2015.04.22_De economische vitaliteit van kleine kernen_660

De economische vitaliteit van kleine kernen

23 april 2015

3 minuten

Nieuws Diverse media schetsen een beeld van toenemende polarisatie tussen groeiende steden en het platteland waar men wegtrekt vanwege een terugloop in werkgelegenheid en voorzieningen. De economische vitaliteit van kleine kernen in Nederland ligt echter genuanceerd. Zo zijn de voorzieningen vergelijkbaar met de rest van Nederland en is de werkgelegenheid zelfs beter. Wel verschilt de economische kwetsbaarheid van kleine kernen beduidend tussen regio’s en van verschillende omvang.

De populariteit van de stad als woon- en werkplek neemt toe. Deze ligt ten grondslag aan de wereldwijd verdergaande verstedelijking (UNFPA, 2007). Ook in Nederland slaat de bevolkingsgroei voornamelijk neer in de steden, onder meer doordat inwoners van kleinere kernen naar grote steden trekken (Latten en Stoeldraaier, 2014). Dit leidt tot zorgen over de leefbaarheid van kleine kernen. Zo schetst de voorzitter van de Stichting Kleine Kernen een somber beeld van Brabant: “Winkels, kleine scholen, bibliotheken die dichtgaan, een afhaalloket voor paspoorten en rijbewijzen dat wordt opgeheven, kerken – vooral in Oost-Brabant – die dichtgaan” (BNDeStem, 2013). Ook lijken de woningen in Groningen onverkoopbaar omdat ze op de rommelende gasbellen staan te schudden en ontbreekt het in Bergen op Zoom aan nieuw werk voor de sigarettendraaiers van de recent gesloten Philip Morrisfabriek. Verschuiving van de werkgelegenheid en selectieve migratie van jongeren en jonge gezinnen zouden in sommige regio’s leiden tot een leegloop van het platteland. In deze overwegend landelijke krimpregio’s vergrijst de bevolking en neemt leegstand van winkels toe (Van Dam et al., 2013; Buitelaar et al., 2013). Door het afnemend draagvlak en de verscherpte verhouding tussen werkenden en ouderen kan het voorzieningenniveau onder druk komen te staan (Daalhuizen et al., 2013; Buitelaar et al., 2013). Maar hebben alleen bepaalde plattelandsregio’s in steeds grotere mate te kampen met bevolkingskrimp, vergrijzing en verschraling van het voorzieningenniveau? En geldt dit in die regio’s voor alle bebouwingskernen, of concentreert dit proces zich in de kleinste kernen, en worden de negatieve effecten ervan in de grotere kernen tot dusver gecompenseerd door een hoge concentratie aan banen en voorzieningen aldaar? Deze mogelijke veranderingen in de vitaliteit van het platteland worden beschouwd door de ontwikkeling van bevolking, werkgelegenheid en voorzieningenniveau in relatief kleine kernen in heel Nederland over de afgelopen tien jaar te analyseren. Daarbij wordt gekeken naar verschillen tussen grotere en kleinere kernen en naar verschillen tussen regio’s binnen Nederland. De uitkomsten van deze beschouwing zijn relevant voor beleidsmakers omdat ze duidelijk kunnen maken of er daadwerkelijk sprake is van een teruglopende vitaliteit op – delen van – het platteland en of er daar eventueel behoefte is aan specifiek beleid. In eerder onderzoek over de periode 1996– 2000 bleek dat de sociaal-economische vitaliteit van stad en platteland zich op zeer vergelijkbare manier ontwikkelde (Smaal et al., 2005; Koomen en Van Wilgenburg, 2006). Het is dan ook interessant om te zien of de ontwikkelingen in de tien jaren daarna anders waren. In hoeverre leiden recente ontwikkelingen van vergrijzing, bevolkingskrimp en een economische crisis tot verschillen in sociaal-economische ontwikkeling, waardoor de positie van de kleine kernen verslechtert ten opzichte van de rest van Nederland, of de meer perifere delen achterblijven bij het westen van het land?

Lees hier meer.


Cover: ‘2015.04.22_De economische vitaliteit van kleine kernen_660’



Meest recent

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024

CLTB project Calico door CLTB (bron: CLTB)

Goedkoper wonen dankzij particuliere erfpacht, Berlijn en Brussel wijzen de weg

In verschillende Europese landen wordt erfpacht ingezet door ideële opdrachtgevers om langdurig betaalbare huur- of koopwoningen te realiseren. In hoeverre is deze ontwikkelvorm ook voor Nederland interessant? Jaco Boer ging op onderzoek uit.

Analyse

17 april 2024