cover

Creëren ontwerpers een doorbraak voor stedelijke mobiliteit?

24 april 2018

4 minuten

Verslag Autonome auto's, fietsvriendelijke steden, digitale vervoersplatforms: de toekomst van stedelijke mobiliteit zit vol onzekerheden, en daar houden mensen niet van. Tijdens de Masterclass Mobiliteit legden wetenschappers hun kennis én dilemma's daarom voor aan ontwerpers, in de hoop iets van die onzekerheid weg te nemen.

Op 6 april vond de Masterclass Mobiliteit plaats voor de BNA-ontwerpstudie 'De stad van de toekomst'. Onderzoekers, betrokken bij projecten van SURF (Smart Urban Regions of the Future) – VerDuS (Verbinden van Duurzame Steden), lichten tijdens de masterclass toe welke ontwikkelingen we in de stedelijke mobiliteit kunnen verwachten en welke vragen vanuit de wetenschap nog onbeantwoord zijn. Zo krijgen de ontwerpteams grip op de stand van zaken rondom stedelijke mobiliteit en kunnen zij deze kennis meenemen in hun visies en ontwerpen voor de projectlocaties.

Mobiliteit als dienst: een onzekere toekomst
In de ontwerpstudie ‘De stad van de toekomst’ denken teams na over de toekomst van stedelijke mobiliteit. In hoeverre heeft vervoer als (gedeelde) dienst de toekomst? En wat zijn de ruimtelijk effecten van mobiliteit als dienst? Henk Meurs (hoogleraar Mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling, Radboud Universiteit; Adviesbureau MuConsult) licht het mobiliteitsconcept Mobility as a Service (MaaS) toe en introduceert veel nieuwe, nog onbeantwoorde vragen. MaaS is een gemeenschappelijk platform (een app) dat toegang biedt tot alle vervoer, afgestemd op individuele behoeftes. MaaS wil onder andere een alternatief vormen voor het autobezit. Zo betaal je niet meer voor bezit van vervoersmiddelen, maar voor het gebruik ervan. Je kunt via de app je reis plannen, boeken, betalen en monitoren. Naast betalen per reis wil MaaS bundels aanbieden met abonnementen op vervoerscombinaties. Mobiliteit wordt hierdoor meer een markt. Om dit mogelijk te maken, moeten vele belanghebbenden samenwerken (zie figuur hieronder). De overheid moet daarbij publieke doelen, zoals stedelijke bereikbaarheid en innovaties, bevorderen. 

Dit mobiliteitsconcept leidt volgens Meurs tot de ruimtelijke bundeling van vervoerdiensten, de zogenaamde multimodale hubs. Het is aan ontwerpers, stelt Meurs, om te onderzoeken wat de ruimtelijke neerslag van dit mobiliteitsconcept kan zijn. De P+R-terreinen die we nu kennen, zijn bijvoorbeeld niet bepaald plekken waar je wilt verblijven. Hoe kun je die ruimtelijk aantrekkelijk maken?

MaaS: vele belanghebbenden werken samen. Bron: White paper voor I&W (2017)

‘MaaS: vele belanghebbenden werken samen. Bron: White paper voor I&W (2017)’


MaaS: vele belanghebbenden werken samen.
Bron: White paper voor I&W (2017)

Ruimtelijke effecten voor de stad van zelfrijdend vervoer
Lodewijk Lacroix, Senior Strateeg Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), toont met voorbeelden dat we al een tijdje bezig zijn met de zelfrijdende auto, waarbij de mate van automatisering verschilt van ondersteuning van de bestuurder tot volledig geautomatiseerd. De volledig geautomatiseerde auto die overal naartoe kan, rijdt (nog) niet rond. Volgens Lacroix zal dit ook in de komende decennia niet – en wellicht nooit – gebeuren. Zo is bijvoorbeeld het gevaar van overstekende mensen in steden erg groot. Uitgaan van het hoogste niveau van automatisering is voor deze ontwerpstudie dus wat ambitieus. Niet iedereen in de zaal is het hiermee eens: misschien krijgt de auto wel een soort eigen spoor in de stad.

Lacroix benadrukt dat automatisering van vervoer niets te maken heeft met het delen van vervoer, ook al wordt dit vaak gedacht. Het is daarom niet gezegd dat er door zelfrijdende auto’s minder auto’s komen dan nu. Bovendien kunnen zelfrijdende auto’s het gebruik van de auto bevorderen ten opzichte van de fiets of het openbaar vervoer, waardoor er juist meer auto’s komen. Lacroix moedigt de ontwerpteams daarom aan om in hun ontwerpstudie na te denken over wat voor stad zij willen maken. Pas daarna komt de vraag welke plek mobiliteit in deze stad van de toekomst moet krijgen.

