit standpunt ineens verlaten? Niet dus. In het D66-verkiezingsprogramma staat namelijk te lezen: “Verdichting van de steden is […] van belang om natuur en landschap te ontzien en gelijktijdig de kracht en vitaliteit van steden te vergroten.”

Echter, de paragraaf getiteld 'natuur en ruimte beschermen en herstellen' biedt een sterk staaltje D66-opportunisme: “Voor aantasting van de natuur of de biodiversiteit […]moeten maatschappelijke kosten en batenworden afgewogen.

De meeste gemeentes maken gelukkig steeds serieuzer werk van de ‘compacte stad’. Rotterdam loopt voorop: oude havens worden herontwikkeld, bedrijventerreinen getransformeerd, oude woonblokken ‘ingebreid’ en ‘opgetopt’. De Schiepolder bleef groen en het centrum werd weer woongebied. Rotterdam heeft gelukkig veel goede architecten en stedenbouwers in huis, die zich specialiseren zich in inventief, geconcentreerd bouwen. Dat kost veel meer geld, tijd en energie dan bouwen in het groen – maar het levert ook iets heel belangrijks op: een vitale stad én behoud van de natuur en open ruimte.

Dit artikel verscheen eerder op het Rotterdamse magazine Vers Beton

Cover afbeelding: "boerderij in groene hart" (CC BY-ND 2.0) by Gerard Stolk (vers le midi carême)


Cover: ‘groene hart flickr’ door Gerard Stolk (bron: Flickr) onder CC BY-ND 2.0, uitsnede van origineel


Ferrie Weeda

Door Ferrie Weeda

Historicus, Neerlandicus en zelfstandig stadsgids in Rotterdam. Hij vertelt en schrijft over de (parallelle) stad.


Meest recent

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024