Onderzoek Dat klimaatverandering grote gevolgen zal hebben voor onze leefomgeving is duidelijk. Met de flexibele methode ‘Ruimtelijke Adaptieve Paden’ kunnen gebiedsontwikkelaars volgens onderzoeker Lisa Lieftink en beleidsadviseur Kasper Spaan sturen op de consequenties van klimaatverandering. “Voor een klimaatbestendige toekomst van onze delta is het adaptieve perspectief van ruimtelijke paden noodzakelijk in gebiedsontwikkeling”.
Tijdens het SKG Jaarcongres op 31 maart in Den Haag komt tijdens de sessie over klimaatverandering en gebiedsontwikkeling komt onder meer de methode van ruimtelijke adaptieve paden aan bod. Het programma van het jaarcongres vindt u hier.
In gebiedsontwikkeling en ruimtelijke planvorming zit een spanning tussen de maakbaarheid van de toekomst en de onzekerheden die erin besloten liggen. Klimaatverandering agendeert die onzekerheden scherp omdat dit grote gevolgen kan hebben voor de leefomgeving zoals wij die nu kennen. Hier ligt dus een grote transitieopgave die ook nog eens op beperkte ruimte moet concurreren met andere transities zoals de energietransitie en de circulaire economie.
In de methode ‘adaptieve paden’ is veranderlijkheid van ruimte in de tijd niet het probleem, maar vormt het de sleutel. Flexibiliteit staat in deze methode centraal en door een verre tijdshorizon te kiezen is het mogelijk op verschillende scenario’s in te spelen.
Met de methodologie van Ruimtelijke Adaptieve Paden (RAP) moeten alle betrokkenen bij ruimtelijke planvorming en ontwikkeling aan de slag. Het biedt een manier om ontwikkelingslijnen met bijbehorende handelingsperspectieven te schetsen voor ontwerpers, onderzoekers, investeerders, beleidsmakers en bestuurders. Met de RAP kunnen we vroegtijdig op verschillende scenario´s inspelen via ontwerp en governance. De ontwikkeling van passende beleidskaders en investeringsafspraken vraagt betrokkenheid van overheden en financiële partijen.
Wat zijn Ruimtelijke Adaptieve Paden?
Adaptieve paden methoden zijn niet nieuw. In 2012 hebben Haasnoot et al. adaptieve paden geïntroduceerd met de focus op watermanagement. De ruimtelijke uitwerking van adaptieve paden is echter nog weinig onderzocht. Zandvoort et al. (2019) hebben hier de eerste stappen in gemaakt voor adaptatie in een bestaand stedelijk gebied (zie Figuur 1).
Figuur 1. Conceptuele tekeningen van het traject van verandering voor de multifunctionele strategie. De tekeningen laten zien hoe adaptatiemaatregelen elkaar kunnen opvolgen bij voortdurende zeespiegelstijging.
‘Multifunctionele strategie’ door Zandvoort et al. (bron: MDPI)
Ruimtelijke Adaptieve Paden zijn ontwikkellijnen die de korte termijn en lange termijn van ruimtelijke opgaven met elkaar verbinden. Aan de hand van de casus Haven-Stad in Amsterdam is onderzocht hoe het initiële ontwerp van de gebiedsontwikkeling zich verhoudt tot mogelijke – noodzakelijke – aanpassingen aan klimaatverandering in de toekomst. Door de onzekerheid over de effecten van klimaatverandering en de effecten van andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld welke richting we opgaan met de Nationale Deltastrategie) is het nodig om meerdere lijnen naar de toekomst te verkennen.
Ruimtelijke Adaptieve Paden zijn een methode die niet zoals in het geval met scenario’s een bepaald punt in de mogelijke toekomst neemt, maar met ruimtelijke oplossingen proactief inspeelt op toenemende klimaatstress met het doel onze leefomgeving veilig te stellen. Ruimtelijke Adaptieve Paden zijn dus een toepassing van Adaptieve Paden op het ruimtelijke domein.
