Persoonlijk Laat Friso de Zeeuw aan het woord en hij heeft al snel zijn toehoorders bij de lurven met zijn eigenzinnige kijk op de vastgoedwereld. Hij schuwt daarbij het debat niet. Ook op het erfgoed heeft De Zeeuw zo zijn eigen visie. Tijd voor een interview met de Directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling en Praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft.
Onder invloed van de economische omstandigheden worden ook de erfgoedprofessionals uitgedaagd anders te gaan denken over erfgoedzorg. In een reeks interviews laten we professionals met verschillende achtergronden aan het woord om te kijken welke paradigmashift volgens hen noodzakelijk is. Centraal staat de gebruiker, een schakel in het proces die de laatste tijd steeds meer op de voorgrond treedt en meer op het pad van de ergoedprofessional komt. In deze interviewreeks komen de volgende personen aan het woord: Friso de Zeeuw (zie intro), Arno Boon (directeur BOEi), Barbara Baarsma (economie, directeur SEO en hoogleraar aan de UvA) en Hans Renes (hoogleraar in het netwerk Erfgoed en Ruimte van de VU).
Hoe bent u in contact gekomen met cultureel erfgoed?
"Mijn eerste ervaringen met cultureel erfgoed deed ik op als wethouders in Monnickendam. Twee dingen vielen me op: het erfgoed wordt door de bevolking gekoesterd en in de monumentenzorg is veel te veel aandacht voor details. Monumentenzorgers zijn professionele mierenneukers. De vraag is: hoe ver ga je met het behoud? Erfgoedzorg kan verzanden in de strijd tussen het goede en het betere."
Hoe kijkt u naar erfgoed vanuit uw functie Directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling?
"We werken niet aan individuele woningen maar kijken altijd naar de context: het buurtje, de wijk, het gebied. Om te kunnen ontwikkelen is het 'verleidelijke verhaal' nodig, met daarin kernkwaliteiten van het gebied. Daarin kan geschiedenis zeker een rol spelen, dat biedt een verhaal dat mensen boeit. Soms is er nauwelijks een verhaal, dat moet je dan creëren zoals bijvoorbeeld bij Brandevoort (een nieuwe wijk in historiserende stijl bij Helmond, red.). Identiteit is een belangrijk gegeven maar je hoeft niet noodzakelijkerwijze alle bestaande bebouwing te behouden. Als je -tig galerijflats uit de jaren zestig hebt, kies er dan twee om te behouden en sloop de rest. Daarnaast kan het nieuwe soms prima in het idioom van het bestaande ontwikkeld worden."
Wat zijn volgens u specifieke aandachtspunten voor de erfgoedzorg de komende jaren?
"Bij de omgang met erfgoed spelen twee factoren: ten eerste de historische waarde en uitstraling en ten tweede de bedrijfseconomische waardering. Maak het niet ingewikkelder dan nodig en kijk, bij het maken van keuzes, naar drie waardes: de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde. Het blijft een gok hoe mensen over 20 jaar tegen de keuzes van nu aankijken. Het bekendste voorbeeld: de Bijlmer wordt nu heel anders beleefd dan de vooraanstaande ontwerpers destijds dachten."
"Het multiplyer-effect (1) gaat (onder aanvoering van econome Barbara Baarsma, red.) terecht de gehaktmolen in. Cees van 't Veen, directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, is van de nieuwe generatie erfgoedzorgers met een open oog en oor voor discussies, die de ritieke op het multiplyer-effect niet uit de weg gaat."
Moeten erfgoedprofessionals de gebruiker meer tegemoet treden?
Ook voor De Zeeuw is het lastig de gebruiker op de voorgrond te houden. Het gaat vaak over de investeerders, financiers, overheden, subsidieverstrekkers.
De Zeeuw trekt een parallel met de woningmarkt: "Tot 2008 stond de gebruiker op de woningmarkt op de achtergrond want het product (de woning) werd toch wel afgezet. Er werden toen bijvoorbeeld appartementen zonder buitenruimte ontworpen, omdat dat vanuit architectuur en stedenbouw mooier werd gevonden. Schandalig. De crisis verandert de aanbiedersmarkt in een vragersmarkt. In de erfgoedsector zijn de subsidiegever en de vakwereld te dominant geweest."
De Zeeuw pakt het net gepubliceerde Cultureel Erfgoed op waarde geschat erbij: "Dit onderzoek heeft een optimistische toonzetting. De crisis ziet men als een zegen, want er is meer oog voor het bestaande. Maar! Er is een enorm vraaguitval.
Bedrijven spenderen minder. Investeerders krijgen de financiering steeds vaker niet rond. In de kosten/batendiscussie moet je oppassen voor hocus pocus. Cultureel erfgoed op waarde geschat is hopelijk niet de voorbode van een niet-aflatende stroom publicaties, die dienen ter overtuiging van de eigen sector, die al overtuigd is."
Erfgoed wordt vaak nog gezien als een kostenpost. Is dat zo?
"Voor slimme innovatieve oplossingen moet soms worden ingeschikt. De eisen, normen en wensen die erfgoedprofessionals stellen, moeten zij bekijken in het licht van het haalbare. Soms kan voor de onrendabele top een klein bedrag nodig zijn, dat op te brengen en te verantwoorden is. Maar als niemand dat uiteindelijk op zich wil nemen, dan is het einde oefening."
Wat zouden de nieuwe mantra's van het erfgoed kunnen zijn? En hoe krijgen we die tussen de oren van de erfgoedprofessional?
"De essentie is 'Kruip in de huis van de gebruiker' zodat je beter mee kunt denken. Een opeenstapeling van eisen vanuit de erfgoedwereld is een rem op de realisering van projecten. Het gaat om een verandering in houding, mentaliteit, werkwijze en cultuur, dat is een langdurig proces."
"Nog een nieuw mantra is 'Bundel je krachten'. Dat is nog niet zo eenvoudig. Specialisten zijn erg gemotiveerd voor hun eigen vakgebied. Wordt dat in een algemener perspectief getrokken, doordat je in een groter verband wilt samenwerken, dan haken ze af."
"En 'Stop met het schrijven van rapporten die bevestigen dat erfgoed belangrijk is'. Neem bijvoorbeeld de steeds verder oprukkende Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA), op zich een nuttig instrument. De MKBA gaat over virtuele euro's. De belangenbehartigers ergoed denken daarmee zo hun positie bij de verdeling van overheidsinvesteringen te versterken. Maar dit technocratiseert en bureaucratiseert vaak het besluitvormingsproces. Blijf zelf denken, wees flexibel, beslis sneller, ontslak! Nee zeggen blijft ook een optie. Gebruik het boerenverstand. Wen aan het subsidieloze tijdperk."
"De nieuwe manier van denken en werken moet geadopteerd worden door sleutelpersonen op sleutelposities. Het ontslakkingsverhaal speelt al 25 jaar. Nu beginnen sommigen ervoor te voelen. Nu is er een vruchtbaarder voedingsbodem voor."
(1) Het multplyereffect is het effect dat de besteding van overheidssubsidie de besteding door marktpartijen en burgers stimuleert. Iedere euro die de overheid in cultureel erfgoed investeert, zou drie euro aan bestedingen door de markt opleveren, waarvan een deel terugvloeit naar de staatskas via belastingen.
Cover: ‘2013.08.06_De strijd tussen het goede en het betere_180’