Nieuws Het financiële bestel van gemeenten maakt ingrijpende veranderingen door. Die veranderingen blijven niet zonder gevolgen. Hoe kunnen gemeenten zich wapenen tegen de negatieve gevolgen ervan?
Gemeentefinanciën op een kantelpunt
De opeenstapeling van een aantal min of meer gelijktijdige veranderingen in de inkomsten- en uitgavenstructuur van gemeenten veroorzaken een – tot nu toe – stille revolutie in het bestel van gemeentefinanciën. Tegenover meer taken en daarbij behorende financiële middelen, staan forse (financiële) risico’s en afhankelijkheid van anderen. Een van de gevolgen is dat de rijksbezuinigingen hun doorwerking hebben op het gemeentefonds. De vraag rijst of dat de enige bijdrage zal zijn die gemeenten op korte termijn leveren aan het op orde brengen van de rijksbegroting. De ‘trap-op-trap-afsystematiek’ heeft zonder meer de charme van solidariteit tussen bestuurslagen. Maar het systeem versterkt ook de lokale afhankelijkheid van de rijksoverheid. Regent het nationaal, dan plenst het lokaal. En dat terwijl gemeenten in tijden van laagconjunctuur hogere uitgaven hebben, bijvoorbeeld aan bijstandsuitkeringen.
Ingrijpender zijn drie grote taakoverdrachten die op stapel staan. Het gaat om stelselwijzigingen met als gezamenlijke noemer: vergroting van het gemeentelijk takenpakket op de terreinen jeugd, werk en zorg. De gemeente krijgt in sterke mate het profiel van een megawelzijnswerker. De jarenlang uitgevente ambitie van het lokaal bestuur als Eerste Overheid, mogen zij nu gaan waarmaken. Met uitzondering van de directe inkomenspolitiek krijgen gemeenten alle ondersteuningstaken voor hun meest kwetsbare inwoners.
Cover: ‘Finance’