2013.10.06_Klimaatadaptatie_180

Klimaatadaptatie deel 5: Noordzeekust

1 oktober 2013

5 minuten

Nieuws Klimaatadaptatie gaat de effecten van klimaatverandering tegen en kan een bijdrage leveren aan een klimaatbestendig Nederland. De adaptatie is mogelijk door het aanleggen van klimaatbuffers. In het vijfde deel van de zesdelige artikelreeks komt klimaatadaptatie aan de Noordzeekust aan bod.

Bescherming tegen de bedreigingen van de Noordzee is een cruciale voorwaarde geweest voor de ontwikkeling van ons vlakke en laag gelegen land. De Noordzee is aan drie zijden omsloten door land en loopt trechtervormig toe, met slechts een smalle verbinding via het nauw van Calais. Door de trechtervorm van deze randzee van de Atlantische Oceaan kan het water bij bepaalde combinaties van wind en getij hoog opgestuwd worden. Het veranderende klimaat en stijgende zeespiegel stellen extra eisen aan de kustverdediging.

De kust wordt grotendeels beschermd door duinen, door wind opgestoven stand-zand, deels bijeen gehouden door begroeiing. Klimaatbuffers beschermen Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering en gaan uit van een 'zachte' oplossing voor kustverdediging, waarbij het zwaartepunt ligt bij de reeds aanwezige materialen en bestaande krachten in de natuur.

Stranden en duinen zijn het ideale voorbeeld van natuurlijke klimaatbuffers, waarbij naast kustverdediging plaats is voor natuur, recreatie en economische activiteit (zoals waterwinning). De Noordzee is een rijk ecosysteem bestaande uit uiteenlopende biotopen zoals zandbanken, diepzeeën, fjorden en rotskusten. De overgangsgebieden van land naar water (kusten) en van zoet naar zout water (estuaria) zijn het rijkst aan leven. Overbevissing, vervuiling en grondstoffenwinning hebben het zee- en bodemleven de laatste decennia aangetast.

Zandhonger

Langs de Nederlandse kust verplaatst het zand zich parallel aan de kust van zuid naar noord, door de permanent aanwezige warme golfstroom. Doordat de grote rivieren veel minder zand aanvoeren dan vroeger verdwijnt er zand en verliezen we onze stranden en duinen, de natuurlijke bescherming tegen de zee. Om deze 'zandhonger' te stillen worden sinds 1990 door Rijkswaterstaat zandsuppleties gedaan, waarbij de basiskustlijn uit 1990 in stand wordt gehouden. Zowel vóór- als óp het strand wordt iedere vier jaar zand gestort, gewonnen in diepe putten in de Noordzee. Een dure operatie en een verstoring voor ecologie, recreatie en bewoners.

Zandmotor

Een innovatieve manier van kustbescherming en kustonderhoud is de zandmotor. In 2011 hebben sleephopperzuigers middels strandsuppletie en vooroever-suppletie (het zogenoemde 'rainbowen') een schiereiland van 128 hectare opgespoten. Uiteindelijk resulteert dit in 35 hectare nieuw strand en duin. Het schiereiland tussen Kijkduin en Hoek van Holland ligt tot zeven meter boven zeeniveau, steekt een kilometer de zee in en twee kilometer parallel aan de kust en heeft een centraal gelegen binnenmeer.

Door wind, water en golven wordt het zand de komende jaren verspreid. De kust groeit zo op natuurlijke wijze aan, waarbij nieuwe duinen ontstaan met kansen voor flora en fauna. Een deel van het zand van het schiereiland is inmiddels noordwaarts verplaatst, waardoor het is vastgegroeid aan de kust en er een tweede lagune is ontstaan.

Het schiereiland met de lagunes biedt ruimte voor natuur en recreatie. Jaarlijks wordt middels de Jarkusmeting gemonitord of aan de basiskustlijn wordt voldaan en zonodig vindt extra zandstort plaats. De sedimentstromen worden in kaart gebracht met radar, diepte- en hoogtemetingen met jetski's, stromingsboeien, observaties ter plaatse en met een Argusmast. Pas na een periode van twintig jaar is het experiment volledig voltooid. De zandmotor is een publiek-privaat consortium van kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven.

