Effectiever investeren door gemeentelijke samenwerking

27 mei 2012

5 minuten

Verslag Op 23 mei werd in Zwolle de 14e editie van de Atlas voor Gemeenten gepresenteerd tijdens een mini-conferentie met als onderwerp de 'optimale schaal voor lokaal bestuur'. Gerard Marlet, medeauteur en directeur van Atlas voor Gemeenten, pleitte overtuigend voor een nieuwe, geoptimaliseerde, regionale gebiedsafbakening. De combinatie van de decentralisatie- en bezuinigingsopgave (oftewel: meer taken en minder middelen) stelt gemeenten voor een grote opgave. Zeker wanneer zij zich geconfronteerd zien met bevolkingskrimp, stijging van de werkeloosheid en dalende vastgoedwaarden. Een efficiëntere interne organisatie alleen is niet de oplossing, menen de atlasauteurs. Zij presenteren een methode om tot een optimale gebiedsafbakening te komen op basis van functionele relaties. Bestuurders als burgemeester Henk Jan Meijer en Commissaris van de Koningin Ank Bijleveld waren eerder wat terughoudend. Zij legden de nadruk op constructieve samenwerking en een betere relatie met de burger.

Presentatie Atlas voor Gemeenten 2012

Kernpunten

• Kwalitatieve verschillen tussen gemeenten worden groter en manifester.
• Regionale samenwerking op basis van functionele relaties zorgt voor een effectievere allocatie van gemeentelijke investeringen. Bijvoorbeeld op het gebied van werk, zorg, onderwijs, cultuur en recreatie. Gemeentes zouden kunnen kiezen voor een complementair aanbod van woonmilieus en voorzieningen binnen de regio.
• De relatie tussen burger en bestuur moet hersteld én beter onderhouden worden.

De gemeente Zwolle was dit jaar niet alleen gastheer van de presentatie van de nieuwste Atlas. De provinciehoofdstad was ook uitgebreid bestudeerd als referentiegemeente op het gebied van regionale gebiedsafbakening. Burgemeester Henk Jan Meijer gaf direct aan dol te zijn op dergelijke lijstjes en benchmarks.

Effectiever investeren door gemeentelijke samenwerking - Afbeelding 1

‘Effectiever investeren door gemeentelijke samenwerking - Afbeelding 1’


Begrijpelijk, gezien de hoge notering van Zwolle in de top 50. Hij wilde echter op voorhand niet te veel over zeggen over bestuurlijke samenwerking. Meijer was bang voor nieuwe krantenkoppen, maar vertelde blij te zijn met de constructieve samenwerkingen die hij zag in en rondom de gemeente Zwolle.

Meer dan vorig jaar waren de gevolgen van de economische recessie en krimp voor gemeenten dit jaar duidelijk zichtbaar, aldus Marlet. Dit manifeert zich onder meer in bevolkingsdaling, (sterke) daling van de vastgoedwaarden en stijging van de (jeugd)werkeloosheid, verspreid over het hele land. Marlet constateert dan ook dat bezuinigingen door een efficiëntere organisatie van het (lokale) overheidsapparaat onvoldoende soelaas bieden. De sleutel ligt volgens hem in samenwerking over de gemeentegrenzen heen. De atlasauteurs pleiten voor een betere, efficiëntere, allocatie van belastinggeld door middel van optimale gebiedsafbakening. Marlet signaleert dat gemeentegrenzen er voor zowel woon-­‐werkverkeer als culturele voorzieningen steeds minder toe doen en dat in deze relatie stad en ommeland wezenlijk van elkaar profiteren. Op grotere schaal lieten zijn migratiebalansen zien dat specifieke leeftijdsgroepen een bijpassende leefomgeving zoeken en daarin nog steeds mobiel zijn. Hij wierp hiermee de vraag op of steden nog wel per se alle woonmilieus moeten willen faciliteren.

Onderzoekers van de Atlas voor Gemeenten ontwikkelden een nieuwe methode voor optimale gebiedsafbakening. Daarmee zijn voor de gemeente Zwolle en omliggende gemeentes de functionele relaties op basis van kwaliteit, variëteit en afstand in kaart gebracht. Uitgangspunt vormt de afstand die men bereid is te reizen voor extra kwaliteit op het gebied van werk, zorg, cultuur, horeca en recreatie. De kaart die de gemiddelde overlap plotte werd door Marlet gepresenteerd als een toekomstbeeld voor de gemeente Zwolle rond 2020. Een grote gemeente met veel open landschap en verschillende kleine kernen, de gemeente Kampen inbegrepen, de gemeente Meppel niet. Marlet presenteerde dit verhaal tegen de achtergrond van een tijdslijn die een sterke terugloop in het aantal gemeenten toont. Waar Nederland in 1980 nog 811 gemeenten telde, is dit in 2012 teruggelopen naar 415. Hoewel het onderzoek nog niet is afgerond, durfde Marlet op basis van zijn optimalisatiemodel al wel de stelling aan dat Nederland in 2020 met minder dan 100 gemeenten efficiënt bestuurd zou kunnen worden.