Figuur 2. Locatie Haven-Stad in Amsterdam-west.
‘Haven-Stad’ door Lisa Lieftink (bron: TU Delft)
De ontwikkellijnen worden idealiter ontwikkeld door een multidisciplinair team met onder meer ontwerpers, ingenieurs, ontwikkelaars en bestuurders uitgezet in een RAP-schema. Figuur 3 laat zo’n RAP-schema zien voor de waterkant van de Coenhaven, een deelgebied in Haven-Stad.
Op de x-as wordt een klimaattrend (in dit geval zeespiegelstijging) gekoppeld aan de consequentie (of doelstelling) voor het gebied (in dit geval: overstromingsdiepte in de Coenhaven). Hoe verregaander de klimaatverandering zal zijn, hoe verder er op de x-as naar rechts bewogen moet worden.
Ook is de x-as onderverdeeld in vier ‘transitiefasen’: start (in dit geval een ontwerp voor 2050), incrementele aanpassingen, transitie, en transformatie. Deze fasen maken het mogelijk om tijdens het ontwerpen na te denken over de verschillende stappen die mogelijk nodig zijn in het klimaatadaptatieproces en dus in te spelen op klimaatverandering.
Figuur 3. Ruimtelijke Adaptieve Paden schema voor de Coenhaven waterkant (deelgebied Haven-Stad).
‘RAP-schema’ door Lisa Lieftink (bron: TU Delft)
Op de y-as staat een selectie van adaptatiemaatregelen. Deze kunnen geïntegreerd worden in het initiële ontwerp (starting point) en afhankelijk van de mate van klimaatverandering ingezet worden.
De lijnen laten zien wanneer (bij welke zeespiegelstijging) de huidige maatregelen niet meer afdoende zijn, welke maatregelen elkaar kunnen opvolgen en welke maatregelen nu nodig zijn om een bepaalde aanpassing in de toekomst te kunnen maken.
Adaptieve paden uit het RAP-schema kunnen vervolgens ruimtelijk worden uitgewerkt (zie Figuur 6). Deze uitwerking in ontwerp maakt de ruimtelijke consequenties van keuzes niet alleen duidelijker zichtbaar maar helpt ook meer zicht te krijgen op wat er nodig is op het vlak van (voor-)investeringen, de omgevingskwaliteit en wie (publiek en/of privaat) welke verantwoordelijkheid moet nemen.
Ruimtelijke Adaptieve Paden per stap
Figuur 4 toont de stappen die nodig zijn om RAP te ontwikkelen. Het figuur is niet voor niets circulair: het is de bedoeling dat de RAP regelmatig wordt aangepast aan nieuwe inzichten, governance en technieken.
De eerste stap is een analyse van het gebied en de omgeving, omdat de effecten van klimaatverandering en de mogelijke oplossingen contextgevoelig zijn (stap 1). Daarna moet bepaald worden welke ruimtelijke schaal en welke periode van belang zijn (stap 2). In traditionele gebiedsontwikkeling wordt vaak een investeringstermijn van 30 jaar gehanteerd, terwijl de levensduur van stedelijke gebieden van minstens 100 jaar die vaak ver overschrijdt. De klimaatveranderingen die zich de komende decennia laten gelden dienen daarom nu in ontwikkeltrajecten meegenomen worden. Op die manier kan gemakkelijker ingespeeld worden op ruimtelijke interventies als die ook daadwerkelijk nodig blijken te zijn.
Figuur 4. Stappen voor de ontwikkeling van Ruimtelijke Adaptieve Paden voor klimaatadaptatie planning. Geïnspireerd op Haasnoot et al., 2012.