Ecologische zandwinput

Het zand dat nodig is voor suppleties wordt gewonnen in de diepere delen van de Noordzee. Doorgaans wordt de bodem vlak opgeleverd, wat resulteert in een onnatuurlijke situatie. De bodem van de Noordzee bestaat uit zo'n 400 meter van elkaar liggende zandgolven van tien meter hoog, haaks op de getijrichting. De dalen tussen de zandgolven blijken veel leven te herbergen, doordat de kleinere zandfracties, slibdeeltjes en voedingsstoffen zich daar ophopen. Veel bodemleven zoals zandkokerwormen, platvissen en bijbehorende voedselketens zijn hiervan afhankelijk.

In de zandwinput voor de tweede maasvlakte en de zandmotor zijn bij wijze van experiment dergelijke golven achtergelaten, om te kijken of dit ook daadwerkelijk deze rijkdom oplevert in de winput. De golven zijn deels haaks op de stroomrichting aangebracht en deels parallel omdat dat makkelijker te graven (zuigen) is.

Rijke dijken

Op sommige plekken langs de Noordzeekust zijn dijken aangelegd om de functie van verdwenen duinen over te nemen, bijvoorbeeld de Hondsbossche Zeewering bij Petten. Zeedijken zijn bekleed met stenig afdekmateriaal zoals basalt- of betonblokken om aantasting van de dijk door golfinslag te voorkomen, maar hebben als effect dat er weinig mogelijkheden zijn voor biodiversiteit op en rond deze dijken. Deze harde oplossing kan geoptimaliseerd worden ten behoeve van biodiversiteit en recreatie.

In het project Rijke Dijken worden eco-blokken gemaakt van zwavelbeton toegepast voor de havendammen van IJmuiden, met betere aanhechtingsmogelijkheden voor organismen die op en vlak onder het waterniveau leven. In de primaire wering bij Wemeldingen langs de Oosterschelde is het profiel van de dijk aangepast, waardoor er een aantrekkelijk onderwaterlandschap ontstaat in de teen- of kreukelberm voor de dijk met beschutting en poeltjes. Hierdoor ontstaat langs de dijk een biotoop die lijkt op een natuurlijke rotskust met plaats voor sponzen, garnalen en kreeftjes.

Door te experimenteren met verschillende afmetingen en materialen wordt onderzocht hoe steeds betere Rijke Dijken kunnen worden gemaakt. De verschillende locaties worden gemonitord en laten zien dat het aantal aanwezige soorten op deze plekken is verviervoudigd. Hierdoor is het mogelijk de bioproductiviteit en de biodiversiteit te verhogen, worden de natuurlijke en recreatieve functies van de dijk versterkt en wordt het aangrenzende ecosysteem verbeterd.

De artikelen in deze reeks belichten elk een landschapstype en de mogelijkheden voor klimaatadaptatie.
Hieronder vindt u de vorige artikelen in deze reeks:
Klimaatadaptatie deel 1, gepubliceerd op 13 juni 2013
Klimaatadaptatie deel 2, rivieren: gepubliceerd op 27 juni 2013
Klimaatadaptatie deel 3, ijsselmeer: gepubliceerd op 11 juli 2013
Klimaatadaptatie deel 4, waddenzee: gepubliceerd op 9 september 2013

Meer informatie is te vinden op de website van klimaatbuffers.

Auteur: Joep van der Veen, architect, stedenbouwkundig ontwerper en onderzoeker bij Bokkers van der Veen Architecten & Planners.


Cover: ‘2013.10.06_Klimaatadaptatie_180’


Door Joep van der Veen

Architect, stedenbouwkundig ontwerper en onderzoeker bij Bokkers van der Veen Architecten & Planners


Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024