Illustratie tweede kamerverkiezing 2021 en gebiedsontwikkeling door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit valt er te kiezen voor gebiedsontwikkeling op 17 maart

30 november 2020

6 minuten

Nieuws Eén keer. Zo vaak valt het woord gebiedsontwikkeling in de concept-verkiezingsprogramma’s van de zeven partijen die op dit moment het hoogst staan genoteerd in de peilingen. Maar dat betekent niet dat de materie onbesproken blijft. Wat zijn de komende jaren de plannen van deze zeven partijen wat betreft de ruimtelijk invulling van Nederland?

Almere-Pampus. Het is de enige concrete gebiedsontwikkeling (in het programma van het CDA) die ook daadwerkelijk met deze term wordt aangeduid in de honderden pagina’s die zijn volgeschreven door de zeven politieke partijen die virtueel het best scoren in de peilingen. En dat terwijl de partijen genoeg te zeggen hebben over verduurzaming, ruimtelijke ontwikkeling en de inrichting van Nederland: van nieuwe ministeries tot crisisbouwfondsen en van een miljoen huizen in tien jaar tot zelfrijdende auto’s.

VVD

Meer woningbouw en meer landelijke sturing. Dat is kort samengevat het ruimtelijke beleid van de VVD voor de komende 4 jaar. De partij wil een nationaal bouwfonds oprichten dat “investeert in betaalbare woningen in heel Nederland”. Daarnaast moeten de lasten voor bouwers worden verlaagd en wil de VVD corporaties een korting op de verhuurderheffing geven om hen te verleiden meer goedkope woningen te bouwen. Maar afschaffen, dat gaat te ver. Een speciaal OZB-tarief moet zorgen dat er ook daadwerkelijk gebouwd gaat worden. 

Verduurzaming is ook bij de VVD een belangrijk punt, maar de liberalen maken wel een belangrijk voorbehoud: het mag nooit tot een verhoging van de woonlasten leiden. Ook moeten huiseigenaren beter beschermd worden bij regionaal en lokaal verduurzamingsbeleid. De overheid mag huiseigenaren bijvoorbeeld nooit dwingen om van het gas af te gaan. Wat betreft de investeringen in infrastructuur, blijft het programma vaag.  “Extra investeren in auto-, spoor-, vaar- en fietswegen, waarbij de grootste bereikbaarheids-knelpunten in het land voorrang krijgen”, concreter wordt het niet. (partijprogramma, pdf)

CDA

Een nieuwe Nota Ruimte moet volgens het CDA het begin worden van de grote omslag in het ruimtelijk denken. In de nota wordt voor de lange termijn vastgelegd waar “we ruimte bestemmen om te wonen en werken”. De Randstad en de grote natuurgebieden worden in deze nota ontlast en er worden nieuwe groeiregio’s aangewezen. De nieuwe minister voor Regionale Ontwikkeling komt in samenspraak met provincies en gemeenten met een nationaal Programma voor de Toekomst van de Regio. Zo moet niet alleen de krimp worden doorbroken, maar ontstaan er volgens de christendemocraten ook “nieuwe kansen voor de ontwikkeling van sterke economische regio’s. 

Met een grootschalig Nationaal Woonplan wil het CDA binnen tien jaar 1 miljoen nieuwe en duurzame woningen bouwen. Maar die huizen worden als het aan de partij ligt niet gebouwd in de stad. De regio moet aantrekkelijk worden door duurzaamheid daar bovenaan de agenda te zetten. Tegelijkertijd worden overheden, zorginstellingen en onderwijsinstellingen beter over het land gespreid. Een nieuwe minister van Volkshuisvesting moet vastgelopen woningbouwprojecten weer lostrekken en de verhuurderheffing wordt afgeschaft. Naast dat het CDA in het programma al rekening houdt met de komst van de zelfrijdende auto, wil de partij met binnenlandse hogesnelheidsverbindingen en hubs aan randen van steden de mobiliteit verbeteren. Een landelijk burgerberaad moet de politiek adviseren over de uitwerking van het klimaatakkoord en het draagvlak voor de klimaatmaatregelen vergroten. (partijprogramma, pdf)

PvdA

Met het bouwen van 100.000 nieuwe woningen per jaar, een minister van Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening en Milieu en de afschaffing van de verhuurderheffing vertoont het programma van de PvdA op het terrein van ruimtelijke ontwikkeling veel overeenkomsten met dat van het CDA. Maar er zijn ook zeker verschillen. Zo wil de PvdA bij het bouwen van woningen de focus niet verleggen van de stad naar de regio. Een Investeringsfonds voor Leefbaarheid en Bouw moet zorgen voor meer woningen en de leefbaarheid binnen steden verbeteren. Gemeenten krijgen een toelage per extra woning die voor 2025 wordt gebouwd.

Maar ook de PvdA besteedt aandacht aan de regio. Per regio staat nauwkeurig beschreven welke investeringen op het gebied van mobiliteit nodig zijn. Qua duurzaamheid moet de (Europese) wetgeving in de vorm van de European Green Deal en de Klimaatwet leidend worden. Corporaties die veel in duurzaamheid investeren, worden daarvoor beloond. Daarnaast wil de PvdA minimaal 50.000 hectare extra natuur in 2027. Op het vlak van mobiliteit wil de partij dat over tien jaar alle grote regionale steden met minimaal vier treinen per uur verbonden zijn met de Randstad. (partijprogramma, pdf

D66

Ook D66 onderstreept de ambities op de woningmarkt met een concreet getal: “Wij willen vóór 2035 meer dan een miljoen huizen bouwen.” Die huizen moeten vooral binnen de bebouwde kom komen. Lukt dat niet, dan worden nieuwe plekken bebouwd. Vanuit nieuwe wijken moet een station binnen tien minuten te bereiken zijn met de fiets of bus. Een crisisbouwfonds moet ervoor zorgen dat de bouw ook in financieel zware tijden doorgaat. Om de herontwikkeling in steden op gang te houden, wil D66 ook binnen de bebouwde kom verplichte herverkaveling mogelijk maken. Het nieuwe ministerie van Wonen, Ruimtelijke Ordening en Milieu moet al deze ontwikkelingen in goede banen gaan leiden.