‘Ontwikkeling van RAP’ door Lisa Lieftink (bron: TU Delft)
Vervolgens moeten de relevante adaptatiemaatregelen geïdentificeerd worden (stap 3). Om de grote hoeveelheid aan mogelijke maatregelen te structureren zijn ‘maatregelen-tegels’ ontwikkeld (Figuur 5), die zijn onderverdeeld in vijf domeinen: waterkeringen & calamiteiten, bodem, water, vegetatie, en stedelijk ontwerp (bebouwing). De tegels bevatten praktische informatie over de samenhang met andere klimaatvraagstukken, complexiteit en schaalniveau. En informatie over de benodigde organisatie, zoals welke partijen nodig zijn om de maatregel tot uitvoering te brengen. De tegels kunnen helpen om geschikte maatregelen voor het gebied te selecteren die elkaar logischerwijs in de tijd opvolgen.
Figuur 5. Voorbeeld van adaptatiemaatregelen-tegels.
‘Adaptatiemaatregelen-tegels’ door Lisa Lieftink (bron: TU Delft)
In stap 4 en 5 wordt de RAP ontwikkeld. Dit gebeurt door een iteratief research-by-design proces. Er worden schetsen en ontwerpen gemaakt voor het gebied over de tijd. Zo wordt er getest welke ruimtelijke maatregelen in het gebied ingepast kunnen worden en hoe deze maatregelen aan te passen als klimaatverandering toeneemt. Zo kan een park aan het water in het initiële ontwerp tegelijkertijd een reservering zijn voor toekomstige waterberging of een dijkconstructie. Of zo nodig, in het maximale model, ruimte bieden aan een superdijk die een opgetilde stad droog houdt. Zo’n superdijk die door overdimensionering niet kan doorbreken biedt vervolgens weer ruimte aan nieuwe stedelijke functies waardoor er ook een businesscase voor een dergelijke ingrijpende ruimtelijke interventie ontstaat.
Het is daarbij belangrijk om te beseffen dat het RAP-schema zelf een ontwerp is, een interpretatie van de opgaven op een specifieke plek. Dit betekent ook dat andere ontwerpers en andere stakeholders op een andere plek tot andere adaptatie-ideeën en uitkomsten kunnen komen.
Stap 6 en 7 zijn de verdere uitwerkingen van de RAP. In stap 6 worden (een aantal) paden verder ruimtelijk uitgewerkt, waardoor ze makkelijker discussieerbaar zijn. Het idee is om uiteindelijk een soort ‘metrokaart’ te maken, waarin partijen, afhankelijk van de noodzaak en de mogelijkheden tussendoor kunnen ‘overstappen’ naar een andere lijn.
In stap 7 wordt bekeken welke implicaties de adaptieve paden kunnen hebben voor de governance. Zo kan geanalyseerd worden welke actoren samen moeten werken om een bepaald pad te volgen en of er beleidsaanpassingen nodig zijn. Om een voorbeeld te geven: wie werkt mee aan het ontwikkelen van een superdijk en mag die al gebouwd worden?
Stap 8 tot en met 10 (figuur 4) is de uitwerking van de RAP in de praktijk. Dit is niet uitgewerkt in het onderzoek in Haven-Stad. In stap 8 en 9 wordt een strategie gekozen en geïmplementeerd. Deze heeft alleen betrekking op de uitwerking van het eerste deel van het pad omdat de onzekerheden in de scenario’s te groot zijn om een pad vanaf het begin volledig uit te stippelen. Het is zaak om de ontwikkelingen bij te houden en stap voor stap keuzes te maken (stap 10). Nieuwe ontwikkelingen en nieuwe technologieën kunnen reden zijn om het RAP-schema aan te passen (en ga terug naar stap 1).
