Tromptuinen in Wielwijk met aan weerszijden koopwoningen door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

Erfgoed en leefbaarheid: de effecten van grootschalige sloop en nieuwbouw in Enschede en Dordrecht

1 december 2025

11 minuten

Onderzoek De wijken Velve-Lindenhof in Enschede en Wielwijk in Dordrecht zijn door sloop-nieuwbouw en de herinrichting van de openbare ruimte flink onder handen genomen. Leidt zo'n ingrijpend proces van verandering tot waardering bij bewoners of juist tot verlies van identiteit? En kunnen betekenisvolle plekken in zo'n woelige transitie hun betekenis behouden, of zijn er nieuwe plekken nodig om een nieuw wijkgevoel op te wekken? Onderzoeker Teun van den Ende onderzoekt in deze twee wijken hoe zo’n verandering uitpakt.

De aanleidingen voor de grootschalige aanpak van zowel Velve-Lindenhof als Wielwijk zijn divers. Problemen met de leefbaarheid zoals – werkloosheid, beperkte kansen voor jongeren en onveiligheid – zijn in beide wijken aan de orde. De meest bepalende factor voor de wijkaanpak was echter de slechte staat van de woningen, ook dat speelde in beide wijken. De aanpak daarvan kwam in het eerste decennium van de eeuw in een stroomversnelling. Onder Ella Vogelaar, in 2007 aangesteld als minister voor Wonen, Wijken en Integratie (PvdA), stelde het kabinet honderden miljoenen beschikbaar voor 40 wijken, waaronder Velve-Lindenhof en Wielwijk. In deze wijken is een groot deel van het beschikbare geld gestoken in fysieke ingrepen in de woningen, voorzieningen en de openbaar ruimte. Achttien jaar later is het mogelijk met bewoners en professionals terug te blikken op de veranderingen die toen in gang zijn gezet.

Gebiedsontwikkeling.nu publiceert de komende weken in een serie artikelen de belangrijkste ervaringen en inzichten van het onderzoek van erfgoedexpert Teun van den Ende. Hij ging in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heel Nederland door om het antwoord te vinden op de vraag: welke rol speelt het cultureel erfgoed in de leefbaarheid van een wijk? De RCE wil weten of cultureel erfgoed een positieve bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid in wijken en zo ja: op welke manieren. Het onderzoek is bewust breed ingestoken en gaat zowel over woningen en publieke gebouwen als over de openbare ruimte en de stedenbouwkundige opzet.

Van den Ende richt zich daarmee niet enkel op monumenten en beschermde (delen van) wijken maar schetst een beeld van de wijk vanuit het perspectief van de bewoners. Hoe verandert het gebruik van de wijk door de tijd heen? Aan welke plekken in hun wijk hechten bewoners waarde en in hoeverre komt die waarde overeen met de al dan niet ‘erkende’ erfgoedwaarden? En verandert er ook iets als eigenaren gebouwen slopen of renoveren en de gemeente de openbare ruimte aanpakt? Dit is het vierde verhaal, lees hier het eerste, inleidende verhaal uit de serie, het tweede artikel over Utrecht en Emmen en het derde verhaal over Amsterdam en Rotterdam.

De wijknaam Velve-Lindenhof verraadt dat de wijk uit twee delen bestaat: het oude Velve en het jongere Lindenhof. In het oude Velve dateert de oudste bebouwing, kleine arbeiderswoningen, uit het eind van de 19de eeuw. Het Lindenhof is later gebouwd, in de jaren 20 van de vorige eeuw. Na de oorlog is de tussengelegen ruimte grotendeels bebouwd met eengezinswoningen in prefab-bouwsystemen. In de hele wijk staat er, op twee villa's aan de zuidrand van de wijk na, geen erkend cultureel erfgoed. Maar dat wil niet zeggen dat er geen plekken in de wijk bestaan die betekenis hebben voor de bewoners. Vanuit een brede blik op cultureel erfgoed – alles waarvan mensen vinden dat het bewaard moet worden – is de speeltuinvereniging Het Lindenhof een belangrijke plek. De speeltuin staat onder bewoners bekend als de 'club' en ligt centraal in het oostelijk deel van de wijk. Vanaf 2006 schoven de gemeente en de woningcorporatie daar regelmatig aan bij de bewoners om de plannen voor de grootschalige wijkaanpak te bediscussiëren.