Tof Thissen, directeur van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten, kwam in zijn presentatie nadrukkelijk op voor het belang van de kleine gemeente. Hij schetste een groeiend onvermogen van regio's om de burgers in dorpen mee te laten praten en dit democratische tekort resulteert volgens Thissen in een groeiende afstand tussen burger en bestuur. Juist de kwaliteit van de kleine gemeenten, het boom en rizoom-­‐denken wordt volgens hem in de regio gemist en bemoeilijkt adequaat bestuur. Thissen pleitte ervoor om alvorens het lokaal bestuur te herorganiseren eerst de relatie met de burger te herstellen en juist daarin extra kwaliteit te behalen.

Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel, Ank Bijleveld, schaarde zich meer achter het betoog van Thissen dan achter het toekomstbeeld van Marlet. Met een uit 1743 daterende kaart van de provincie Overijssel, liet Bijleveld zien dat grensconflicten ook toen al speelden. Bijleveld schetste hoe juist de huidige tijd nadrukkelijk vraagt om een bundeling van krachten en een open houding tussen grenzen, over grenzen en door grenzen. Deze deze drietraps-­‐ideologie onderbouwde ze met onder meer het belang van duidelijke kerntaken voor gemeenten, het belang van nabijheid, de waarde van een hecht netwerk tussen provincie en gemeenten en de kansen voor aangrenzende, zelfstandige gemeenten om een ambtelijk apparaat te delen. Wat voorzichtig benadrukte Bijleveld dat de focus op de burger moet komen te liggen en dat de nieuwste Atlas in ieder geval het onderwerp gemeentelijke samenwerking onder de aandacht brengt.

Gepassioneerder over de relatie tussen stad en regio vertelden Thérèse en Jonnie Boer, culinair topondernemers. Zij maakten een bewuste keuze om na de eerste Michelinster van het restaurant de Librije in Zwolle gevestigd te blijven. Deze keuze was gevoed door het verlangen naar een eigen plek, het sterke netwerk van lokale leveranciers en de ambitie om te laten zien dat het ook in Zwolle kan. Een blijk van deze sterke lokale verankering is de speciale Librije Klas op de horecaopleiding van het Deltion College. Jonge studenten de kans bieden om te leren en te werken in een stimulerende omgeving past wat dat betreft in de visie van Thérèse en Jonnie. Beide vonden het belangrijk om als lokale ondernemer daarin ook verantwoordelijkheid te nemen. Het Deltion College, dat onderwijs biedt aan circa 13,5 duizend scholieren, is een goed voorbeeld van Marlets verhaal over regionale kwaliteit en de bereidheid om daarvoor te reizen. Maar liefst 47% van de scholieren komt uit de regio en het college faciliteert een kerngebied van 16 gemeenten met kwalitatief hoogwaardige opleidingen en een prettige verblijfsomgeving, aldus rector Bert Beun.

Bij de uitreiking van het eerste exemplaar van de nieuwste Atlas bleek de gemeente Zwolle ook dit jaar weer goed te scoren. De stad deelt samen met de gemeente Den Bosch de hoogste notering voor een gemeente zonder universiteit en gelegen buiten de Randstad. Het toekomstbeeld voor 2020 dat op de omslag prijkt, kon burgemeester Meijer enkel ontlokken dat hij dergelijke studies waardevol vindt, maar nog geen reden om het beleid direct aan te passen. Hij besloot terughoudend dat kwaliteitsverbetering in bestuurlijke samenwerking voorop moet staan. Daarmee ging hij voorbij aan de kansen om middels een effectievere bestuurlijke gebiedsindeling de leefkwaliteit van de burger te optimaliseren.

Voor een pdf van de volledige publicatie zie bijlagen.


Portret - Jorick Beijer

Door Jorick Beijer

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu | Oprichter Blossity


Meest recent

Fietsende dame, Leiden door Dutch_Photos (bron: shutterstock)

“Laten we de stad weer aantrekkelijk maken voor gezinnen”

Hoe zorgen we ervoor dat steden aantrekkelijk blijven om kinderen te laten opgroeien? “Gezinnen die in de stad willen wonen, hebben op dit moment geen betaalbaar alternatief.”

Verslag

26 april 2024

Jonge zakenmensen overleggen in creatief kantoor door G-Stock Studio (bron: shutterstock)

Een opvallende acceleratie, de creatieve industrie doet het goed in de regio

De creatieve industrie associëren we meestal met de grote steden, maar daar neemt de banengroei de laatste jaren af. Daarentegen doen de middelgrote steden het een stuk beter. Wat zit er achter deze autonome regionale spreiding?

Analyse

26 april 2024

GO weekoverzicht 25 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de complete buurt

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de complete stadsbuurt centraal stond. Van de transformatie van het Utrechtse Wisselspoor via het naoorlogse stadsdeel Breda Noord naar de verdichting in het Haagse Bezuidenhout.

Weekoverzicht

25 april 2024