2015.09.18_Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag?

Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag?

18 september 2015

8 minuten

Verslag Hoe komen iconische projecten tot stand? Wat zijn hun functies voor de stad? Wanneer worden ze een succes en wanneer een mislukking? Zijn iconen maakbaar en waar moeten nieuwe iconische projecten aan voldoen?

Tijdens het congres Ruimte voor de stad op 4 september j.l. ging Wouter Jan Verheul (TU Delft) op deze vragen in en zocht de zaal onder leiding van David van Keulen (hoofd afdeling stedelijke ontwikkeling) naar een toepassing voor de ruimtelijke ontwikkeling van Den Haag.

Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 1

-

‘Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 1’


Geslaagde en mislukte iconen

Verheul opent met een betoog over de maakbaarheid van iconen, gebaseerd op zijn onderzoek en boek Stedelijke iconen. Het ontstaan van beeldbepalende projecten tussen betoog en beton. Zijn stelling is dat je een groot gebouw of ensemble kunt realiseren, maar dat de betekenis die de samenleving er aan toe kent bepaalt of iets een icoon is. De Erasmusbrug werd omarmt door de Rotterdamse bevolking en is nu de lokale trots. Het half afgebouwde Kasteel van Almere is een voorbeeld van een project dat het college van Almere (en een deel van de bevolking) als het nieuw icoon van de stad wilde, maar wat jammerlijk faalde in die ambitie. Niet ieder groot project wordt dus zomaar een icoon.

Geslaagde icoonprojecten hebben verschillende functies. Allereerst hebben ze ansichtkaartwaarde. Ze maken de stad letterlijk fotogeniek en hebben een symboolwaarde voor de stad. De betekenis die de samenleving aan de gebouwde omgeving toekent, zorgt er voor dat iconen vaak een bijnaam hebben. Zie in Den Haag bijvoorbeeld ‘de apenrots’ (Ministerie van Buitenlandse Zaken), ‘het ijspaleis’ (stadhuis), of de ‘Haagse tieten’ (Ministerie van VWS). Dat het belang van iconen toeneemt, heeft te maken met een tweede functie, de sacralisering van bouwwerken. Door de opkomst van het massatoerisme, fotografie en internet worden plekken en gebouwen vereerd met onze bezoeken en camera’s en groeien ze uit tot iconische plaatsen. Omdat geslaagde icoonprojecten kunnen helpen om bewoners, bezoekers en bedrijven naar de stad te trekken, worden ze door stadsbestuurders vaak geïnitieerd. Zie het zogenoemde Guggenheim-effect, vernoemd naar het museum waarmee Bilbao op de kaart werd gezet. Bovendien worden icoonproject door stadsbestuurders vaak ondernomen in de hoop dat ze een vliegwielfunctie zullen hebben; dat ze een katalysatorwerking hebben op de omgeving. Zo kunnen de vastgoedwaardes in het omliggend gebied van een icoon stijgen, net als het toerisme en de middenstand in het gebied.

De valkuil is volgens Verheul echter dat alle mooie beloften of verwachtingen niet uitkomen; dat een icoonproject verwordt tot een persoonlijk prestigeproject van enkele initiatiefnemers, of een luchtkasteel blijkt te zijn. Daar komt bij dat iconische projecten dikwijls grote projecten zijn, die een risico hebben op grote kostenoverschrijding. Soms wel een kostenoverschrijding van meer dan 1400%, zoals bij het Opera House in Sydney. Achteraf heeft de bouw hiervan zich ruimschoots terugverdiend, doordat het is uitgegroeid tot een enorm beeldmerk van Sydney met uitstralingseffecten voor de omgeving rond het icoon. Maar dit is niet altijd het geval. Het gevaar is dat het gebouw haar functie verliest en geen katalyserende werking heeft voor de omgeving. In dat geval blijft er alleen een enorme financiële erfenis achter, zoals met de bouw van het Olympisch Stadion in Montreal.

Architectuur van verankerde vernieuwing

Iconen bieden een enorme kans om een stad op de kaart te zetten en economische spin-offs te genereren. Een belangrijke succesfactor is een goede onderbouwing. Dat betekent dat er zowel een aansprekend verhaal moet zijn als een goede onderbouwde strategie over hoe de uitstralingseffecten van het project worden gerealiseerd. Zeggen dat bijvoorbeeld een nieuw stadion bijdraagt aan de sociaal-economische ontwikkeling van een wijk is niet voldoende. Er dient een duidelijke relatie te zijn tussen het maatschappelijk probleem en de oplossing die door middel van het project wordt geboden. De kans op een faliekante mislukking is groot en als het verhaal achter het project niet overtuigt en er geen zorgvuldige strategie is gemaakt om het project in te bedden in de omgeving. Een icoon vanaf de tekentafel ontwerpen en als een UFO laten neerdalen op een plek werkt niet. Misschien trekt het wel wat toeristen, maar het is de vraag of het echt helpt om plekken en de lokale bevolking en bedrijvigheid tot verdere ontwikkeling te brengen. Verheul pleit daarom voor architectuur van verankerde vernieuwing; dat betekent dat icoonprojecten zijn geworteld in de sociale, ruimtelijke en economische identiteit van de plek.

Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 2

-

‘Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 2’


Bij iconen hoeven we niet alleen maar te denken aan megalomane projecten ontworpen door starchitects. Iconen bestaan op verschillende schaalniveaus. Ook op wijk- en buurtniveau is er sprake van iconen waar mensen trots op zijn en zich aan verbinden. Ze trekken dan misschien geen bezoekers van ver buiten de stad, maar genereren wel betrokkenheid en eigenaarschap in de wijk. Deze iconen zijn zeker zo belangrijk. Ze komen eerder van onderop tot stand, waarbij het initiatief bij de samenleving ligt en de overheid helpt. Een zeer succesvol voorbeeld van een icoon dat een community heeft laten groeien en gevoelens van trots opwekt is de wederopbouw van Roombeek in Enschede, met volop ruimte voor co-creatie, zelfbouw en fysieke verwijzingen naar het verhaal en het DNA van de plek. Ook dit voorbeeld toont aan dat de relatie tussen het icoon en de omgeving cruciaal is. De High-line in New York is ook zo’n voorbeeld van een project dat door initiatief van de lokale bevolking tot icoon is uitgegroeid.

Het roept de vraag op wat voor soort nieuwe iconen Den Haag nodig heeft. Een nieuw bouwwerk, of een bestaand bouwwerk helpen tot icoon te laten uit groeien? Een icoon door middel van herontwikkeling past in ieder geval bij de transformatieopgave van Den Haag. Op een reactie uit de zaal benadrukt Verheul nog eens dat iconen zich niet laten plannen. Maar dat het er om gaat hoe de omgeving het project toe eigent. Cruciaal daarbij is het aanhaken bij het DNA (de lokale identiteit) van de plek. Placemaking vormt een belangrijke strategie in de ontwikkeling van iconen.

Discussie over (nieuwe) Haagse iconen

Na de presentatie en discussie roept gespreksleider David van Keulen van de Gemeente Den Haag de ruim vijftig aanwezige deelnemers op om op twee kaarten aan de muur de huidige en toekomstige iconen van Den Haag te benoemen. Aan deze oproep werd enthousiast gehoor gegeven.

Veel recente projecten worden genoemd bij huidige iconen. Toch ontbreken de grote toeristische trekkers, zoals Madurodam, het Mauritshuis of het Gemeentemuseum. Dat is echter niet bewust volgens de zaal. In zijn algemeenheid wordt opgemerkt dat niet alle iconen worden gekoesterd en dat de relatie met de omgeving beter kan. Het Kurhaus wordt verdoezeld door de omliggende ontwikkelingen.

Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 3

-

‘Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 3’


Wat betreft toekomstige iconen merkt iemand op dat er een opgave ligt in Escamp/ZuidWest. Dit stadsdeel mist een duidelijke identiteit waaraan mensen zich willen verbinden. De Binckhorst wordt genoemd als kans voor een nieuw icoon. In een deel van de zaal is nog steeds animo voor de oude plannen om het noordwestelijk deel van de Binckhorst te laten uitgroeien tot het Westergasfabriekterrein van Den Haag. De strategie van placemaking die Verheul aandraagt wordt kansrijk geacht voor de Binckhorst en andere buurten en wijken van de stad. Verheul: ‘Begin vanuit de lokale eigenheid (het DNA van de plek) om vanuit daar te redeneren waar je naar toe wilt. Het grote publiek bepaalt vervolgens of iets ook daadwerkelijk een icoon wordt.’

Een andere kans die in de discussie naar voren komt is het afwateringskanaal. Het wordt gezien als een vergeten achterkant die kan uitgroeien tot een betekenisvol gebied met als referentie de Promenade Planteé in Parijs. Het is een idee dat al behoorlijk leeft in de buurt (en ook in de zaal). De oproep aan de gemeente wordt gedaan om het proces te organiseren. David van Keulen legt de bal terug: waarom doet de buurt dit zelf niet? De discussie wie welke rol heeft bij het realiseren van stedelijke iconen ligt hiermee op tafel. Het beeld ontstaat dat icoonvorming op wijk- en buurtniveau in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de buurt en dat vraagt om eigenaarschap en initiatief. In bepaalde gevallen en op sommige momenten in het proces kan een goede stedelijke projectleider noodzakelijk zijn die er voor zorgt dat het deel van het proces aan de kant van de overheid goed wordt georganiseerd.

Afgesloten wordt met de notie dat Den Haag veel iconen heeft op het gebied van internationale stad, zoals de vele ngo’s, ambassades, tribunalen, het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis. Deze zijn enorm belangrijk voor de economische ontwikkeling van de stad. Maar dat een icoon zorgt voor een goede leefbaarheid is minstens zo belangrijk. Iconen zijn op alle schaalniveau van belang; of het nu gaat om een bewonerspark op wijkniveau, de netkous op stedelijke niveau, of het vliegveld op regionaal niveau. Het is echter niet vanzelfsprekend dat icoonvorming een overheidsaangelegenheid is. Voor het creëren van eigenaarschap en verbinding op buurt- en wijkniveau ligt vooral ruimte bij de energieke samenleving.

Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 4

-

‘Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag? - Afbeelding 4’


Het congres ‘Ruimte voor de stad’ was het startschot van een gezamenlijk proces dat gaat leiden tot een nieuwe ruimtelijke agenda voor Den Haag met het vizier op 2040. In co-productie met verschillende partners in de stad krijgen het proces en de inhoud van deze agenda vorm. Iedereen kan en mag meedoen. De gemeente maakt het mogelijk, maar het is aan de partners om zelf de handschoen op te pakken en onderwerpen uit te werken, inbreng te leveren en wensen en belangen kenbaar te maken. Deze workshop is het begin van een discussie over nieuwe Haagse iconen. Heb je hier ideeën over, zie je kansen en of wil je actief aan de slag om deze discussie verder uit te diepen, maak dat kenbaar via ruimtevoordestad@denhaag.nl.


Cover: ‘2015.09.18_Is er ruimte voor nieuwe iconen in Den Haag?’


Portret - Stephan Bekx

Door Stephan Bekx

Sr. Policy advisor at Gemeente Den Haag


Meest recent

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024