Speeltuin Het Lindenhof door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Speeltuin Het Lindenhof’ (bron: Teun van den Ende)


In dat proces is serieus geluisterd naar de wensen van bewoners. Woningcorporatie De Woonplaats liet de bewoners de keuze of ze sloop of renovatie wilden. De woningen kampten met jarenlang achterstallig onderhoud, dus vroegen de huurders massaal om een opgeknapte woning, of liever nog: een nieuwe. De Woonplaats heeft na de gesprekken iedereen beloofd dat ze in een radius van 50 meter van de oude woning terug konden keren en dat er maximaal 50 euro bovenop de huurprijs zou komen. Van de in totaal 337 huurwoningen kozen slechts 35 mensen er voor om hun woning te laten renoveren. Uiteindelijk zijn twee rijtjes woningen blijven staan, de rest is gesloopt en vervangen met nieuwbouwwoningen. Vindt bewoner Kiel, inmiddels in de zeventig, dat zijn wijk na de sloop is verbeterd? “Jazeker. Maar dat is ook logisch, want er is veel geld in geïnvesteerd.”

Alle ingrediënten om te mislukken

Dat ging niet zonder slag of stoot. Want hoewel het overgrote deel in de wijk kon blijven omdat de huur betaalbaar bleef, zijn er ook veel bewoners vertrokken. “Het is niet meer zoals vroeger, dat iedereen elkaar kende,” stelt Hannes Kiel. Kiel richtte destijds de commissie ‘Bouwmaatjes’ op maar is nog altijd actief op de vereniging. Hij is een sleutelpersoon in de wijk omdat hij een belangrijke rol speelde in het vertalen van de wensen van de bewoners over hun huurwoningen. “Op een gegeven moment wilde iedereen bij mij langskomen,” zegt Hannes, refererend aan de goede verstandhouding die hij had met bewoners en de moeite overheden en andere instellingen vaak hadden om met mensen in gesprek te komen. Zijn collega bij de speeltuin verklaart: “De gemeente was met een heel boekwerk aangekomen met alleen maar jargon, daar kunnen de mensen hier niets mee.”

Met weerstand tegen de autoriteiten kreeg ook landschapsarchitect Anne-Mette Andersen te maken. Zij was van 2008 tot 2013 betrokken bij de wijk als ontwerper van de openbare ruimte, waar participatie vanuit bewoners een grote rol in speelde. Dat voelde voor haar als een groot experiment. “Het streven vanuit het project was om er een grote gezellige wijk van te maken, maar die ambitie had alle ingrediënten om te mislukken,” verklaart ze nu, al terugkijkend. Dat zit zo: “In de 'roodbouw' woonden voormalig woonwagenkampbewoners en in de grijsbouw voornamelijk Turkse en Marokkaanse gezinnen – twee heel verschillende bevolkingsgroepen die niet met elkaar omgingen.”

Plannen samen bespreken

Het Wijkactieplan had behalve de woningvernieuwing ook als doel om de bewoners van de rood- en grijsbouw met elkaar kennis te laten maken. Samen met De Woonplaats regelde Andersen dat er een keet kwam naast de speeltuinvereniging waarvan Hannes Kiel voorzitter was, waar beide groepen naartoe kwamen om de plannen te bespreken. Andersen leerde er de leefgewoontes in de wijk kennen en baseerde daarop haar ontwerp voor de openbare ruimte.

