2014.05.22_Duurzame energie_660px

Duurzame energie

22 mei 2014

5 minuten

Nieuws Van Oord gaat het grootste windpark op zee tot nog toe bouwen. De financiering van het Gemini-project kwam deze week rond. In 2017 moeten de molens draaien.

Wie windmolenparken wil bouwen op de Noordzee moet sterke zenuwen hebben. „Bouwen op zee is high risk”, zegt Pieter van Oord, bestuurvoorzitter van het gelijknamige familiebedrijf. Er kan veel misgaan.

Veel wind is goed voor de productie van duurzame stroom, maar te veel wind en hoge golven kunnen juist een probleem zijn bij de bouw. Daarnaast is de toch al complexe keten van toeleveranciers kwetsbaar: een product kan te laat af zijn, een producent kan op de fles gaan, waardoor het hele project vertraging oploopt. Het heeft Van Oord er niet van weerhouden een hoofdrol te willen spelen bij de aanleg van het Geminiwindpark, 85 kilometer uit de kust van Groningen, ten noorden van Schiermonnikoog. Deze week kwam de financiering rond van wat het grootste windpark op de Noordzee moet worden, een project van 2,8 miljard euro. Meer dan twintig financiële partijen hebben hun handtekening gezet onder het plan om 150 windmolens aan te leggen, inclusief verbindingen naar het land.

Gemini krijgt een vermogen van 600 megawatt (MW) en wordt veel groter dan de parken die nu in het Nederlandse deel van de Noordzee staan. De verwachting is dat Gemini 785.000 huishoudens van duurzame stroom zal voorzien. De Rotterdamse baggeraar en maritieme bouwer is niet alleen mede-eigenaar van het project (voor 10 procent), maar ook hoofdaannemer. De aanleg moet in 2017 gereed zijn, binnen budget. Projectmanager Didi te Gussinklo Ohmann voert het ambitieuze Gemini-project uit. Of ze daarvan wakker ligt? „Nee, juist leuk, dit is mijn werk”, zegt ze. Ze is sinds 2011 bezig met de voorbereidingen voor de megaopdracht. Ze werkt nu met een team van veertig man. Als de aanleg begint, worden dat er honderden.

Van Oord heeft al meer dan 100 miljoen euro uitgegeven aan die voorbereidingen nog voordat het eindcontract was getekend. Te Gussinklo Ohmann: „Dat kon niet anders. Banken willen zich niet committeren zonder dat wij een volledig plan hebben uitgewerkt. Alle onderaannemers moeten contractueel worden vastgelegd: de producenten van de funderingen, de kabels, de stopcontacten op zee.” En als de financiële afronding dan op zich laat wachten, wat in het geval van het Gemini-project is gebeurd, dan moet je wel zelf geld uitgeven om uiteindelijk binnen de afgesproken termijn te blijven. „Daarom zijn we vorig jaar al begonnen met het ontwerpen van funderingen, kabels en stopcontacten. De productie van de kabel is in februari van dit jaar gestart en in Eemshaven zijn deze week de eerste feitelijke bouwactiviteiten begonnen”, aldus de projectmanager.

Twee contracten

In het geval van Gemini, maar ook bij windpark Luchterduinen dat Van Oord in opdracht van Eneco voor de kust van Noordwijk bouwt, wordt een model gehanteerd dat bestaat uit twee contracten: een voor alles onder water en een voor de windturbine en het onderhoud daarvan. In Groot-Brittannië zijn veel windparken aangelegd volgens een ander model: één opdrachtgever, meestal een energiebedrijf, dat zelf contracten afsluit met de verschillende toeleveranciers. Van Oord: „Dat is vaak niet goed afgelopen. Ze werden te laat opgeleverd en bovendien boven budget.”

Maar er is nog een reden waarom het model voor Gemini meer voor de hand ligt. Een gemiddeld windpark op zee van tussen de 300 en 400 MW kost ongeveer 1 miljard. Maar de RWE’s (eigenaar van Essent) en de Vattenfalls (eigenaar Nuon) op de wereld lijden op dit moment dramatische verliezen. Die kunnen dat miljard niet zelf financieren. „Naar mijn idee wordt ons model de komende tien jaar de dominante financieringsvorm voor nieuwe windprojecten op de Noordzee”, aldus Van Oord.

Volgens het Energieakkoord voor duurzame energie moet er tussen nu en 2023 een enorme slag gemaakt worden in de windenergie op zee. Dan moet er namelijk een vermogen zijn opgesteld van 4450 MW. Na Luchterduinen en Gemini moet er nog 3500 MW worden bijgebouwd. „Dat betekent dat we tot die tijd elk jaar een groot park met de omvang van Gemini moeten aanleggen.” Of dat praktisch gaat lukken is volgens van Oord niet zeker: „Ik heb twijfels of de toeleveranciers alle benodigde producten op tijd kunnen leveren.”De druk is groot, ook andere landen rond de Noordzee maken een inhaalslag.

Marktleider

Er komt dus veel werk aan, maar Van Oord, marktleider bij de aanleg van windparken op zee, is niet van plan nog meer hooi op zijn vork te nemen. Met de winddivisie maakt Van Oord een kwart van zijn omzet: 500 miljoen euro op een totaal van ongeveer 2 miljard euro. „Je wilt niet te afhankelijk worden van één industrie. Ik denk dat wij maximaal in één jaar twee van dit soort projecten willen uitvoeren, zoals nu Luchterduinen en Gemini.”Wat de vraag oproept wie het dan wel gaat doen. Van Oord heeft twijfels: „Het valt nog te bezien hoeveel offshoreaannemers bereid zijn om deze risicovolle rol op zich te nemen. Niet alleen in Nederland maar in heel Europa. Droge civiele aannemers hebben helemaal niets te zoeken op zee. Die begrijpen de risico’s niet.”

Financiering

Met een vermogen van 600MW wordt het Gemini-project niet alleen het grootste windpark op de Noordzee. Het gaat ook om de grootste projectfinanciering van een windpark.

Het project heeft vier eigenaren:
- het Canadese Energiebedrijf Northland Power (60 procent),
- Siemens Financial Services (20 procent),
- maritiem bouwer Van Oord (10 procent),
- nutsbedrijf HVC (10 procent).

Die steken samen 400 miljoen in het project. De resterende 2,4 miljard euro wordt bij elkaar gebracht door 12 banken, vier publieke financieringsinstellingen en een pensioenfonds. Het project wordt uitgevoerd door Van Oord en Siemens.

Auteur: Renée Postma


Cover: ‘2014.05.22_Duurzame energie_660px’



Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024