Arjan van Binsbergen, Universitair hoofddocent aan de TU Delft, geeft aan dat een ingreep in de stedelijke mobiliteit onverwachte gevolgen kan hebben. Je hebt met het gedrag van mensen te maken, dat kan veranderen door nieuwe mogelijkheden, trends en (sociale, economische en demografische) ontwikkelingen. Mobiliteit is daarom dynamisch en interactief (zie onderstaand schema). Hij pleit er dan ook voor om in ontwerpen ruimte te creëren voor het opvangen van veranderingen en onzekerheden.

Dynamiek & interacties: mobiliteit –activiteiten -inrichting. Bron: Presentatie Arjen van Binsbergen

‘Dynamiek & interacties: mobiliteit –activiteiten -inrichting. Bron: Presentatie Arjen van Binsbergen’


Dynamiek & interacties: mobiliteit –activiteiten -inrichting.
Bron: Presentatie Arjan van Binsbergen

De fiets van de toekomst
Hugo van der Steenhoven (adviseur Duurzame Mobiliteit bij HUGOCYCLING, procesmanager project Smart Cycling Futures en voormalig directeur van de Fietsersbond)  geeft aan dat ook de fiets een vervoersmiddel van de toekomst is.
Volgens de adviseur vormt de fiets de oplossing voor maatschappelijke uitdagingen als gezondheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid, klimaat en milieu. Van der Steenhoven licht toe dat (qua aantal ritten) fietsen in veel steden de meest gebruikte modaliteit is, maar dat het weinig systematische beleids- en onderzoeksaandacht krijgt. 

Met het project Smart Cycling Futures (een samenwerking tussen gemeenten, provincies, universiteiten en kenniscentra) komt hier verandering in. En dat is relevant, aangezien het gebruik van de fiets wereldwijd toeneemt. Het project Smart Cycling Futures wil de transitie naar een slimmer fietssysteem stimuleren, om zo de leefbaarheid en veerkracht van stedelijke regio’s te vergroten. Zodoende is het bij groteveranderingen in de plek van de fiets in de stad van belang dat deze beoordeeld worden vanuit hun bijdrage aan ‘betere’ steden. Een uitdaging voor de ontwerpteams!

Ontwerpers aan zet
Samengevat zitten wetenschappers met veel vragen. Ontwerpers zijn daarom aan zet om toekomstbeelden te schetsen. Dat moet ook wel, want anders blijft de toekomst onzeker, en daar houden mensen niet van. Ook projectontwikkelaars trekken zich terug wanneer de mobiliteit in een gebied niet vast staat. Aan ontwerpers de uitdaging om met ontwerpkracht meer zekerheid te bieden.

Beeld: fotograaf Roy Borghouts


Cover: ‘cover’


Hedwig

Door Hedwig van der Linden

Onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft - H.vanderLinden@tudelft.nl


Meest recent

Stadsveteraan, Amsterdam door AM (bron: AM)

Zo is (sociale) woningbouw voor senioren in de stad wél mogelijk

De vergrijzing neemt toe, maar het aantal seniorenwoningen groeit nauwelijks door hoge kosten en weinig beschikbare grond. Twee Amsterdamse sociale woonconcepten voor senioren lukt het wél. Wat valt hiervan te leren?

Uitgelicht
Casus

21 mei 2025

Surveillance Software in Tallinn door Gorodenkoff (bron: Shutterstock)

De opmars van AI, dit is een routekaart voor toekomstbestendige steden

De opkomst van AI zorgt voor nieuwe ontwikkelingen rondom stedelijk beleid en beheer. Internationaal onderzoek brengt in kaart hoe 250 steden wereldwijd de mogelijkheden van AI verkennen of dit al inzetten om complexe uitdagingen aan te pakken.

Onderzoek

20 mei 2025

Overstroming bij rivier de Lek door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Zorgvuldigheid geboden: aansprakelijkheidsrecht maakt water en bodem sturend voor woningbouw

Lilian van Karnenbeek en Frank Groothuijse bespreken een gerechtelijke uitspraak die gebiedsontwikkelaars waarschuwt. Zij moeten de ‘hydrologische’ civielrechtelijke zorgplicht in acht nemen, zeker in gebieden die kwetsbaar zijn voor wateroverlast.

Uitgelicht
Analyse

20 mei 2025