Sociale huurwoningen gebouwd op plek waar gesloopt is in Velve-Lindenhof door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Sociale huurwoningen gebouwd op plek waar gesloopt is in Velve-Lindenhof’ (bron: Teun van den Ende)


“Mensen wilden bijvoorbeeld geen voortuin, maar zaten met mooi weer wel met z'n allen voor het huis. Dus hebben we met De Woonplaats afgesproken dat ze een betegelde privéstrook op zouden leveren van 1 meter om buiten te kunnen zitten. Daarbuiten begint de openbare ruimte, met daarin pal voor elk huis een bloeiende boom die men zelf mocht kiezen.” Door mensen te laten nadenken over de keuze voor het type boom ging bijna iedereen er over nadenken werd de vergroening onderdeel van het gesprek in de wijk. “Bij de feesten met Hannes Kiel en de vrijwilligers kwamen toen opeens ook de Turkse gezinnen. Dat ging gelukkig goed,” blikt Andersen terug. Ze herinnert zich goed dat een bewoner na de cyclus van sloop en nieuwbouw tegen haar zei: “Ik ben trots op mijn wijk.”

Een van de twee overgebleven rijtjes wederopbouwwoningen in Velve-Lindenhof door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Een van de twee overgebleven rijtjes wederopbouwwoningen in Velve-Lindenhof’ (bron: Teun van den Ende)


Het Lindenhof fungeert al tientallen jaren in het oostelijk deel van de wijk als trefpunt, maar aan de westkant van de wijk was zo’n gebouw er niet, tot de bouw van Lumen. Het buurthuis, opgeleverd in 2015, toen de grootschalige wijkaanpak zo ongeveer ten einde was. Het ligt aan een klein park omsloten door woningen en een kleine winkelstrip. Omdat er twee scholen in zijn ondergebracht en er de hele week door diverse hobby- en vrijetijdsclubs te vinden zijn, is het er levendig. Ook de wijkraad Velve-Lindenhof, opgericht in 1977, huurt er een ruimte. Wijkraadsleden Jessica Westenberg en Peter van der Veen schetsen een beeld van een wijk waar de problemen nog niet helemaal verdwenen zijn, maar wel onder controle zijn. “De jongeren die rotzooi trappen zitten in andere wijken maar zoeken elkaar ook hier zo nu en dan op, via sociale media.”

Park in Velve-Lindenhof met buurthuis Lumen op afstand zichtbaar door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Park in Velve-Lindenhof met buurthuis Lumen op afstand zichtbaar’ (bron: Teun van den Ende)


Zij halen er hun schouders over op, gewend als ze zijn aan de reuring die hoort bij een wijk met een grote diversiteit aan bewoners. Het behoud van dat karakter zien zij ook als resultaat van het proces van de wijkvernieuwing, waarin de overheid en de woningcorporatie aan veel wensen van de bewoners tegemoet zijn gekomen: “De Vogelaarwijk-status is door bewoners Velve-Lindenhof binnengehaald en heeft zijn vruchten afgeworpen.”

Geld voor Wielwijk

Velve-Lindenhof en Wielwijk in Dordrecht liggen hemelsbreed 160 kilometer uit elkaar en kennen meer verschillen dan overeenkomsten. Wat beide wijken bindt, zijn de stevige ingrepen die er zijn gedaan sinds het begin van de eeuw. Wat is er in Wielwijk overgebleven van het oorspronkelijke karakter, het aanzicht en het type bewoners in de wijk? In het beleid is er alvast een belangrijk verschil: in tegenstelling tot Velve-Lindenhof ontvangt Wielwijk nog altijd geld van de Rijksoverheid om de leefbaarheid blijvend te verbeteren, vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Wielwijk is een van de vier wijken in Dordt-West waar dat voor geldt.

