Het dijkgebied aan het IJsselmeer door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)

Klimaatverandering en het duivelse ruimtelijke dilemma

11 mei 2023

7 minuten

Analyse Dat klimaatverandering gevolgen zal hebben voor Nederland is duidelijk. Betekent dit op andere manieren bouwen in de laaggelegen delta? Of verhuizen we de hele Randstad naar de hoger gelegen delen in het land? Lector Martine van den Boomen (Hogeschool Rotterdam) gaat in op de overwegingen aan de hand van een van de bijeenkomsten van het vijfjarige interdisciplinaire onderzoeksprogramma RED&BLUE. Daarin worden de ruimtelijke implicaties van klimaatverandering onderzocht.

Overstromingsrisico, extreme regenval, bodemdaling, droogte en hittestress zijn nu al aan de orde van de dag voor bewoners van risicogevoelige gebieden. Hoewel de toekomst onzeker is, is het onvermijdelijk dat de huidige klimaatrisico’s alleen maar toenemen. Toch blijven we maar bouwen in laaggelegen gebieden. In vier focusgroep-gesprekken verkenden we met de deelnemers waarom we zouden blijven of verhuizen. “Moeten we naar hoger gelegen gebieden verhuizen of onze stedelijke delta beschermen tegen klimaatverandering?”

Het interdisciplinaire onderzoeksprogramma RED&BLUE gaat over het integreren van de bestuurlijke, sociaal-maatschappelijke, economische en ruimtelijke wetenschap en praktijk rondom klimaatadaptatie en gebiedsontwikkeling. De Living Labs Groot-Rotterdam en Groot-Amsterdam zijn de real life stedelijke laboratoria en proeftuinen van RED&BLUE. De proeftuinen zijn cruciaal om de stedelijke klimaatuitdagingen in kaart te brengen en om deze uitdagingen te vertalen naar toegepaste en wetenschappelijke onderzoeksvragen. Ook helpen zij om de onderzoeksresultaten uiteindelijk vast te leggen in geïntegreerde klimaatadaptatiestrategieën en de duurzame implementatie ervan te waarborgen. Deze ambitieuze doelstellingen kunnen alleen worden bereikt in co-creatie met de betrokken stakeholders en vereisen een goed begrip van de context van de stedelijke klimaatuitdagingen. Deze context werd tijdens het afgelopen SKG Jaarcongres verkend door middel van focusgroep-onderzoek.

Vorig jaar vond de aftrap van RED&BLUE plaats met een symposium in het Limburgse Chateau St. Gerlach. Lees hier een verslag van die dag.

Het publiek bij de gesprekken (overheden, investeerders, bouwers en wetenschappers) werd verdeeld in twee groepen. De verdeling vond plaats op basis van het antwoord op de vraag of iemand voor of tegen bouwen in laaggelegen gebieden is. Driekwart van de deelnemers wilde in laaggelegen gebieden bouwen, terwijl de rest er de voorkeur aan gaf om naar hoger gelegen gebieden te verhuizen. Aan beide groepen werd gevraagd om hun argumenten op te schrijven en te delen met zowel voor- als tegenstanders. Hierna presenteerden de groepen collectief hun bevindingen, wat bijdroeg aan het wederzijdse begrip van elkaars standpunten. Alle argumenten zijn door de onderzoekers geanalyseerd en samengevoegd in zes kernargumenten voor beide kampen (zie figuur 1).

Waarom zouden we blijven?

Kamp 1 weet wel waarom we blijven waar we nu zijn: burgers willen gewoonweg niet verhuizen. Mensen zijn diep geworteld in hun leefgebied, hebben er een geschiedenis van wonen en werken en zijn daarom zelfs bereid om de bekende gevolgen van klimaatrisico's het hoofd te bieden. Een voorbeeld van zo’n plek is het Noordereiland in Rotterdam, waar bewoners te maken hebben met beheersbare overstromingen. Op grotere schaal mensen dwingen naar hoger gelegen gebieden te vertrekken zou uiteindelijk kunnen leiden tot revolutie en politieke instabiliteit, aldus een van de deelnemers.

Noordereiland, Rotterdam door GLF Media (bron: Shutterstock)

‘Noordereiland, Rotterdam’ door GLF Media (bron: Shutterstock)


Bovendien leven Nederlanders al eeuwen met water. De meeste Nederlanders leven nu reeds onder zeeniveau en worden beschermd door een ingenieus stelsel van dijken en stormvloedkeringen. Land is teruggewonnen op de zee en nu weer land afstaan aan de zee voelt als een nederlaag. Nederlanders zijn trots op hun geschiedenis en op hun kennis over het omgaan met overstromingsrisico’s. We leefden zo in het verleden en we kunnen dat in de toekomst weer doen. Dit is wie we zijn en het is zowel onze identiteit als ons handelsmerk op wereldschaal.