Wat RAP voor Gebiedsontwikkeling betekent
Het ontwikkelen van RAP dwingt om goed na te denken over het initiële ontwerp van een gebiedsontwikkeling en de flexibiliteit die nodig is voor eventuele toekomstige aanpassingen en dus transformatie als uitgangspunt. Figuur 6 toont de flexibiliteit van het initiële ontwerp voor de waterkant van de Coenhaven in de Amsterdamse Haven-Stad en twee mogelijke toekomsten na een transitie en transformatie. Een voorbeeld van een maatregel uit een RAP die in 2022 genomen kan worden is de flexibele inrichting van de plint van de gebouwen om deze op termijn waterproof te maken. Of, in een negatiever klimaatscenario, onderdeel van een waterkering te laten worden.
Het RAP-schema helpt inzicht te krijgen in mogelijke consequenties van klimaatverandering en de keuzes die voor de langere termijn onze leefomgeving beschermen. De adaptieve paden bieden zo een flexibel handelingsperspectief. Zo’n handelingsperspectief ontstaat door met behulp van het RAP-schema een dialoog te voeren over de korte en lange termijn van de gebiedsontwikkeling. En dit lukt alleen als nagedacht wordt over de ruimtelijke ontwikkeling in de tijd en over de governance: wie maakt klimaatadaptatie mogelijk? Wie investeert? Wie is verantwoordelijk?
Het initiële ontwerp en de selectie van de adaptatiepaden zijn uiteindelijk vooral een politieke keuze. RAP biedt de mogelijkheid voor betrokken partijen bij een gebiedsontwikkeling om gezamenlijk na te denken over een klimaatrobuuste toekomst.
Figuur 6. Flexibiliteit in het initiële ontwerp voor de Coenhaven in Haven-Stad (Amsterdam) waterkant (aan het IJ). Het ontwerp kan over de tijd aangepast worden aan verschillende scenario’s. De onderste afbeeldingen laten twee voorbeelden zien van een transformatieve toekomst van de Coenhaven (een ‘wonen met water’ toekomst of een beschermende toekomst).
‘Coenhaven in Haven-Stad’ door Lisa Lieftink (bron: TU Delft)
Klimaatbestendige toekomst
De meeste ruimtelijke plannen worden tegenwoordig nog steeds gepresenteerd met een visiekaart en renders met een toekomst van ongeveer 20 jaar. Om klimaatadaptieve keuzes te maken in gebiedsontwikkeling is het van belang om de korte en lange termijn te verbinden en rekening te houden met verschillende klimaatscenario’s. En omdat de impact van klimaatverandering veel onzekerheden kent, is een flexibele houding naar de toekomst nodig. De combinatie van adaptiviteit in ontwerp, iteratie in de tijd en aandacht voor governance is het nieuwe focuspunt in ruimtelijke processen.
De RAP-methode kan breed worden ingezet. Omdat het een flexibel raamwerk is, kan het worden toegepast op verschillende locaties, schalen, en voor verschillende thema’s. In de casus Haven-Stad zijn er uitwerkingen op blok- en straatniveau gemaakt. Daarnaast zijn er ook andere transitievraagstukken, zoals de energietransitie en circulaire economie die de nodige onzekerheden kennen. De methode adaptieve paden kan ook in deze opgaven ondersteuning bieden. Voor een klimaatbestendige toekomst van onze delta is het adaptieve perspectief van ruimtelijke paden noodzakelijk voor verantwoorde gebiedsontwikkeling.
Het volledige afstudeeronderzoek van Lisa Lieftink over ruimtelijke adaptieve paden voor klimaatadaptatie planning is hier te vinden. De managementsamenvatting geeft een uitgebreide schets van de waarde van adaptieve paden. Voor meer informatie over RAP kunt u contact opnemen met de auteurs via lisa.lieftink@witteveenbos.com of Kasper.Spaan@waternet.nl.
Tijdens het SKG Jaarcongres op 31 maart in Den Haag komt tijdens de sessie over klimaatverandering en gebiedsontwikkeling onder meer de methode van ruimtelijke adaptieve paden aan bod. Het programma van het jaarcongres vindt u hier.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Luchtfoto Amsterdam’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: Shutterstock)