Aan het eind van de jaren 1950 werd Wielwijk gebouwd volgens modernistische principes. De wijk verrees aan de zuidkant van de kleine Zeehavenbuurt (tegenwoordig onderdeel van Wielwijk) die voor de oorlog gebouwd was voor arbeiders. In het moderne Wielwijk gingen veel jonge gezinnen met kinderen wonen: (geschoolde) arbeiders, kantoorpersoneel en ambtenaren. Zij kwamen overal vandaan, waaronder uit het noorden en oosten van het land. Grote Dordtse werkgevers lokten hen naar Dordrecht met de belofte van een nieuwe woning inclusief vergoeding voor de inrichtingskosten.

Verandering positief

Voor de meeste bewoners betekende het wonen in het nieuwe Wielwijk een enorme verbetering. De functionele indeling van de wijk in vier kwadranten rondom een wijkcentrum, was gestoeld op de bekende ‘wijkgedachte’. Door de wijk op te delen in kleinere eenheden, zouden bewoners zich er snel thuis voelen. Naast het centrale Admiraalsplein werden voorzieningen als scholen en kerken tussen de vier kwadranten gebouwd, in groene tussenzones. Deze accenten vormen de enige afwisseling in de wijk: de woningbouw was gestandaardiseerd; eengezinswoningen en portiekflats van beton en roodbruine baksteen domineren het beeld.

Admiraalsplein met links De Zilvervloot in Wielwijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Admiraalsplein met links De Zilvervloot in Wielwijk’ (bron: Teun van den Ende)


De wijkvernieuwing begint in het hart van de wijk als in 2005 het Admiraalsplein een make-over krijgt. Twee belangrijke ontmoetingsplekken in de wijk, een grote sporthal en een buurthuis, maken plaats voor De Zilvervloot. Dit opvallende en (voor Wielwijkse begrippen) hoge appartementengebouw is de plek waar, met twee grote supermarkten en diverse winkels, veel aanloop is. Het gebouw is ontworpen door Atelier Lucien Kroll, die een totaal andere beeldtaal kiest dan de monotone architectuur waar Wielwijk om bekend stond.

Bouwbord De Boeg nieuwbouw nabij Admiraalsplein in Wielwijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Bouwbord De Boeg nieuwbouw nabij Admiraalsplein in Wielwijk’ (bron: Teun van den Ende)


In De Zilvervloot is ook een nieuw onderkomen voor het gesloopte buurthuis teruggebouwd: De Admiraal. Er zijn op een woensdag in november enkele tientallen wijkbewoners te vinden, drie tieners zijn in ondertal ten opzichte van het oudere deel van de bevolking. Een deel daarvan is niet te spreken over de wijk: ze ergeren zich aan asociaal gedrag en voelen zich onveilig in het verkeer. Een groepje dames dat wekelijks in De Admiraal afspreekt om samen te sporten, ziet dat anders. Over de spanningen tussen bewoners zeggen zij: “Problemen heb je zowat in elke wijk in Nederland, toch?” Zij zien de verandering die hun wijk doormaakt wel als positief maar vinden ook dat het “goed zou zijn als er weer wat meer sociale woningbouw komt.”

Meer eenpersoonswoningen

Deze mening komt niet helemaal uit de lucht vallen, want er zijn in 20 jaar flink wat sociale huurwoningen in Wielwijk verdwenen. De gemeente heeft in de structuur van de wijk met vier kwadranten en groene tussenzones geïnvesteerd en daarbij diverse clusters met woningen aangewezen voor sloop. De nieuwbouw staat in sterk contrast met de wederopbouwarchitectuur vanwege de afwijkende hoogtes, rooilijnen, kleuren en gevelexpressie. De toevoeging aan de woningvoorraad bestaat hoofdzakelijk uit koopwoningen met tuin.