Figuur 1: De zes kernargumenten die door de onderzoekers zijn geformuleerd op basis van de input van de focusgroepen door Martine van den Boomen (bron: Martine van den Boomen)

‘Figuur 1: De zes kernargumenten die door de onderzoekers zijn geformuleerd op basis van de input van de focusgroepen’ door Martine van den Boomen (bron: Martine van den Boomen)


Naast die argumenten is het ook te duur om te verhuizen. De havens en de meeste industrieën zijn geconcentreerd in de stedelijke delta waar ook de meeste Nederlanders wonen. Deze activiteiten hebben niet alleen geleid tot de ontwikkeling van infrastructuur, bedrijvigheid en woongebieden. Ze hebben ook gezorgd voor de ontwikkeling van culturele waarden en toerisme. Deze stedelijke delta’s zijn een magneet voor toekomstige ontwikkeling. We kunnen ontwikkelde gebieden niet zomaar oppikken en elders plaatsen. Verhuizen naar hogere gronden zou leiden tot een enorme vernietiging van kapitaal en van cultureel erfgoed.

Van den Boomen schreef het artikel samen met Audrey Esteban, Ellen van Bueren en Maged Elsamny (TU Delft), Vera Konings (gemeente Rotterdam), Dana Huibers (gemeente Dordrecht), Gerben Mol (AMS Institute), Sascha Stolp (gemeente Amsterdam) en Kasper Spaan (Waternet).

En als deze migratiestroom niet goed gepland en gemanaged wordt, zal verhuizen naar hoger gelegen gebieden de klimaatgentrificatie en daarmee gepaard gaande sociale onrechtvaardigheid alleen maar vergroten. De rijkere mensen zijn de eersten die bereid en in staat zijn om naar hoger gelegen gebieden te verhuizen. Door minder investeringen in de stedelijke delta worden de klimaatrisico's vergroot en daalt de waarde van vastgoed. Als gevolg hiervan zal de stedelijke delta geleidelijk verarmen, waardoor de minder vermogende mensen gedwongen worden zich te concentreren in deze gebieden met toenemende risico’s. De blijvende bescherming van de stedelijke data kan zo klimaatgentrificatie en onrechtvaardigheid voorkomen.

Leven met water kan ons grootste exportproduct worden

Het idee om collectief naar hoger gelegen gebieden te verhuizen, gaat ervan uit dat Nederland ruimte in overvloed heeft. Ook dit is een misvatting aldus de deelnemers. Nederland heeft de ruimte nodig die in het verleden op de zee is gewonnen. De overstromingsgevoelige gebieden beslaan zestig procent van ons land. Het is onmogelijk om als Nederlandse samenleving te blijven groeien en ontwikkelen op de resterende 40 procent van ons grondgebied. Bovendien blijven onze groencorridor en onze ecologische hoofdstructuur in de hoger gelegen gebieden behouden door hoogbouw juist te concentreren in de stedelijke delta. Tenslotte zijn er ook kansen. Door op doordachte wijze in lager gelegen gebieden te bouwen, wordt een echt veerkrachtige en adaptieve samenleving mogelijk doordat onzekerheid wordt omarmd. Leven met water kan ons grootste exportproduct worden.

Waarom zouden we verhuizen?

Een belangrijk argument om wél naar hoger gelegen gebieden te verhuizen, is dat het simpelweg te riskant is om te blijven. De onzekerheid van de klimaatscenario's en hun gevolgen is enorm. Op dit moment wordt klimaatverandering grotendeels benaderd als een reeks waarschijnlijke, afzonderlijke en ongewenste gebeurtenissen waarmee moet worden omgegaan. De combinatie van waarschijnlijke gebeurtenissen en hun onderlinge afhankelijkheden kan echter gemakkelijk over het hoofd worden gezien.

Het wachten op die catastrofe kan leiden tot onnodige slachtoffers, maar ook tot het verminderen van ons huidige handelingsperspectief. Als we doorgaan op de ingeslagen weg zonder te anticiperen op maatregelen die nodig zijn om de delta te beschermen tegen klimaatverandering, bereiken we een punt waarop we onszelf hebben vastgezet. En dan zijn we echt te laat.

In lijn met het onderschatten van klimaatrisico’s, kunnen we ons vermogen om klimaatrisico's te beheersen overschatten. Succesvol zijn in het verleden garandeert niet automatisch ons succes in de toekomst. De toekomstige klimaatuitdagingen zijn veel gecompliceerder dan het beschermen van de stedelijke delta tegen overstromingsrisico’s. Is het bijvoorbeeld technisch mogelijk om de huidige mate van verstedelijking langdurig vol te houden als onder meer de bodem verder daalt en hogere dijken nodig zijn?

Red&Blue startbijeenkomst door Simon Pugh (bron: SKG)

‘Red&Blue startbijeenkomst’ door Simon Pugh (bron: SKG)


Een ander argument om wél te verhuizen naar hoger gelegen delen is dat het te duur is om te blijven. Er zijn enorme investeringen nodig om het leven in onze stedelijke delta te verduurzamen. Naast hogere dijken en versterkte stormvloedkeringen zijn er dammen, sluizen en enorme pompen nodig om overtollig water af te voeren. Bovendien zal bodemdaling een enorme impact hebben op funderingen van gebouwen en de infrastructuur waardoor kostbare oplossingen onvermijdelijk zijn. Om de dichtbevolkte steden leefbaar te houden, zijn ook investeringen nodig in lokale klimaatadaptatiemaatregelen. Zo voorkomen we hitte-eilanden én bieden we extreme droogte en overvloedige regenval het hoofd.

