Interview Wat kunnen overheid en de financiële sector samen doen om Nederland weerbaarder te maken tegen klimaatrisico’s? Detmer Koekoek, kwartiermaker van NL AAA-Klimaatbestendig, pleit voor een heldere lange termijnvisie op gebiedsontwikkeling. De ingrediënten: duidelijke spelregels, structurele publiek-private samenwerking en slimme financiering- en verzekeringsmodellen.
Klimaatrisico’s zoals overstromingen, droogte en hoosbuien brengen niet alleen fysieke schade met zich mee. Ze vormen ook een bedreiging voor de economie en financiële stabiliteit van Nederland, als we hierop niet goed zijn voorbereid. De publiek-private coalitie NL AAA-Klimaatbestendig, die in 2023 door de Deltacommissaris werd opgezet, richt zich op deze financieel-economische vraagstukken rond fysieke klimaatrisico’s.
Dit artikel is afkomstig uit de nieuwe halfjaarlijkse Gebiedsontwikkeling.krant. In deze editie gaan we dieper in op de passende spelregels voor gebiedsontwikkeling. Bekijk hier de complete digitale versie.
Als kwartiermaker zoekt Detmer Koekoek naar manieren om publieke én private partijen aan boord te krijgen in de strijd tegen klimaatverandering. Maar naast samenwerking is er behoefte aan richting: wie is waarvoor verantwoordelijk en onder welke voorwaarden wil de financiële sector blijven bijdragen? Welke spelregels zijn er nodig om die samenwerking werkend te maken en de financiering van klimaatadaptatie op gang te brengen?
Hoe staat het met de betrokkenheid van de financiële sector bij klimaatadaptatie?
“Het is een hot topic binnen de financiële wereld, maar ook een relatief nieuw onderwerp. Toen ik zelf in de financiële sector werkte, kwamen fysieke klimaatrisico’s nauwelijks ter sprake. Behalve bij verzekeraars, want veel van hun producten draaien juist om de bescherming tegen weergerelateerde schades. Inmiddels is het besef gegroeid dat deze risico’s direct van invloed zijn op de waarde van bijvoorbeeld vastgoed, ondernemingen en infrastructuur.”
Onze deltawerken zijn wereldberoemd. Doen we niet al heel veel op het gebied van klimaatverandering?
“Onze eerste verdedigingslinie is gelukkig sterk: deltawerken en waterschappen beschermen ons land en daar leunt de financiële sector op. Maar we moeten ons tegen álle klimaatrisico’s beschermen. De keuzes waar en hoe we bouwen, hoe we de bestaande bouwvoorraad klimaatbestendig maken en hoe bedrijven zich aanpassen, vragen om een nauwe samenwerking tussen publieke en private partijen. Daarbij speelt de financiële sector een sleutelrol: van het doen van investeringen tot het ondersteunen van transities met financiering. En tenslotte is een robuust verzekeringsvangnet onmisbaar om risico’s op te vangen als het toch misgaat.”
Hoe ziet u dat het mis kan gaan?
“Stel dat woningen in een bepaald gebied na hevige regenval onbewoonbaar worden verklaard, zoals in Enschede recent gebeurde. Als verzekeraars of banken dat risico van extreme regenval niet meer acceptabel vinden, stoppen ze met financieren of verzekeren en dan zitten bewoners klem. Hun woning verliest waarde en wordt onverkoopbaar. Daarom is het cruciaal om samen in kaart te brengen waar zulke risico’s zich voordoen en hoe we daarop anticiperen.”
Maar is hier de overheid of de financiële sector de verantwoordelijke partij?
“Uiteindelijk is de eigenaar verantwoordelijk, terwijl de overheid technische normen stelt. Bijvoorbeeld dat nieuwbouwwijken en woningen bestand moeten zijn tegen een regenbui van 70 mm per uur. De financiële sector kan op basis van schadegegevens aangeven of dat voldoende is om deze woningen verzekerbaar te houden en te financieren. Als dat niet zo is, moeten we opnieuw met elkaar om tafel. Dat gesprek moet dus aan de voorkant plaatsvinden, niet pas wanneer het risico al is opgetreden. Met NL AAA proberen we dat proces te organiseren zodat de financiële sector niet pas achteraf reageert op de gestelde normen.”
Bij welke sectoren is deze aanpassing aan het klimaat noodzakelijk om toekomstbestendig te blijven?
“Een goed voorbeeld is de sierteelt in de Bollenstreek. Waterschappen hebben daar aangegeven dat de bollenteelt zoals die nu bestaat, over 20 tot 40 jaar niet meer mogelijk is door verzilting. Zout water trekt onder de dijken door en dat proces is niet meer te keren. De tulpen kunnen niet tegen zout water. Daarom is nauwe samenwerking nodig tussen telers, banken en overheden om te bepalen wanneer financiering nog haalbaar is en hoe een gezamenlijke transitie eruit kan zien. En vooral: wat is er nodig om over te stappen naar andere teelten of bedrijfsmodellen? Dan gaat het over innovatie, zoals over nieuwe zaden, andere bedrijfsvoering, financiering en verzekerbaarheid. Die transitie moet je samen vormgeven.”