Deze ingrijpende vernieuwing van de woningvoorraad en de bevolkingssamenstelling was hard nodig, vindt de gemeente nog altijd. Het proces begon in 2007 toen de gemeente en de woningcorporaties in de wijk hun handtekening zetten onder de wijkvisie ‘Wielwijk sterk en weerbaar’. Van de 3.155 woningen was destijds ruim 90 procent een sociale huurwoning. De plannen voorzagen in de sloop van ruim de helft daarvan. Wielwijk kent dan al een aantal jaar diverse problemen met leefbaarheid. In het wijkactieplan van 2007 wordt de spanning tussen bewoners met en zonder migratieachtergrond benoemd als probleem: “In de gesprekken met bewonerscomités zijn problemen met integratie, samenleven en isolement telkens terugkerende thema’s. Bewoners benadrukken daarbij hun (gevoel van) machteloosheid ten aanzien van het leggen van onderlinge contacten in de buurt.”

Het zijn beide goede voorbeelden waar overheidsgeld niet alleen in 'stenen' is gestoken, maar ook in het versterken van de openbare ruimte en voorzieningen

Uit gesprekken met Wielwijkers blijken deze thema's nog altijd te spelen. Maar over het algemeen waarderen zij de vernieuwing omdat de wijk nu meer gemengd is en er weer meer gezinnen bijgekomen zijn. Maar de veranderingen in de wijkbevolking zijn niet alleen hieraan te verklaren. Op de huurmarkt is er een andere vraag ontstaan: naar eenpersoonswoningen. Woonbron transformeerde daarom een flatgebouw naar een zogenaamde short stay facility (SSF) met 189 eenheden voor onder anderen “professionals, stagiairs, gescheiden mannen en vrouwen, ex-verslaafden, bejaarden, alleenstaande moeders, studenten en dakloze jongeren,” zoals het op de website van Woonbron staat. Het woonconcept heet short stay omdat de meeste huurders na een half jaar (moeten) vertrekken. Een andere vorm van tijdelijke opvang waar de gemeente aan denkt, is de bouw van 66 tijdelijke flexwoningen in Wielwijk voor Oekraïners, die maximaal 15 jaar blijven staan.

Short Stay Facility in Wielwijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Short Stay Facility in Wielwijk’ (bron: Teun van den Ende)


De aanpak van de woningen gaat hand in hand met aanpassingen aan de openbare ruimte en de wegenstructuur. Dat is nodig ook, want er was lange tijd weinig kwalitatief groen of ruimte om te spelen of de hond uit te laten. Het plein naast de twee monumentale schoolgebouwen (de enige monumenten in Wielwijk) fungeert sinds vorig jaar als groene ontmoetings- en speelplek. Ook in de nieuw aangelegde speeltuin in de Tromptuinen is het vaak druk, aldus verschillende ouders uit de wijk. Het zijn beide goede voorbeelden waar overheidsgeld niet alleen in ‘stenen’ is gestoken, maar ook in het versterken van de openbare ruimte en voorzieningen. “Met name de twee speelplekken zijn heel succesvol, daar is het vaak heel druk, soms te druk. De speelvoorzieningen in het Wielwijkpark zijn nu ook vernieuwd,” vertelt gemeentelijk stedenbouwkundige Jeroen van der Stel. Met elke stap in het proces verandert het stenige Wielwijk van de twintigste eeuw langzaam in een wijk met een nieuwe, groenere identiteit - en nieuwe bewoners.

Twee verschillende aanpakken

Welke conclusies zijn er te trekken uit de verschillende aanpakken in Velve-Lindehof en in Wielwijk? Hoewel de uitgangspunten verschillend zijn, zijn beide wijken vanaf 2007 onderworpen aan een wijkaanpak waarbij veel woningen zijn vervangen en openbare ruimte heringericht is. In Enschede hebben de bewoners stevig van zich laten horen, waardoor de gemeente en de woningcorporatie voor een maatwerk-aanpak kozen. Voor de bewoners die nog altijd in de wijk wonen, zijn de huren betaalbaar gebleven. Het karakter van de wijk – met sterke onderlinge sociale samenhang maar ook met veel diversiteit – bleef overeind. En dat is, gezien de grootschalige en kostbare aanpak van de wijk, een bijzondere prestatie.