Ironisch genoeg denken ook de voorstanders van verhuizen dat in de stedelijke delta blijven zal leiden tot klimaatgentrificatie en onrechtvaardigheid. Maatregelen voor klimaatadaptatie zijn kostbaar en zullen van invloed zijn op grond- en vastgoedprijzen. Binnen de stedelijke delta zal onvermijdelijk segregatie in deze klimaatrisicogebieden optreden. De minder vermogende mensen zullen zich noodgedwongen concentreren in die gebieden waar klimaatinvesteringen achterblijven en dragen met elkaar ongewild het risico van ongewenste klimaatgebeurtenissen.

Ruimtelijke ordening kan ons grootste exportproduct worden

Verhuizen naar hoger gelegen gebieden biedt evenzeer enorme kansen. West-Nederland kan zich ontwikkelen tot een prachtig natuurgebied. Wetlands zijn schaars, bieden unieke ecologische eigenschappen en zijn, ook mondiaal gezien, van groot belang voor gezonde ecosystemen. Bovendien biedt een natuurlijk wetland een zeer solide natuurlijke waterkering. De herverdeling van functies in de ruimtelijke ordening is een andere grote kans die verhuizing met zich meebrengt.

We kunnen opnieuw beginnen met dromen in een grotendeels onontgonnen gebied en profiteren van de lessen die we in het verleden hebben geleerd. Dat zorgt voor een veel effectiever en efficiënter ruimtegebruik. Ruimtelijke ordening kan ons grootste exportproduct worden.

Zes vervolgvragen

Aan het slot van de bijeenkomst werd duidelijk dat de voor- en tegenstanders van ‘verhuizen’ dezelfde behoefte hebben: een veilig, welvarend en duurzaam Nederland met een eerlijke verdeling van risico's en kosten over alle stakeholders. De discussie die volgde, ging vooral over de strategie om aan die behoeften te voldoen. De gemeente Rotterdam heeft al drie strategieën uitgewerkt voor het omgaan met overstromingsrisico's in de buitendijkse gebieden. De gemeente Dordrecht benadrukte de ontwikkeling van het Maasterras als ‘schuilplaats’ bij overstromingen. En de gemeente Amsterdam benadrukte dat mensen niet willen verhuizen en dat zij van hun (lokale) overheid verwachten dat zij hun huidige leefomgeving veilig houdt.

Red&Blue startbijeenkomst door Simon Pugh (bron: SKG)

‘Red&Blue startbijeenkomst’ door Simon Pugh (bron: SKG)


De gemeenten wezen erop dat duurzaam wonen in laaggelegen gebieden haalbaar is zolang tijdig maatregelen worden genomen om klimaatrisico's te verkleinen en blijvende klimaatrisico's adequaat worden gecommuniceerd met burgers. Om een dergelijke integrale aanpak te ontwikkelen, kwamen de deelnemers tot zes vervolgvragen. De Living Labs gaan door met het ontwikkelen van antwoorden op deze vragen door de stedelijke cases te koppelen aan het onderzoek in het RED&BLUE project.

Deze publicatie maakt deel uit van het onderzoeksproject RED&BLUE: Real Estate Development & Building in Low Urban Environments (NWA.1389.20.224) van het NWA-ORC onderzoeksprogramma, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).


Cover: ‘Het dijkgebied aan het IJsselmeer’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)


Martine van den Boomen door Martine van den Boomen (bron: LinkedIn)

Door Martine van den Boomen

Martine van den Boomen is lector aan de Hogeschool Rotterdam


Meest recent

Shoppen door Inside Creative House (bron: Shutterstock)

Growth for good, lukt het tegengaan van klimaatverandering zónder ontgroeien?

Moeten we stoppen met groeien om werkelijk duurzaam te worden? Degrowth is niet per se dé panacee, ontdekt recensent Frank van Oort in een boek van Alessio Terzi.

Recensie

16 april 2024

Veenetië impressie door Zeinstra Veerbeek Architecten (bron: Zeinstra Veerbeek Architecten)

Veenetië: is de tijd rijp voor drijvend bouwen in de veenweidepolder?

Wanneer kunnen we Veenetië, de eerste drijvende woonwijk in veenweidegebied, verwachten? Welmoed Visser, expert water- en bodemvraagstukken in het Groene Hart, zocht uit of de tijd al rijp is voor drijvend bouwen.

Analyse

16 april 2024

Annius Hoornstra Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Patrick van den Hurk)

De versnellers

Het zou wat zijn, maar toch: ze liggen klaar. Plannen voor 630.000 nieuwe woningen in de komende kabinetsperiode. Volgens columnist Annius Hoornstra zijn alleen nog wat onorthodoxe maatregelen nodig.

Opinie

15 april 2024