GroenLinks wil het ministerie van VROM terug om “Nederland mooier en duurzamer in te richten

Op het gebied van mobiliteit heeft D66 de ambitie overal in Nederland binnen 15 kilometer een OV-hub te realiseren waar van ’s ochtends vroeg tot middernacht twee keer per uur gereden wordt. Daarbij kijkt de partij niet alleen naar standaard buslijnen, maar ook naar “innovatieve oplossingen als mobility as a service.” Die innovatieve oplossingen zijn ook nodig om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen die de partij zichzelf heeft opgelegd. Elke politieke beslissing over de fysieke leefomgeving, of het nu gaat om woningbouw, mobiliteit, landbouw of industrie, moet volgens de partij worden getoetst aan de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal en circulair te zijn. (partijprogramma, pdf

GroenLinks

De magische grens van 1 miljoen nieuwe woningen moet als het aan GroenLinks ligt al in 2030 worden bereikt. Minstens 40 procent van die nieuwbouw moet sociale huur zijn. Ook wil de partij de verhuurderheffing afschaffen. Maar de ontsluiting van de nieuwe huizen gebeurt niet met nieuw asfalt waar auto’s overheen razen. Het aanleggen van nieuwe autowegen leidt volgens de partij alleen maar tot meer files. De focus bij de ontwikkeling van de mobiliteit ligt op de ontwikkeling van het OV, het aanleggen van nieuwe fietsroutes en het vervoer over water.

GroenLinks wil qua aanleg van nieuwe natuur nog een stap verdergaan dan de PvdA. In totaal moet er 100.000 hectare nieuwe natuur bijkomen in Nederland, een gebied ter grootte van de Veluwe. Ook moet er voor elke inwoner van ons land een boom worden geplant. Bouwen buiten de stad, waar veel andere partijen wel voor pleiten, is voor GroenLinks geen optie. In natuur tussen steden en dorpen wordt niet gebouwd, zegt de partij. Nieuwe woningen komen zoveel mogelijk binnen de grenzen van de huidige bebouwing en bij uitzondering op landbouwgrond. Ook GroenLinks wil het ministerie van VROM terug om “Nederland mooier en duurzamer in te richten.” (partijprogramma, pdf)

SP

De SP noemt geen concreet aantal wat betreft het aantal nieuwe woningen dat bijgebouwd moet worden. Maar ook hier moet een nieuw ministerie (Wonen) de ontwikkelingen in goede banen gaan leiden. De SP wil bij besluitvorming op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling ook meer aandacht voor de lokale ontwikkelingen. Lokale bestuurders moeten meer eigen beleid kunnen maken voor de aanpak van de lokale problemen. Qua duurzaamheid wil de partij vooral inzetten op betaalbaarheid. Publieke energiebedrijven moeten ervoor zorgen dat duurzaamheid voor ieder huishouden haalbaar is.

Aan de ontwikkeling van de mobiliteit maakt het programma van de SP niet veel woorden vuil. Het openbaar vervoer moet een publieke dienst worden en stads- en streekvervoer moet gratis worden voor ouderen en jongeren. Maar de woorden auto, file en mobiliteit komen bijvoorbeeld helemaal niet voor. (partijprogramma, pdf)

PVV

De laatste partij van het zevental, de PVV, heeft nog geen partijprogramma uitgebracht. De vraag is wel of er veel over de standpunten wat betreft gebiedsontwikkeling te zeggen was geweest als de partij van Geert Wilders dat al wel had gedaan. Vier jaar geleden maakte de PVV namelijk niet meer dan vijf woorden aan dit onderwerp vuil: Geen geld meer naar windmolens. (partijprogramma '17-'21)


Cover: ‘Illustratie tweede kamerverkiezing 2021 en gebiedsontwikkeling’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Hans-Hugo Smit Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Matthijs van Roon)

Hugo, Hoyte, Kate and the Donald

Meer regie, wie is er tegen? We houden van krachtige teksten en beelden. Maar laten we ons nog wel regisseren? Hans-Hugo Smit prijst Hugo de Jonge maar vreest voor de uitvoering van zijn wet Versterking Regie Volkshuisvesting.

Opinie

18 maart 2024

Hotel New York in Amsterdam door ColorMaker (bron: Shutterstock)

Stedelijke identiteit en gemeenschapsvorming op gemeentelijk niveau

Veel (lokale) bestuurders maken graag aanspraak op ‘stedelijke identiteit’. Maar wat hebben de bewoners aan zo’n beeld, kunnen zij samen met de bestuurders dan ook de stad maken? Planoloog Frank van den Beuken zocht het uit.

Analyse

18 maart 2024

Arnhem door Marcel Rommens (bron: shutterstock)

Gevraagd: buitenlands kapitaal om de Nederlandse woningbouwambities te realiseren

Om in de komende jaren voldoende middeldure woningen te bouwen, is buitenlands kapitaal nodig. Cushman & Wakefield onderzocht hoe het investeringsklimaat voor internationale institutionele beleggers verbeterd kan worden.

Onderzoek

15 maart 2024