Koopwoningen aan de Tromptuinen in Wielwijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Koopwoningen aan de Tromptuinen in Wielwijk’ (bron: Teun van den Ende)


In Wielwijk in een andere aanpak gekozen door grote aantallen sociale huurwoningen te slopen voor duurdere nieuwbouw. Daarbij koos de gemeente om mee te investeren in de voorzieningen en de openbare ruimte met behoud van de hoofdstructuur. Door de grotere omvang en complexiteit van deze aanpak is daar wel een veel langere adem voor nodig dan de aanpak in Velve-Lindenhof, die in zeven jaar klaar was. Wat opvalt, is dat vanaf het begin van de aanpak is ingezet op het wijzigen van de monotone uitstraling van de wijk. De identiteit van Wielwijk is daarmee ingrijpend gewijzigd van een stereotypische ‘flatwijk’ naar een wijk met een opvallend nieuw wijkcentrum en een mix van woningen in alle prijsklassen.


Cover: ‘Tromptuinen in Wielwijk met aan weerszijden koopwoningen’ (bron: Teun van den Ende)


Portret - Teun van den Ende

Door Teun van den Ende

Zelfstandig schrijver / onderzoeker en onderzoeksjournalist Bouwende Stad bij Vers Beton

Marcel Ijsselstijn door Marcel Ijsselstijn (bron: LinkedIn)

Door Marcel Ijsselstijn

Onderzoeker Stedenbouw & Cultuurlandschap bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed


Meest recent

Tromptuinen in Wielwijk met aan weerszijden koopwoningen door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

Erfgoed en leefbaarheid: de effecten van grootschalige sloop en nieuwbouw in Enschede en Dordrecht

Velve-Lindenhof in Enschede en Wielwijk in Dordrecht zijn door sloop-nieuwbouw en herinrichting van de openbare ruimte flink veranderd. Leidt zo’n ingrijpend proces tot waardering bij bewoners of juist tot verlies van identiteit?

Uitgelicht
Onderzoek

1 december 2025

Kinderspeelplaats door Plauka (bron: Shutterstock)

Herinrichting buitenruimtes slechts succesvol bij juiste randvoorwaarden

Vaker gebruik van vernieuwde buitenruimtes is mogelijk, toont een Haagse studie. Maar het succes blijft kwetsbaar zolang onderhoud, veiligheid en beheer niet stevig zijn geregeld.

Onderzoek

28 november 2025

GO-cover27nov door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin de ruimtelijke ordening misschien op politieke ramkoers ligt

Deze week was de centrale vraag: ligt de ruimtelijke orde op politieke ramkoers? Ja, zegt Wouter Veldhuis. Ook de Ontwerp-Nota Ruimte houdt de ruimtelijke en politieke gemoederen bezig. Hoe kijkt een ‘insider’ terug op de totstandkoming?

Weekoverzicht

27 november 2025

Uw gastbijdrage op GO.nu: Over gastbijdragen

Uw gastbijdrage op GO.nu

Wij staan open voor bijdragen uit wetenschap en praktijk. Wij moedigen auteurs aan hun kennis en ervaring te delen.

Over gastbijdragen
Uw project toevoegen: Ga naar de GO-Projectenkaart

Uw project toevoegen

Wilt u graag een gebiedsontwikkeling toevoegen aan de GO-projectenkaart? Vul dan via onderstaande link het formulier in.

Ga naar de GO-Projectenkaart
Uw organisatie bij de SKG: Ga naar de SKG-website

Uw organisatie bij de SKG

Uw organisatie aansluiten op het netwerk van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling? Neem dan contact op.

Ga naar de SKG-website
Uw bijeenkomst in de agenda: Neem contact op

Uw bijeenkomst in de agenda

U kunt uw gebiedsontwikkeling-gerelateerde evenement aankondigen via onze agenda door contact op te nemen met de redactie.

Neem contact op