We kijken naar andere financieringsmodellen waarbij publiek en privaat samen financieren
“En er liggen veel kansen. Bouwgrond levert meer op dan landbouwgrond. Als je een klein deel van het sierteeltgebied aanwijst voor woningbouw, kun je met de opbrengst van die grond een transitie financieren. Maar dat werkt alleen als partijen, inclusief de financiële sector, nu met elkaar plannen maken. Banken willen graag meedenken en financieren, zolang er maar een toekomstperspectief is en er duidelijke regels zijn.”
Dit klinkt als een kansrijke ontwikkeling, maar wat maakt de financiering van klimaatadaptatie zo lastig?
“Klimaatadaptatie kost geld. Je investeert in iets dat toekomstige schade voorkomt, maar omdat je die schade nog niet ziet, is die investering lastiger te rechtvaardigen. Het botst met hoe we rendement meten, een prijskaartje hangen aan risico’s en kasstromen bepalen. Dat terwijl we weten dat voorkomen tien keer goedkoper is dan schade achteraf herstellen. Dat is precies de uitdaging van klimaatfinanciering. Voor een ontwikkelaar van een nieuwe woonwijk bijvoorbeeld stopt zijn verantwoordelijkheid bij de oplevering. Die neemt de maatschappelijke baten of kosten over tien of twintig jaar nu nog niet mee in zijn ontwerp, want dat valt buiten zijn businesscase.”
Hoe zien die nieuwe financieringsmodellen er dan uit?
“We kijken naar andere financieringsmodellen waarbij publiek en privaat samen financieren. In contracten kunnen bijvoorbeeld aannemers van infrastructurele projecten of woningbouw langer verantwoordelijk worden gehouden voor onderhoud, zodat ze in het ontwerp al rekening houden met toekomstige risico’s. De Afsluitdijk is daar een goed voorbeeld van: via een zogenaamd DBFM-contract (Design, Build, Finance and Maintain, red.) is de aannemer niet alleen verantwoordelijk voor de oplevering, maar ook voor het langdurig onderhoud. Daardoor ontstaat een prikkel om al in de ontwerpfase al voor te sorteren op toekomstige risico’s, die later minder onderhoud maar ook lagere kosten met zich meebrengen. Zo is de businesscase in veel gevallen rond te krijgen, het vergt alleen omdenken.”
Met NL AAA proberen we het proces te organiseren zodat de financiële sector niet pas achteraf reageert op gestelde normen
“De overheid kan kaders en normen stellen die ervoor zorgen dat lange termijneffecten zichtbaar worden in de businesscases van vandaag. De financiële sector kan dat versterken door die effecten ook in risico’s en rendement te waarderen. Zo kun je nu al investeren in maatregelen die later maatschappelijke kosten verlagen, zoals irrigatiekratten onder woningen om water op te slaan. Als dat in de toekomst de waterschappen ontlast, wil je die besparing vertalen naar een voordeel voor de ontwikkelaar of koper, bijvoorbeeld via lagere lasten. Dan worden baten op de lange termijn een directe prikkel om nu te investeren.”
Hoe krijgt u de financiële sector aan tafel?
“Door de werelden van de overheid, de financiële sector, bedrijven en wetenschap dichter bij elkaar te brengen. Die begrijpen elkaar lang niet altijd: waar overheden en bouwers technisch en normatief denken voor lange termijn, kijkt de financiële sector vooral naar risico’s en rendement op de kortere termijn. Met NL AAA proberen we die partijen samen te brengen, juist om het wederzijdse begrip te vergroten en de kennis te delen.”
En wat moet er concreet veranderen in de gebiedsontwikkeling?
“Voor nieuwbouw moeten we duidelijker afspreken waar we wel en niet bouwen. In Engeland wordt er al alleen buiten de risicogebieden gebouwd. Als je daar wel in een risicogebied bouwt, gebeurt dat alleen met strengere normen, zodat het huis verzekerbaar en financierbaar blijft. Die koppeling tussen normen, verzekering en financiering missen we hier nog. Voor de bestaande bouw ligt er een grote opgave in wijken met klimaatrisico’s. Huiseigenaren aan hun lot overlaten is de slechtste optie. We hebben een masterplan nodig, waarbij soms sloop en nieuwbouw de beste keuze is. Maar dat moet een gecoördineerde transitie zijn, met oog voor bewoners en de wijk als geheel.”
“Gebiedsontwikkeling gaat verder dan alleen woningen: denk aan waterberging, groenblauwe structuren, infrastructuur en bedrijventerreinen. Als we normen, financiering en samenwerking koppelen, creëren we niet alleen veilige woningen, maar ook toekomstbestendige steden, klimaatbestendige bedrijven en een weerbare economie. Alleen dan voorkom je sociale ongelijkheid en zorg je voor lange termijn waardecreatie.”
Beeldverslag van de NL AAA-sessie tijdens het Nationaal Deltacongres 2024.
Cover: ‘Detmer Koekoek’ (bron: Ivar Pel)








